Antwoord op vragen van het lid Westerveld over de schaderegeling voor slachtoffers in de jeugdzorg

AH 1536

2021Z00381

Antwoord van minister Dekker (Rechtsbescherming), mede namens de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (ontvangen 2 februari 2021)

Vraag 1
Hoe kan het dat op de site van het Schadefonds Geweldsmisdrijven nog steeds deze tekst staat: “Of de tegemoetkoming invloed heeft op toeslagen is nog niet bekend. Dat wordt op dit moment afgestemd tussen de betrokken ministeries. Zodra er meer bekend is, leest u het op deze pagina”, terwijl in het debat op 19 december jl. is toegezegd dat de tegemoetkoming géén invloed heeft op toeslagen? Bent u bereid dit onmiddellijk aan te passen? 1)

Antwoord 1

De aanpassing van de tekst op de website over de invloed van de tegemoetkoming op toeslagen was nog niet door het Schadefonds Geweldsmisdrijven (Schadefonds) doorgevoerd. De tekst is aangepast op 12 januari 2021.

Vraag 2

Kunt u verhelderen waar de tegemoetkoming in de Belastingaangifte vermeld moet worden? Wordt deze bij de inkomenstoets opgeteld? Zo ja, hoe kunnen slachtoffers er dan verzekerd van zijn dat de tegemoetkoming géén invloed heeft op uitkeringen of toeslagen?

Antwoord 2

De tegemoetkoming is aangemerkt als immateriële schadevergoeding en telt niet mee als toetsingsinkomen voor toeslagen. Ook geldt een immateriële schadevergoeding als vermogensuitzondering voor toeslagen. De tegemoetkoming hoeft niet vermeld te worden in de Belastingaangifte.

Slachtoffers kunnen bij de Belastingdienst/Toeslagen verzoeken deze tegemoetkoming van € 5.000,- buiten beschouwing te laten voor de vermogenstoets. Slachtoffers kunnen dit doen met het formulier ‘Verzoek Bijzonder vermogen toeslagen’ op de website van de Belastingdienst/Toeslagen. Als de vermogensuitzondering eenmaal is toegekend, hoeft deze in de jaren daarna niet opnieuw te worden aangevraagd. Ook in alle volgende jaren wordt dat deel van het vermogen buiten beschouwing gelaten voor de vermogenstoets.

Voor de bijstandsuitkering geldt dat de tegemoetkoming geen invloed heeft op de beoordeling van het recht op (voortzetting van de) bijstand. De Regeling Participatiewet voorziet - bij de beoordeling van het recht op bijstand – reeds in een vrijlating van een uitkering zoals bedoeld in de Wet schadefonds geweldsmisdrijven. De ‘financiële tegemoetkoming slachtoffers jeugdzorg’ valt hier ook onder. Op 16 december 2020 is dit vermeld in Gemeentenieuws van SZW, zodat dit ook voor gemeenten helder is.

Vraag 3

Hoeveel aanvragen zijn er tot nu toe binnengekomen bij het Schadefonds Geweldsmisdrijven van slachtoffers van geweld in de jeugdzorg?

Antwoord 3

Tot 25 januari 2021 zijn ruim 1.900 aanvragen binnengekomen bij het Schadefonds van slachtoffers van geweld in de jeugdzorg.

Vraag 4

Hoe zorgt u dat ouderen die digitaal minder vaardig zijn ook een verzoek kunnen indienen, aangezien een flink aantal slachtoffers inmiddels op leeftijd is?

Antwoord 4

Het Schadefonds heeft ervoor gezorgd dat elk slachtoffer, dus ook ouderen, iemand anders kan machtigen de aanvraag in te dienen namens hem of haar. Dit geldt voor de slachtoffers die het aanvraagformulier via de website downloaden en per post of e-mail aan het Schadefonds zenden. Daarnaast stuurt het Schadefonds op verzoek aanvraagformulieren per post naar de slachtoffers en kunnen zij door Slachtofferhulp Nederland geholpen worden bij het indienen van een aanvraag. Het Schadefonds is ook telefonisch bereikbaar voor eventuele vragen over het indienen van de aanvraag.

Vraag 5

Op welke wijze worden slachtoffers op de hoogte gesteld van de regeling? Moeten zij dit uit de media vernemen of worden slachtoffers actief benaderd? Zo ja, op welke manier?

