De TOZO

Vragen van de leden Van Weyenberg, Romke de Jong en Kat (allen D66) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de TOZO (ingezonden 3 juni 2021).

Vraag 1

Klopt het dat de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (TOZO) en het Besluit bijstandverlening zelfstandigen (BBZ)-krediet beide voor zelfstandige ondernemers bedoeld zijn, beide een lening zijn uitgevoerd door gemeenten, maar beide wel een ander rentepercentage kennen?

Vraag 2

Kunt u toelichten waarom het rentepercentage voor de TOZO-lening op 2% is gesteld?

Vraag 3

Kunt u toelichten waarom het rentepercentage voor BBZ-krediet op 8% is gesteld?

Vraag 4

In hoeverre bent u van mening dat het verschil tussen die twee rentepercentages moeilijk uit te leggen is aan een ondernemer?

Vraag 5

In hoeverre bent u van mening dat een rentepercentage van 8% disproportioneel is in een markt waarin rentepercentages onder de 0 duiken?

Vraag 6

In hoeverre bent u van mening dat het voor ondernemers die een BBZ-krediet hebben enorm wrang is om te constateren dat zij met een TOZO-lening slechts 2% hadden kunnen betalen?

Vraag 7

Bent u bekend met het feit dat BBZ-kredieten vaak door gemeenten als gift worden toegekend en om die reden een percentage van 8% nog minder verdedigbaar is?

Vraag 8

Klopt het dat gemeenten verplicht zijn om 8% rente in rekening te brengen bij het verstrekken van BBZ-krediet?

Vraag 9

Bent u bereid het rentepercentage van het BBZ-krediet te verlagen naar het percentage van de TOZO-lening van 2%?