Antwoord op vragen van het lid Diertens over een verkeerde inschatting in de vraag naar griepvaccinaties

AH 876

2020Z19848

Antwoord van staatssecretaris Blokhuis (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 23 november 2020)

Vraag 1.
Herinnert u zich de oproep van de Europese Commissie van 15 juli jl.[1] over onder andere het voorbereiden op het griepseizoen tijdens de coronapandemie en de schriftelijke vragen [2] die u heeft beantwoord hieromtrent?

Antwoord vraag 1.
Ja

Vraag 2.
Herinnert u zich uw uitspraak tijdens het plenaire debat over de ontwikkelingen rondom het coronavirus van 2 september jl: “Ervaringscijfers zijn dat doorgaans minder dan de helft van die groep zich ook daadwerkelijk laat vaccineren. Wij zijn ervan uitgegaan — dat willen we ook eigenlijk — dat veel meer mensen van die groep zich laten vaccineren”? [3]

Antwoord vraag 2.
Ja, dit was een uitspraak van de minister van VWS gedurende dit debat.

Vraag 3.
Maken griepvaccins deel uit van de strategie van het indammen van het coronavirus?

Antwoord vraag 3.
Griepvaccins maken al lange tijd deel uit van de strategie om de kwetsbare personen in Nederland te beschermen tegen de soms ernstige gevolgen van een besmetting met het influenzavirus. Een grootschalige griepepidemie kan ook flinke impact hebben, zoals het coronavirus. In 2018 was er sprake van een zware griepepidemie in de winter. Tijdens deze epidemie overleden er 9.500 mensen meer dan anders. Daarnaast werden 900.000 mensen ziek, van wie er 16.000 opgenomen moesten worden in het ziekenhuis als gevolg van complicaties door de griep. De huidige situatie benadrukt het belang van griepvaccinatie. We houden echter rekening met een relatief mild griepseizoen. De maatregelen die we met elkaar nemen tegen het nieuwe coronavirus helpen ook de verspreiding van griep te verminderen. Dit zagen we ook op het zuidelijk halfrond, waar het griepseizoen mild geweest is.

Vraag 4.
Wat was uw inschatting dit voorjaar, na het uitbreken van het coronavirus, van het aantal benodigde griepvaccinaties voor het griepseizoen 2020/2021?

Antwoord vraag 4.
Het was erg lastig in te schatten wat de opkomst zou zijn. We vonden dat we hierbij niet konden steunen op de voorgaande jaren alleen en daarom is dit voorjaar ook een peiling onder de doelgroep gehouden. We hebben ruim extra vaccins ingekocht ten opzichte van vorig jaar, namelijk 520.000 extra vaccins. Het totaal aan ingekochte vaccins is daarmee 3,88 miljoen. Dat is voldoende voor een opkomst van rond de 60%, daar waar de opkomst de afgelopen jaren rond de 50% is geweest. Uit de genoemde peiling onder de doelgroep op dat moment zou dat voldoende zijn. Verder zijn er initiatieven geweest in de afgelopen maanden en lopen ook op dit moment nog initiatieven om aan nog meer extra vaccins te komen, zoals gezamenlijke inkoop vanuit de EU. De gezamenlijke inkoop van de EU heeft geen resultaat opgeleverd. Ten slotte is er nog steeds contact met leveranciers om te kijken of we nog aan extra vaccins kunnen komen, bijvoorbeeld omdat landen afzien van een partij vaccins. Door deze continue inspanning kan ik nu melden dat er half november nog tot maximaal 100.000 vaccins beschikbaar komen en uiterlijk half januari maximaal 140.000 vaccins.

Vraag 5.
Kunt u de berekeningen van de initiële inschatting van het aantal benodigde griepvaccins voor het griepseizoen 2020/2021 delen met de Kamer?