Antwoord 5

Slachtoffers zijn en worden actief op de hoogte gesteld van de regeling. Slachtoffers die bij het Schadefonds of bij het projectteam De Winter bekend waren en hebben aangegeven op de hoogte te willen blijven, zijn na publicatie van de regeling in de Staatscourant via een e-mail en nieuwsbrief op de hoogte gesteld van de regeling. Lotgenotenorganisaties zijn daarnaast geïnformeerd via de nieuwsbrief van het projectteam. Slachtofferhulp Nederland besteedt ook aandacht aan de regeling, via een nieuwsbericht en via haar medewerkers in het land. Omdat de regeling voor twee jaar is opengesteld, blijft het Schadefonds regelmatig en via verschillende kanalen communiceren over de regeling, zodat de slachtoffers voldoende bereikt worden. Daarnaast is via verschillende media aandacht geweest voor de regeling.

Vraag 6

Kunt u een update geven over de financiële hulp voor het monument van slachtoffers in de jeugdzorg? Is er contact geweest met de initiatiefnemers? Zo ja, welke afspraken zijn er gemaakt? Welk bedrag wordt door het ministerie van Justitie en Veiligheid vergoed?

Antwoord 6

Ja. Op 15 januari 2021 is gesproken met de voorzitter van de stichting Monument Geweld in de Jeugdzorg (NMGJ). Aan hem is medegedeeld dat tot een bedrag van € 160.000 gesubsidieerd zal worden door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en het ministerie van Justitie en Veiligheid. Aangegeven is dat uiterlijk tot en met 2022 ruimte in de begroting hiervoor wordt gemaakt. De initiatiefnemers gaan nu op zoek naar een gemeente die wil meewerken aan het vinden van een geschikte locatie voor het monument.

1) Schadefonds Geweldsmisdrijven, 'Tijdelijke regeling slachtoffers jeugdzorg', https://www.schadefonds.nl/slachtoffer/tijdelijke-regeling-slachtoffers-jeugdzorg

Wet

Jaar

Toelichting

Wet verbetering uitvoerbaarheid toeslagen

2020

Doel:

Aanpassingen in het partnerbegrip in artikel 1.2 Wet IB 2001 en artikel 3, zevende lid, Awir, de invoering van een kwijtscheldingsbepaling in artikel 31 Awir en de afschaffing van de 'geen kwijtscheldingsbepaling' in artikel 31bis Awir.

Reden uitstel:

De uitvoering kan nog niet gestart worden om uitvoeringstechnische redenen en de inpasbaarheid in de bestaande systemen van de Belastingdienst/Toeslagen, zoals ook benoemd in de memorie van toelichting van het wetsvoorstel.

Informatie Kamer:

In de memorie van toelichting is benoemd dat deze maatregelen later in werking treden. In de Nota naar aanleiding van het Verslag (35 574 nr 10, Wijziging van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen en enkele andere wetten met het oog op verbetering van de uitvoerbaarheid van toeslagen, is aangegeven dat vaststelling van de inwerkingtredingsdatum van kwijtschelding uitvoeringstechnisch naar verwachting na 1 januari 2023 mogelijk is.

OFM 2020

Keuzeregeling berichtenverkeer met Belastingdienst (N.B. geldt voor Awir, AWR en IW)

2019

Doel:

Uitvoering regeerakkoord Rutte III; burger moet kunnen kiezen of hij m.b.t. formele berichten (bijv. aanslag IB) digitaal of per post met de Belastingdienst communiceert.

Reden uitstel:

Digitalisering van alle berichten en het maken van een faciliteit waarmee de keuze kan worden gemaakt en geregistreerd, is een omvangrijk ICT proces. Verwachting is dat (een deel van) de keuzeregeling niet eerder dan in 2022 operationeel is.

Informatie Kamer:

Via voortgangsrapportages 2019 en 2020 van de Belastingdienst is de Kamer geïnformeerd, Kamerstukken 31066, nr 674 en 31066, nr 702, bijlage.

Afschaffing aftrek scholingsuitgaven

2019

Doel:

Omzetten fiscale aftrek scholingsuitgaven in een subsidieregeling SZW/OCW, vereenvoudiging belastingstelsel.

Reden uitstel:

De afschaffing van de scholingsaftrek is gekoppeld aan de invoering van de subsidieregeling STAP-budget van de Ministers van SZW en OCW. Het STAP-budget treedt naar verwachting per 1-1-2022 in werking.

Informatie Kamer:

Bij de behandeling van het Belastingplan 2019 is de Kamer over de procedure geïnformeerd die tot nu toe conform de planning verloopt (Kamerstukken 35306 C – Memorie van antwoord).

Wet op de kansspelbelasting. Art II, III en IV

2019

Doel:

Regelen van de doorwerking van de wet Kansspelen op afstand (Wet KOA) van de Minister van JenV en de staatssecretaris van Financiën in de wet op de kansspelbelasting.

