AH 1025
2020Z22692
Antwoord van minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 7 december 2020)
Antwoord vragen 1 tot en met 3:
RVO en USG Legal hebben een overeenkomst gesloten om middels contracting USG Legal een opdracht te laten uitvoeren ten behoeve van RVO. Hierbij wordt de Rijksbrede Raamovereenkomst Inhuur Juridische capaciteit gebruikt.
Zoals ook aangegeven in mijn brief van 13 mei 2019[1] kan contracting als zodanig een legitieme en efficiënte vorm van bedrijfsvoering zijn. Op deze manier kan gespecialiseerd personeel worden ingezet dat bijdraagt aan de productiviteitsgroei. Voor het onderscheid tussen contracting en het ter beschikking stellen van arbeidskrachten, zoals uitzending of payrolling verwijs ik naar de handreiking hierover.[2]
De Inspectie SZW ondersteunt sociale partners bij het toezicht op de naleving van de cao-voorwaarden. Op verzoek kan door de Inspectie SZW onderzocht worden of de loonverhoudingsnorm van artikel 8 en 8a van de Wet allocatie van arbeidskrachten door intermediairs (Waadi) is nageleefd.
In het onderzoek in deze specifieke casus oordeelt de Inspectie SZW dat de betrokken werkgever (USG Legal) feitelijk arbeidskrachten ter beschikking heeft gesteld bij RVO en dat de loonverhoudingsnorm niet is nageleefd. De Inspectie heeft een verslag van het onderzoek toegestuurd aan de daarvoor in aanmerking komende partijen als genoemd in artikel 15 Waadi, zoals de arbeidskrachten, de werkgever (USG Legal) en de relevante sociale partners. Betrokken partijen kunnen, mede op grond van bevindingen van de Inspectie SZW, via de rechtbank een civiele procedure starten. De rechter beoordeelt daarmee feitelijk of er sprake was van naleving van de loonverhoudingsnorm. Indien de loonverhoudingsnorm van toepassing is in dit specifieke geval, dan dienen de medewerkers van USG Legal die bij RVO zijn ingezet dezelfde arbeidsvoorwaarden volgens art. 8 Waadi te krijgen als medewerkers die direct in dienst zijn bij RVO en hetzelfde werk doen.
4. Wat is de reden dat de RVO niet bereid is om de loongegevens aan USG Legal te verstrekken? Klopt het dat hierdoor USG Legal zelf niet artikel 8 van de WAADI kan toepassen? Bent u daarom ook van mening dat de RVO hiermee laakbaar handelt?
Antwoord vraag 4:
Desgevraagd heeft RVO mij gemeld[3] van mening te zijn dat er gehandeld is conform de geldende wet- en regelgeving en dat er sprake is van contracting en niet van ter beschikking stellen van arbeidskrachten. De medewerkers van USG Legal vallen in dat geval onder de arbeidsvoorwaarden van USG Legal en ontvangen hiervoor loon zoals geldend bij USG Legal. Daarom zijn de loongegevens van RVO niet opgevraagd en verstrekt - aldus RVO.
Het is aan de rechter om te oordelen of er feitelijk al dan niet sprake was van naleving van de loonverhoudingsnorm. Als er in deze specifieke situatie wordt geoordeeld dat de loonverhoudingsnorm overtreden is, dan zal dit moeten worden gerepareerd.
5. Hoe verhoudt uw opmerking dat de “RVO bij een eventuele procedure geen partij [is]” met de Wet Aanpak Schijnconstructies (WAS) waarin ook de opdrachtgever (in dit geval RVO) verantwoordelijk wordt gesteld voor het betalen van de correcte loon in de gehele keten en bovendien wordt gesteld dat de opdrachtgevers alles in het werk dienen te stellen om ook in de keten alles volgens de regels te laten lopen?
6. Is om die reden de RVO, volgens de WAS, dus wel partij in deze zaak?
Antwoord op vragen 5 en 6:
USG Legal is als formele werkgever in principe de wederpartij in een eventuele civiele procedure. Echter, er kan voor worden gekozen om via ketenaansprakelijkheid zoals geregeld in artikel 7:616a BW RVO als opdrachtgever aan te spreken. In dat geval wordt RVO partij in een civiele procedure.
In het algemeen geldt dat wanneer de Rijksoverheid extern personeel inzet, bijvoorbeeld via inhuur of contracting of opdracht via contracting, het betreffende onderdeel van de Rijksoverheid formeel geen werkgever is en er geen directe invloed is op de hoogte van het salaris dat betaald wordt. Wel is in artikel 27 van de Algemene Rijksvoorwaarden voor Diensten (ARVODI) bepaald dat een opdrachtnemer zich bij het verrichten van diensten moet houden aan de geldende wet- en regelgeving op het gebied van arbeidsvoorwaarden en aan de CAO die op hem en zijn werknemers van toepassing is.
1) Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020-2021, nr. 838
[1] Kamerstuk 29 544, nr. 914.
[2]https://www.rijksoverheid.nl/documenten/publicaties/2019/12/23/handreiking-contracting-uitzending-of-payrolling
[3] Zie ook de kamerbrief ‘Arbeidsvoorwaarden bezwaarjuristen bij RVO’ die op 28 oktober jl. door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aan de Tweede Kamer is verzonden en de beantwoording op de Kamervragen van de leden Gijs van Dijk en Moorlag (beiden PvdA)aan de ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Economische Zaken en Klimaat over onderbetaling bij de RVO die op 18 november jl. aan de Tweede Kamer zijn verzonden.
[4]https://www.rijksoverheid.nl/documenten/publicaties/2019/12/23/handreiking-contracting-uitzending-of-payrolling