Antwoord vraag 5.
In januari –dus voor de coronacrisis- is een zogenaamde preliminary forecast (voorlopige bestelling) van 3,4 miljoen griepvaccins geplaatst door het RIVM. Dit aantal was 200.000 vaccins meer dan in 2019 is toegediend. De forecast is gebaseerd op de opkomst van afgelopen jaar, verwachte lichte groei van de doelgroep en de lichte stijgende trend in de opkomst. Het is de gangbare werkwijze om in januari een forecast te plaatsen en in maart een definitieve bestelling te plaatsen.

Vraag 6.
Wat is het verschil tussen deze inschatting en het aantal beschikbare griepprikvaccinaties, inclusief de extra 500.000 ingekochte griepvaccins?

Antwoord vraag 6.
Het verschil tussen de forcecast in januari en het totaal aantal ingekochte vaccins is 480.000 vaccins. Daarbovenop komen nog eens maximaal 240.000 vaccins die afgelopen weken extra zijn ingekocht, zoals ik in vraag 4 heb toegelicht. Het verschil is daarmee maximaal 720.000 t.o.v. de forecast in januari.

Vraag 7.
Nederland heeft 15% meer griepvaccinaties beschikbaar dan gebruikelijk, waarmee 60% van de doelgroep kan worden gevaccineerd, kunt u in een tabel een gedetailleerd overzicht geven van deze percentages van de andere Europese Landen?

Antwoord vraag 7.
Voor dit overzicht verwijs ik naar de tabel in de bijlage. Graag merk ik hierbij op dat de organisatie van de griepvaccinatie, de doelgroep en de opkomst van vorig jaar erg verschillen tussen de landen. Dat maakt vergelijken erg lastig. Daarnaast hebben veel landen informatie verschaft over hun streefpercentage en niet over de daadwerkelijk mogelijke opkomst, omdat ze de omvang van hun doelgroep niet in beeld hebben.

Vraag 8.
Had u meer extra griepvaccinaties willen inkopen, gelet op het feit dat u in het genoemde debat over het coronavirus van 2 september jl. aangaf dat de wereldmarkt is afgestruind om tot een extra aanschaf van 500.000 griepvaccins te komen? Zo ja, had u dan niet eerder moeten handelen? Zo ja, waarom heeft u dit niet gedaan?

Antwoord vraag 8.
Ja, ik had meer griepvaccins in willen kopen en daar is mijn inzet ook continu op gericht geweest. Er zijn maar een paar griepvaccinfabrikanten ter wereld. De productie van griepvaccins vergt 5 à 6 maanden. Er kan dus nu niet zomaar worden bijgemaakt. Bovendien wordt er nu gewerkt aan productie voor het zuidelijk halfrond voor het volgende griepseizoen. Wij hebben in januari een preliminary forecast gedaan en in maart hebben we de vaccins daadwerkelijk besteld. In april en mei hebben we bijgekocht wat mogelijk was. Met de leveranciers houden we nauw contact voor het geval er nog partijen vrijkomen waar bijvoorbeeld andere landen van afzien. Dit heeft al tot resultaat geleid, zie het antwoord op vraag 4. Maar andere landen hebben ook tekorten en benaderen ons ook.

Vraag 9.
Was u, toen u in het debat over het coronavirus van 2 september jl. aangaf dat de doelgroep voor de griepvaccinatie mensen met een kwetsbare gezondheid en mensen ouder dan 60 jaar is, al op de hoogte van de mogelijkheid dat het aantal ingekochte griepvaccins mogelijk onvoldoende zou zijn? Zo ja, waarom heeft u niet tijdens dat debat aangegeven dat de doelgroep mogelijk aangepast zou moeten worden? Zo nee, wanneer bereikte u het bericht dat het aantal ingekochte griepvaccins niet toereikend zou zijn?