Reden uitstel:

In afwachting van de invoering van de wet KOA. De planning is dat op 1 maart 2021 de wet KOA in werking treedt.

Informatie Kamer:

De Kamer is regelmatig op de hoogte gehouden van de voortgang, meest recent via Kamerstuk 33 996, nr. 88.

Fiscale verzamelwet 2021, art IV

2020

Doel:

Regelen van de doorwerking van de wet Kansspelen op afstand (Wet KOA) van de Minister van JenV en de staatssecretaris van Financiën in de wet op de kansspelbelasting.

Reden uitstel:

In afwachting van de invoering van de wet KOA. De planning is dat op 1 maart 2021 de wet KOA in werking treedt.

Informatie Kamer:

De Kamer is regelmatig op de hoogte gehouden van de voortgang, meest recent via Kamerstuk 33 996, nr. 88.

Wet aanpassing kansspelbelasting voor sportweddenschappen

2018

Doel:

Regelen van de doorwerking van de wet Kansspelen op afstand (Wet KOA) van de Minister van JenV en de staatssecretaris van Financiën in de wet op de kansspelbelasting.

Reden uitstel:

In afwachting van de invoering van de wet KOA. De planning is dat op 1 maart 2021 de wet KOA in werking treedt.

Informatie Kamer:

De Kamer is regelmatig op de hoogte gehouden van de voortgang, meest recent via Kamerstuk 33 996, nr. 88.

Wet op de zorgtoeslag (VWS)

2018

Doel:

Regelt de doorwerking van een wijziging in de Zorgverzekeringswet (nieuw artikel 68). Dit artikel beoogt de gevolgen op te vangen wanneer iemand met terugwerkende kracht meer dan vier maanden verzekeringsplichtig in NL is. Omdat betrokkene in dat geval mogelijk met terugwerkende kracht recht heeft op zorgtoeslag, is aanpassing nodig van de wet op de zorgtoeslag.

Reden uitstel:

Wacht op de inwerkingtreding van de Zvw-wijziging, voordat de wijziging in de Wet op de Zorgtoeslag ook inwerking kan treden. Dit moet gelijktijdig gebeuren.

Informatie Kamer:

Bij de Verzamelwet VWS 2018 is de Kamer geïnformeerd (Staatsblad 356, 2018). Sinds de behandeling is geen aanvullende informatie aan de Kamer gestuurd.

Belastingplan 2018, art VI

2017

Doel:

Regelen van de doorwerking van de wet Kansspelen op afstand (Wet KOA) van de Minister van JenV en de staatssecretaris van Financiën in de wet op de kansspelbelasting.

Reden uitstel:

In afwachting van de invoering van de wet KOA. De planning is dat op 1 maart 2021 de wet KOA in werking treedt.

Informatie Kamer:

De Kamer is regelmatig op de hoogte gehouden van de voortgang, meest recent via Kamerstuk 33 996, nr. 88.

Artikel IX OFM 2018 (Dividendbelasting)

2017

Doel:

Dit betreft een aanvulling van de inhoudingsvrijstelling dividendbelasting voor vrijgestelde Vpb-lichamen (onderdeel van de FVW17, zie hieronder) ten aanzien van de fiscale beleggingsinstelling. Voor inwerkingtreding wordt aangesloten bij dit onderdeel van de FVW17.

Reden uitstel:

Aanvankelijk stopgezet in verband met het voornemen tot afschaffing van de dividendbelasting (gecommuniceerd in Kamerstuk 34 785, nr. H).

Informatie Kamer:

Na het niet doorgaan van de afschaffing is gecommuniceerd (Kamerstuk 35026, nr. D, p. 21) dat de bepaling alsnog in werking zal treden. Destijds is geantwoord dat het tijdstip van inwerkingtreding zal worden betrokken in een nader onderzoek naar het proces om de dividendbelasting op orde te brengen, waaronder de gevolgen voor de uitvoering.

Onderdeel FVW17: Inhoudingsvrijstelling
dividendbelasting vrijgestelde
Vpb-lichamen

2016

Doel:

Voor niet-vennootschapsbelastingplichtige (Vpb-plichtige) Nederlandse en vrijgestelde buitenlandse rechtspersonen wordt een vrijstelling aan de bron van dividendbelasting ingevoerd.

Reden uitstel:

De inhoudingsvrijstelling van artikel 4a Wet DB 1965 is inmiddels onderdeel van een bredere automatiseringsopgave van de dividendbelasting geworden, waaronder ook de digitalisering van de aangifte dividendbelasting valt. De Belastingdienst verwacht nu dat de inhoudingsvrijstelling van artikel 4a Wet DB 1965 op 1 januari 2024 in werking kan treden.

