De Tweede Kamer is de rechtstreeks gekozen volksvertegenwoordiging. Zij speelt een belangrijke rol bij de totstandkoming van wetten, controleert de regering en beslist over de vraag of een kabinet (of bewindspersoon) nog genoeg vertrouwen heeft. De Kamer telt 150 leden.
De rol in het wetgevingsproces is dat de Tweede Kamer door de regering ingediende wetsvoorstellen moet goedkeuren. Maar de Kamer mag deze wetsvoorstellen ook wijzigen ('amenderen'). Daarnaast heeft de Tweede Kamer het recht van initiatief: zij mag zelf wetsvoorstellen indienen.
Om de Tweede Kamer de gelegenheid te geven de regering te kunnen controleren zijn ministers verplicht alle informatie te geven waar de Tweede Kamer om vraagt. Ook hebben Tweede Kamerleden het recht vragen aan de bewindslieden te stellen, en kunnen ministers tijdens een interpellatie ter verantwoording worden geroepen. Een kabinet of bewindspersoon kan niet aanblijven zonder het vertrouwen van de Kamer te hebben. De Kamer kan het vertrouwen in een kabinet bijvoorbeeld opzeggen door het aannemen van een motie van wantrouwen
Daarnaast heeft de Tweede Kamer een soort ombudsfunctie, mag het voordrachten doen voor enkele belangrijke functies, en speelt het een belangrijke rol bij de vorming van beleid. Door Kameruitspraken (moties) kan de Kamer de regering om iets verzoeken of een oordeel geven over het gevoerde beleid.
De Tweede Kamer is 'baas in eigen huis': zij bepaalt haar eigen agenda, regelt haar eigen vergaderorde, kiest haar eigen voorzitter, benoemt zelf personeel en stelt een eigen begroting op. Bij haar werkzaamheden wordt de Kamer ondersteund door een omvangrijke ambtelijke dienst, met aan het hoofd de griffier