Antwoord vraag 9.
Er was begin september geen aanleiding om aan te nemen dat het aantal ingekochte vaccins onvoldoende zou zijn. Daarna werd steeds meer duidelijk dat er sprake was van een tweede coronagolf, waarbij niet bekend was welk effect dit zou hebben op het halen van de griepprik. Het RIVM monitort sinds de start van de griepvaccinatie begin oktober zo goed mogelijk de ontwikkelingen om indien nodig tijdig bij te kunnen sturen. Omdat de griepvaccinatie loopt tot begin december en er een wisselend beeld is bij de huisartsenpraktijken (de een houdt over en de ander heeft een tekort), was het bij de start van de vaccinatiecampagne heel lastig te voorspellen of het aantal vaccins zou uitkomen of niet. Omdat het in de week voorafgaand aan 17 oktober duidelijk werd dat de opkomst hoger was dan verwacht, heeft het RIVM, in overleg met VWS, op 17 oktober een maximum op het aantal door huisartsen te bestellen vaccins gezet, is huisartsen gevraagd om in geval van onvoldoende beschikbare vaccins na de eerste ronde voorrang te geven aan de risicogroepen en 70-plussers en om bij tekorten te rade te gaan bij collegapraktijken. Ik ben 23 oktober door het RIVM geïnformeerd over het feit dat er rekening mee moet worden gehouden dat de vraag de beschikbare vaccins overstijgt en toen kreeg ik ook het advies om maatregelen te treffen. Mijn besluit hierover heb ik zo snel mogelijk genomen en, heb ik na het afstemmen en klaarzetten van benodigde communicatie, op 27 oktober bekend gemaakt. Het is nog steeds onduidelijk of er daadwerkelijk sprake zal zijn van een tekort of dat we uiteindelijk toch iedereen kunnen bedienen. Daar weten we meer over eind november, als de meeste huisartsen hun spreekuren hebben afgerond en we de definitieve balans kunnen opmaken.

Vraag 10.
Kunt u een tijdlijn geven van wanneer u opdracht heeft gegeven voor de inkoop van extra griepvaccins, wanneer deze inkoop gestart is en wanneer de extra griepvaccins geleverd zijn?

Antwoord vraag 10.
Op 30 maart jl. heeft het RIVM advies gegeven over het aantal in te kopen vaccins. Dit is de standaard werkwijze. Het RIVM adviseerde 3,6 miljoen vaccins in te kopen. Dit was 200.000 extra ten opzichte van de preliminary forecast in januari. Op 30 maart heeft VWS akkoord gegeven om dit aantal vaccins te bestellen. Op 22 april jl. gaf het RIVM aan dat er nog 180.000 extra vaccins besteld konden worden. Op 22 april heeft VWS hier akkoord op gegeven. Op 19 mei heeft VWS RIVM verzocht om waar mogelijk nog extra aanvullend vaccin in te kopen, om optimaal voorbereid te zijn. Daarop heeft het RIVM de hand weten te leggen op 100.000 extra vaccins, waarmee nu een totaal van 3,88 miljoen vaccins beschikbaar is. Daarmee zijn 480.000 vaccins meer gekocht dan in de forecast van januari aangekondigd en in totaal 520.000 extra vaccins ten opzichte van vorig jaar. Zoals ook gemeld in mijn antwoord op vraag 4, is er op 30 oktober door vrijkomende partijen nog de hand gelegd op een partij van maximaal 100.000 extra vaccins die half november geleverd worden en maximaal 140.000 vaccins die uiterlijk half januari geleverd worden.

Vraag 11.
Kunt u alle correspondentie, van 1 maart jl. tot en met nu, tussen het RIVM en uw ministerie, over de (voorbereiding op) de griepvaccinatie, delen met de Kamer? Zo nee, waarom niet en hoe verhoudt zich dit tot artikel 68 Grondwet?

Antwoord vraag 11.
Ik kan de correspondentie met uw Kamer delen, maar dit lukt niet binnen de door u gestelde termijn voor beantwoording van deze vragen. Ik verwijs u naar het antwoord op vraag 10 waarin ik uiteenzet wat er tussen het RIVM en mij vanaf maart en nu is gebeurd. De informatie is in deze vraag verwerkt.