Informatie Kamer:

Na niet doorgaan van de afschaffing is gecommuniceerd (Kamerstuk 35 026, nr. D, p. 21) dat de bepaling alsnog in werking zal treden. Destijds is aangegeven dat het tijdstip van inwerkingtreding zal worden betrokken in een nader onderzoek naar het proces om de dividendbelasting op orde te brengen, waaronder de gevolgen voor de uitvoering.

Onderdeel FVW17:

Stroomlijnen rood blauw

2016

Doel:

Harmoniseren van invorderingswetgeving van belastingen en toeslagen door introductie van de debiteursgerichte benadering, preferentie van toeslagschulden, kwijtschelding, uniforme rechtsbescherming, en de mogelijkheid tot verrekening van schulden.

Reden uitstel:

Bij de totstandkoming van deze wet was al duidelijk dat de inwerkingtreding pas kon plaatsvinden na de invoering van een nieuw innings- en uitbetalingssysteem en de uitfasering van het oude systeem ETM, dit is in de toelichting opgenomen. Het streven was om de maatregelen op 1 januari 2019 in werking te laten treden. Die streefdatum is om verschillende redenen maar met name vanwege de uitfasering van ETM niet gehaald.

Informatie Kamer:

Over de vertraging is gecommuniceerd aan de Kamer, voor het eerst in de 21e halfjaarrappportage die op 16 april 2018 aan de TK is gestuurd. Aangegeven is dat het streven gericht was op realisatie na 2021. Vervolgens is regelmatig over (de vertraging van de) uitfasering van ETM aan de Kamer bericht (22e halfjaarsrapportage, 23e halfjaarsrapportage, Tweede voortgangsrapportage jaarplan 2019, Eerste voorgangsrapportage 2020).

In de kabinetsreactie op het rapport Ongekend onrecht van 15 januari 2021 is wederom opgenomen dat stroomlijnen van de invorderingsregelgeving voor belastingen en toeslagen wordt opgeschort en dat wordt onderzocht of elementen uit dit wetsvoorstel in aangepaste vorm ingevoerd kunnen worden zodat alleen de voor de burger meest gunstige onderdelen worden gerealiseerd.

Wet tegemoetkoming Loondomein

In artikel VIII van de Wet van 23 december 2015 tot wijziging van de Participatiewet, de Ziektewet, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen en de Wet financiering sociale verzekeringen

2015

Doel:

Harmonisatie van instrumenten ter bevordering van arbeidsdeelname van arbeidsbeperkten (Stb. 2015, 547) door een horizonbepaling, waardoor alle bepalingen in de Wet tegemoetkomingen loondomein over het loonkostenvoordeel doelgroep banenafspraak zouden komen te vervallen (met name paragraaf 2.4) op een bij KB te bepalen tijdstip.

Reden uitstel:

Op dit moment is het voornemen om het laten vervallen van het loonkostenvoordeel doelgroep banenafspraak niet door te voeren.

Informatie Kamer:

In artikel IIIb van het wetsvoorstel uitvoeren breed offensief (kamerstuk 35 394) van de Staatssecretaris van SZW, is bij tweede nota van wijziging een bepaling opgenomen om die wijziging te schrappen uit genoemde wijzigingswet. Dat wetsvoorstel is op dit moment in behandeling bij de Tweede Kamer.

Wetswijziging in de Invorderingswet 1990, Depotstelsel

2013

Doel:

Bestrijding van malafide uitzendondernemingen.

Reden uitstel:

Deze wetswijziging was geënt op het depotstelsel dat in de plaats zou komen van de g-rekening. Het depotstelsel is echter niet doorgegaan. In 2019 is besloten om dit wetsvoorstel aan een herbeoordeling te onderwerpen. Eind oktober 2020 is het rapport van het Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten in opdracht van SZW verschenen met aanbevelingen om misstanden bij arbeidsmigranten in Nederland tegen te gaan. Rapport: “Geen tweederangsburgers. Aanbevelingen om misstanden bij arbeidsmigranten in Nederland tegen te gaan, Rapport, Rijksoverheid.nl”.

Informatie Kamer:

In de 15e halfjaarsrapportage (Kamerstuk 31 066, nr. 233) heeft de Staatssecretaris van Financiën aangegeven dat de invoering van het depotstelsel van de baan is. De herbeoordeling is aangemeld op de wetgevingskalender en de Kamer is hierover geïnformeerd bij brief van 20 december 2019 (Kamerstuk 29 861, nr. 48, 2019-2020 Integrale aanpak misstanden arbeidsmigranten). In december 2020 is de kabinetsreactie op dit rapport uitgegaan. Besluitvorming hierover is aan het volgende kabinet.

Indiener(s)