Antwoord op vragen van het lid Van Raak over genoegdoening voor atoomklokkenluider Frits Veerman

AH 4068

2020Z14399

Antwoord van minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 9 september 2020)

Vraag 1

Wat is uw reactie op het onderzoek door het Huis voor klokkenluiders

naar de bejegening van atoomklokkenluider Frits Veerman? 1)

Antwoord 1

Ik heb kennis genomen van de bevindingen van het Huis voor klokkenluiders in

het onderzoeksrapport van 7 juli 2020. Het Huis acht het aannemelijk dat het

melden van een vermoeden van een misstand door de heer Veerman de oorzaak is

geweest van het wijzigen van zijn werkzaamheden en het daaropvolgende ontslag.

Deze benadeling heeft plaatsgevonden door de voormalig werkgever van de heer

Veerman. Het onderzoek van het Huis voor klokkenluiders heeft geen betrekking

op gedragingen van de overheid.

Vraag 2 en 3

Bent u bereid om een onderzoek te laten doen naar de bejegening van

deze klokkenluider door overheden en overheidsorganisaties?

Bent u bereid met Frits Veerman in contact te treden om te bespreken hoe

deze klokkenluider genoegdoening kan worden gegeven?

Antwoord 2 en 3

Over gedragingen van de overheid, met name de rol van de BVD, heeft de heer

Veerman zich in augustus 1983 al beklaagd bij de Nationale ombudsman. Deze

heeft in oktober 1986 na onderzoek een rapport uitgebracht. De ombudsman

concludeerde dat geen sprake was van niet-behoorlijke gedragingen van de BVD.

In januari 2006 is tijdens het debat over de affaire rondom de Pakistaanse

atoomgeleerde Khan aan mijn ambtsvoorganger gevraagd nog eens serieus naar

de zaak van de heer Veerman te kijken, omdat hem onrecht zou zijn aangedaan. 2)

In reactie daarop heeft de minister aangegeven geen reden te zien nogmaals

onderzoek in te stellen naar de zaak van de heer Veerman, aangezien de Nationale

ombudsman zich al over de zaak heeft gebogen en ook de rechter zich al heeft

uitgesproken over de inzage van gegevens. 3) Het rapport van het Huis voor klokkenluiders heeft geen betrekking op gedragingen van overheidsorganisaties en vormt dus geen aanleiding om de zaak nu anders te beoordelen.

Ik ben bereid een gesprek te arrangeren met de heer Veerman om te bezien of er

in dit kader concrete gedragingen zijn geweest van overheidsorganisaties jegens

zijn persoon die hem hebben benadeeld, die in het verleden nog niet zijn

onderzocht en die alsnog aanleiding geven tot onderzoek. Op de uitkomst van dat

gesprek kan ik uiteraard niet vooruitlopen.

1) Huis voor Klokkenluiders, Actueel-Nieuws, «Klokkenluider benadeeld vanwege melden van vermoeden bedrijfsspionage van staatsgeheime informatie», 7 juli 2020 https://www.huisvoorklokkenluiders.nl/actueel/nieuws/2020/07/07/klokkenluider-benadeeld-vanwege-melden-van-vermoeden-bedrijfsspionage-van-staatsgeheime-informatie

2) Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2005-2006, nr. 41.

3) Kamerstuk 30 300 XIII, nr. 71

Indiener(s)