Vraag 12.
Zijn er voor de huidige doelgroep, kwetsbaren en mensen ouder dan 70 jaar, wel voldoende vaccins beschikbaar? Zo ja, waar baseert u deze uitspraak op en kunt u berekeningen hieromtrent de Kamer doen toekomen?

Antwoord vraag 12.
Ik verwacht met de maatregel die ik op 27 oktober heb genomen voldoende vaccins beschikbaar te houden voor deze doelgroep. Dit hangt wel af van de mate waarin de gezonde 60-69-jarigen gehoor geven aan de oproep. Dat is lastig te voorspellen. Huisartsen hebben de meeste uitnodigingen al verstuurd. 


Het is op dit moment lastig in te schatten wat het precieze effect van de prioritering gaat zijn. Daarvoor moeten we veel aannames doen. Van de groep mensen van 60 tot en met 69 jaar heeft naar schatting ruim 1,3 miljoen geen medische indicatie voor de griepprik [1]. Stel dat van de gezonde 60+-ers 50% zou willen opkomen (40% is volgens de monitor 2019 normaal) en de helft daarvan is ook al daadwerkelijk gevaccineerd, dan zijn er (0,5 x 0,5 x 1.342.500 =) ongeveer 335.600 mensen al gevaccineerd van deze groep. Dat opgeteld bij de verondersteld al gevaccineerde 70-plussers en mensen met een medische indicatie (1.723.000) is ongeveer 2.058.600. Er zijn 3.880.000 vaccins ingekocht. Er zijn dan dus nog (3.880.000 – 2.058.600 =) ongeveer 1.821.400 vaccins over om te zetten.


We schatten dat van de mensen van 70 jaar en ouder en mensen met een medische indicatie nog ca 2,5 mln de afweging moet maken om al dan niet de griepprik te halen. We hebben dan voldoende voor ongeveer 74% van deze groep. Met name voor de groep mensen met een medische indicatie onder de 60 jaar (1,9 miljoen mensen in totaal) zou dit opkomstpercentage veel hoger liggen dan de opkomst voor die groep in de afgelopen jaren, namelijk 32%. Tegelijkertijd veronderstelt dit dat de gezonde 60+-ers ook gehoor geven aan de oproep om af te zien van de griepprik. Daar staat tegenover dat we de afgelopen weken nog extra vaccins hebben kunnen kopen. Er liggen dan ook veel veronderstellingen aan deze cijfers ten grondslag.

Vraag 13.
Hoe beoordeelt u de situatie dat kwetsbare mensen die zijn opgeroepen en die zich meldden bij het vaccinatiepunt in sporthal De Kers te Hoorn onverrichter zake huiswaarts moesten keren omdat de vaccins op waren? [4] Acht u het verantwoord méér kwetsbare mensen op te roepen dan er vaccins in huis waren? Hoe ziet u dit in het licht van de oproep (die zeker geldt voor kwetsbare mensen) om zoveel mogelijk thuis te blijven en alleen voor noodzakelijke afspraken de deur uit te gaan? Wat doet u om dit in het vervolg te voorkomen?

Antwoord vraag 13.
Het is heel vervelend om mensen te moeten teleurstellen. Ieder jaar nodigen huisartsen meer mensen uit dan er vaccins zijn. Ze baseren zich daarbij op de opkomst van het jaar ervoor. Er is nog nooit een tekort geweest. De inkoop is gebaseerd op de verwachte opkomst, omdat de overgebleven griepvaccins na de campagne vernietigd moeten worden (ieder jaar is de samenstelling van de vaccins anders) en het ongewenst is om belastinggeld te verspillen.
Het is uiteraard van groot belang dat mensen in de huidige coronapandemie veilig hun vaccinatie kunnen halen en om die reden heeft het Nationaal Huisartsen Genootschap een aanvullende praktijkhandleiding opgesteld. We zien dat huisartsen zeer creatief zijn geweest in het ervoor zorgen dat de mensen zo veilig mogelijk een prik kunnen halen. Dat is over het algemeen heel goed gegaan en positief ontvangen door de patiënten. Natuurlijk zijn er altijd uitzonderingen. Ook in de komende weken zullen de huisartsenpraktijken er alles aan doen om conform de maatregelen de mensen te vaccineren. Gezien de grote aantallen en de overige zorg die huisartsen moeten leveren is het niet mogelijk het op een andere manier te organiseren. Als iedereen zich aan de maatregelen houdt die de huisartsen treffen, kan iedereen de prik veilig halen.

