Antwoord op vragen van het lid Voordewind over de brief van de Griekse Minister van Buitenlandse Zaken aan de EU-Hoge Vertegenwoordiger Borrell over de kwestie van de Turkse gasboringen in Griekse wateren

AH 836

2020Z19528

Antwoord van minister Blok (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 18 november 2020)

Vraag 1

Klopt het dat de Griekse minister van Buitenlandse Zaken Dendias een brief heeft gestuurd aan de Hoge Vertegenwoordiger van de EU, Josep Borrell, waarin hij een beroep doet op artikel 42.7 van het EU Verdrag? Bent u bekend met de inhoud van deze brief? 1)

Antwoord

Het kabinet heeft kennisgenomen van de brief van 19 oktober jl. van de Griekse minister van Buitenlandse Zaken aan de Hoge Vertegenwoordiger van de EU.

Vraag 2
Klopt het dat Griekenland en Turkije afspraken hadden gemaakt om de afbakening van de maritieme grenzen te gaan bespreken? Klopt het ook dat er nu toch weer een Turks onderzoeksschip actief is binnen zowel de betwiste economische zone als binnen de 12 mijlszone tot wel 8 mijl van de Griekse kust? Wordt het Turkse schip begeleid door Turkse marineschepen zoals gesteld in berichtgeving? Zo ja, hoe beoordeelt u dit?

Antwoord

Na intensieve internationale bemiddelingspogingen werd in september het proces naar een dialoog tussen Griekenland en Turkije gestart. Halverwege oktober werd dit proces stilgelegd. Beide landen hebben nog geen afspraak gemaakt om het proces te herstarten. Turkije wil zonder vooraf gestelde voorwaarden deelnemen, Griekenland wil echter dat Turkije eerst het onderzoeksschip Oruc Reis terugtrekt.

De Oruc Reis is medio oktober opnieuw uitgevaren naar betwist gebied ten zuiden van het Griekse eiland Kastellorizo en heeft zich vervolgens verplaatst naar betwist gebied ten zuiden van Rhodos. Turkije heeft op 11 november aangekondigd dat de Oruc Reis tot 23 november weer in betwist gebied ten zuiden van het Griekse eiland Kastellorizo zal varen, met de mogelijkheid tot verlenging. De Oruc Reis wordt in de regel begeleid door Turkse marineschepen.

De Hoge Vertegenwoordiger van de EU, Josep Borrell, en Duitsland, in de hoedanigheid van voorzitter van de Raad van de EU, pogen beide partijen weer rond de tafel te krijgen.

Vraag 3
Op welke manier gaat Nederland reageren op dit Griekse beroep op de solidariteit van de andere EU-lidstaten?

Antwoord

De Europese Raad van 15 en 16 oktober jl. herbevestigde zijn eerdere conclusies en betreurde herhaalde unilaterale en provocerende acties van Turkije in de Oostelijke Middellandse Zee. Ook werd volledige solidariteit met Griekenland en Cyprus uitgesproken. In de Europese Raadsconclusies van 1 en 2 oktober wordt ingezet op een tweesporenbenadering ten aanzien van Turkije. Als Turkije zich constructief opstelt kan er een voorstel worden uitgewerkt om de EU-Turkije relatie van een positieve agenda te voorzien. Mocht Turkije zijn unilaterale acties doorzetten, dan zal de EU de instrumenten gebruiken die het tot zijn beschikking heeft, waaronder de mogelijkheid tot het instellen van sancties.

De Europese Raad zal in december op basis van de genoemde Raadsconclusies opnieuw over de situatie in de Oostelijke Middellandse Zee en de rol van Turkije spreken. Nederland blijft de ontwikkelingen met betrekking tot de Oostelijke Middellandse Zee nauwlettend volgen. Mocht Griekenland een beroep doen op 42.7 VEU dan zal Nederland het verzoek bezien en zal daarover in EU-verband overleg plaatsvinden.

Indiener(s)

Stef  Blok