Signalen over problematiek samenhangend met de overgang van statushouders van een AZC naar de gemeente

2021Z00128

(ingezonden 6 januari 2021)

Vragen van de leden Becker en Wörsdörfer (beiden VVD) aan de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de minister en staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over signalen over problematiek samenhangend met de overgang van statushouders van een AZC naar de gemeente

  1. Op welke manier wordt een statushouder op dit moment overgedragen van een AZC naar de gemeente? Welke organisaties zijn daar (mogelijk) bij betrokken? Welke informatie wordt daarbij (mogelijk) gedeeld?
  2. Met welke factoren wordt op dit moment rekening gehouden bij het plaatsen van een statushouder in een gemeente en hoe gaat dit proces in zijn werk? Wordt daarbij ook gekeken naar de kans op werk en de behoefte aan zorg van statushouders?
  3. Welke middelen ontvangen gemeenten voor het opnemen van een statushouder in hun gemeente anders dan geldt voor mensen die in zijn algemeenheid inwoner van een gemeente worden? Wordt daarbij rekening gehouden met specifieke kenmerken van een individuele statushouder, dan wel met algemene kenmerken die vaak voorkomen bij statushouders in het algemeen? Wordt daarbij onderscheid gemaakt tussen jeugdigen en volwassenen?
  4. Welke knelpunten ervaren gemeenten met betrekking tot het opnemen van statushouders in hun gemeente? Geven ze daarbij richting u aan dat statushouders in sommige gevallen beter in een andere gemeente hadden gepast of dat ze bepaalde ondersteuning moeten (kunnen) bieden die in die gemeente niet of niet goed voorhanden is?
  5. In hoeverre geven gemeenten richting u aan dat ze informatie missen als het gaat om het opnemen van statushouders in hun gemeente? Zo ja, welke informatie missen zij?
  6. Hoe is de zorg- en ondersteuningsbehoefte van statushouders vanuit de jeugdwet, WMO en participatiewet? Hoe verhoudt de behoefte aan zorg en ondersteuning van statushouders zich tot gemiddelde inwoners in een gemeente?
  7. In hoeverre heeft u signalen ontvangen dat gemeenten worstelen met de zorgplicht die zij hebben over statushouders, inhoudelijk dan wel financieel? Indien u signalen heeft, wat is de inhoud van deze signalen? Is daarin nog onderscheid te maken tussen jeugdigen en volwassenen?
  8. Bent u bereid bij de herziening van de jeugdzorg te bezien of statushouderschap een indicatie zou moeten zijn die tot extra gewicht leidt in de verdeelsleutel? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?

Indiener(s)