Vraag 14.
Kunt u, aangezien er nu een aanpassing is in de doelgroep van griepvaccinaties en de inschatting van het aantal benodigde griepvaccins verandert, een tijdlijn geven van de momenten dat de inschatting van het aantal benodigde griepvaccins is aangepast?

Antwoord vraag 14.
In het antwoord op vraag 10 heb ik u uiteen gezet hoe ik het benodigde aantal vaccins heb ingeschat en daarop heb ingekocht. Het aantal benodigde vaccins is altijd afhankelijk van de opkomst. Door middel van een enquête onder een deel van de huisartsen wordt een schatting van de opkomst door het RIVM dit jaar bijgehouden. Omdat deze hoger bleek dan verwacht, heeft het RIVM eerst in overleg met VWS op 17 oktober de (na)bestellingen voor vaccins door huisartsen gemaximeerd op 114% van het jaar daarvoor. Ook is aan huisartsen gevraagd om, wanneer ze in afwachting zijn van de levering van de nabestelling en nog maar beperkt aantal vaccins hebben, voorrang te geven aan de mensen die de meeste baat zullen hebben bij een vaccinatie en bij tekorten te rade te gaan bij collegapraktijken. Dit bleek op 23 oktober toch niet voldoende. In overleg met de huisartsen is landelijk beleid opgesteld hoe om te gaan met het mogelijke tekort. Afgelopen dinsdag 27 oktober heb ik daarom gezonde 60-69 jarigen opgeroepen niet aan de oproep van hun huisarts gehoor te geven. Daarmee hoop ik dat er voldoende overblijft voor de meest kwetsbaren: de mensen met een medische indicatie en de 70-plussers. Mochten er dan nog vaccins over zijn dan kunnen de 60-69 jarigen zich alsnog melden.

Vraag 15.
Wat is de rol van het ministerie van VWS bij de inkoop van extra griepvaccins tijdens deze coronacrisis aangezien het ministerie ook de inkooprol heeft genomen bij beschermingsmiddelen, testcapaciteit en beademingsapparatuur?

Antwoord vraag 15.
Het RIVM koopt in opdracht van VWS de griepvaccins jaarlijks in en adviseert VWS over de in te kopen aantallen en over mogelijkheden van extra inkoop. Dit is de werkwijze bij de inkoop van alle vaccinaties die vanuit de Rijksoverheid aan Nederlanders worden aangeboden.

Vraag 16.
Kunt u deze vragen beantwoorden ieder afzonderlijk en vóór de behandeling van de begroting van Volksgezondheid, Welzijn en Sport voor 2021? 

Antwoord vraag 16.
Ja.

[1] Europese Commissie, 15 juli 2020, «Coronavirus: Commission strengthens preparedness for future outbreaks» https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/en/ip_20_1340

[2] Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 3975

[3] Handelingen II, vergaderjaar 2019-2020, nr. 96, item 7, blz. 54.

[4] Noordhollands Dagblad.nl, 22 oktober 2020, 'Esther stond voor niks in de rij voor een griepprik. ’Bij de letter v waren ze op’ (https://www.noordhollandsdagblad.nl/cnt/dmf20201022_67622231/esther-stond-voor-niks-in-de-rij-voor-een-griepprik-bij-de-letter-v-waren-ze-op)

[1] Op basis van gegevens van CBS en een inschatting van het percentage binnen deze groep dat een medische indicatie heeft op basis van gegevens van Nivel. Schatting is dat 30% van de 60-64-jarigen geen medische indicatie heeft en 40% van de 65-69-jarigen.

Indiener(s)