Antwoord op vragen van de leden Terpstra en Von Martels over het bericht 'Haal vervuilde bouwgrond langs N206 weg'

Vragen van de leden Terpstra en Von Martels (beiden CDA) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht «Haal vervuilde bouwgrond langs N206 weg» (ingezonden 4 maart 2021).

Antwoord van Staatssecretaris Van Weyenberg (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 3 september 2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 2070.

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Haal vervuilde bouwgrond langs N206 weg»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Bent u ermee bekend dat aannemers vervuilde bodemas toepassen bij bouwprojecten? Zo ja, wat vindt u daarvan?

Antwoord 2

AEC-bodemas mag worden toegepast in civieltechnische constructies mits dit voldoet aan de eisen zoals gesteld in het Besluit bodemkwaliteit. De aangetroffen batterijen in de bodemas in de gemeente Katwijk roepen begrijpelijkerwijs vragen op over de kwaliteit. Ik bekijk op dit moment de opties voor aanscherping van het Besluit bodemkwaliteit op dit vlak. Ik ben in dat verband met de sector in gesprek om te bekijken welke technieken kunnen worden ingezet om de batterijen beter van de bodemassen te scheiden.

Vraag 3

Kunt u de resultaten van het onderzoek dat Eurofin heeft uitgevoerd middels een uitloogtest naar de Kamer sturen?

Antwoord 3

De resultaten van de door Eurofin uitgevoerde onderzoeken zijn bijgevoegd (bijlage 2, 3)2. Hieruit blijkt onder andere een verhoogde uitloging van antimoon. In het onderzoek is niet de juiste monsternemings- en uitloogmethodiek toegepast. Het uitgevoerde onderzoek heeft daarom een indicatief karakter. Om een betrouwbare uitspraak te kunnen doen over de kwaliteit van een bouwstof dient de voorgeschreven meetmethode uit het Besluit bodemkwaliteit te worden gevolgd.

Op basis van uitgevoerde partijkeuringen is door de initiatiefnemer eerder aangetoond dat de toegepaste AEC-bodemas voldoet aan de eisen van het Besluit bodemkwaliteit. Omdat er zorgen zijn over de batterijen in de bodemas is in opdracht van de gemeente Katwijk en de provincie Zuid-Holland door de Anteagroup aanvullend onderzoek uitgevoerd (bijlage 4)3 naar de kwaliteit van de toegepaste AEC-bodemas. Conclusie van dit onderzoek, waarvan het rapport begin juli openbaar is gemaakt, is dat de kwaliteit van de AEC-Bodemas voldoet aan de eisen van het Besluit bodemkwaliteit.

Vraag 4

Kunt u aangeven in hoeverre de veiligheid van omwonenden in gevaar is vanwege de vervuilde bouwgrond?

Antwoord 4

Het Besluit bodemkwaliteit stelt milieuhygiënische randvoorwaarden aan bouwstoffen, zoals AEC-bodemas. Aan de hand van partijkeuringen is door de aannemer – voor in Katwijk toegepaste AEC-bodemas – aangetoond dat aan de wettelijke eisen wordt voldaan. Dit beeld is bevestigd met het in opdracht van de gemeente Katwijk en de provincie Zuid-Holland uitgevoerd aanvullend onderzoek. Door te voldoen aan de eisen uit het Besluit bodemkwaliteit is toepassing verantwoord. Tijdens het aanbrengen van de bodemas is stofvorming mogelijk. Afhankelijk van de afstand tussen het werk en woningen en de weersomstandigheden kan wel hinder ontstaan en bijvoorbeeld kortdurend irritatie optreden. In het algemeen heeft de aannemer de verantwoordelijkheid om hinder zoveel mogelijk te voorkomen.

Vraag 5

Bent u bereid het RIVM opdracht te geven onderzoek hiernaar te doen? Zo ja, op welke termijn? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5

In opdracht van de gemeente Katwijk en de provincie Zuid-Holland is met een aanvullend onderzoek de kwaliteit van de toegepaste AEC-bodemassen geverifieerd en geconcludeerd dat wordt voldoen aan de wettelijke eisen. Aanvullend onderzoek door het RIVM is daarom niet noodzakelijk.

Vraag 6

Wat betekenen de verhoogde concentraties koper, chroom en antimoon voor de veiligheid van omwonenden?

Antwoord 6

De veiligheid van omwonenden en dan met name de gezondheidsrisico’s worden bepaald door de concentraties aan verontreinigingen, de contactmogelijkheden en contactduur met de bodemas. Met partijkeuringen en aanvullende onderzoek – in opdracht van de gemeente en de provincie – is aangetoond dat de bodemas voldoet aan de eisen van het Besluit bodemkwaliteit. Hiermee zijn geen gezondheidsrisico’s te verwachten.

Vraag 7

Wat zijn de risico’s wanneer deze schadelijke metalen in het grondwater terecht komen na een hevige regenbui? Wat betekent dit voor de watervoorziening?

Antwoord 7

De uitgevoerde partijkeuringen en het aanvullende onderzoek – in opdracht van de gemeente en de provincie – naar de kwaliteit van de toegepaste AEC bodemas laten zien dat wordt voldaan aan de eisen van het Besluit bodemkwaliteit.

Schadelijke effecten worden dan ook niet verwacht.

Vraag 8

Wat zijn de mogelijke gevolgen voor de specifieke situatie lands de N206 en de ontwikkeling van vliegveld Valkenburg? Bent u bereid hier onderzoek naar te doen?

Antwoord 8

Zie antwoord op vraag 5 en 7.

Vraag 9

Bent u bereid in overleg te treden met de Provincie Zuid-Holland, gemeente Katwijk en omwonenden om de grote zorgen die leven, weg te nemen? Zo ja, op welke termijn? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 9

Over de toegepaste AEC-Bodemas en de zorgen is informatie ingewonnen bij de gemeente Katwijk, de Omgevingsdienst West-Holland, de provincie Zuid-Holland en Katwijk Smart Village. De gemeente Katwijk is als bevoegd gezag Besluit bodemkwaliteit en de provincie als bevoegd gezag Wet bodembescherming het eerste aanspreekpunt voor de omwonenden.

Indiener(s)