De ingewikkelde coronamaatregelen voor speeltuinen, stads- en kinderboerderijen

Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister voor Medische Zorg over de ingewikkelde coronamaatregelen voor speeltuinen, stads- en kinderboerderijen (ingezonden 7 mei 2021).

Vraag 1

Deelt u de mening dat het juist voor kinderen op dit moment extra belangrijk is om in de buitenlucht te kunnen spelen, sporten en bewegen, omdat kinderen momenteel minder bewegen door de coronapandemie? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 2

Kunt u uitleggen waarom maatschappelijk beheerde speeltuinen inmiddels gelukkig weer enige tijd open zijn voor kinderen om te spelen, maar dat vergelijkbare speelplekken in de vorm van stads- en kinderboerderijen nog altijd gesloten zijn?

Vraag 3

Waarom is de sluiting van stads- en kinderboerderijen epidemiologisch noodzakelijk, terwijl de sluiting van de beheerde speeltuinen dat schijnbaar niet is? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 4

Kunt u duidelijkheid geven in welke fase van het openingsplan de stads- en kinderboerderijen weer open kunnen? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 5

Is het denkbaar dat stads- en kinderboerderijen eerder open kunnen dan grotere doorstroomlocaties, omdat deze voorzieningen vaak in de wijk liggen en er daardoor minder reisbewegingen zijn die effect kunnen hebben op besmettingen en de druk op de zorg? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 6

Kunt u deze vragen beantwoorden voor het eerstvolgende debat over de ontwikkelingen rondom het coronavirus? Zo neen, waarom niet?

Indiener(s)