Antwoord op vragen van de leden Beckerman en Futselaar over de gevolgen van de coronacrisis voor de archeologie

2020Z06459

Vragen van de leden Beckerman en Futselaar (beiden SP) aan de ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en van Economische Zaken en Klimaat over de gevolgen van de coronacrisis voor de archeologie (ingezonden 9 april 2020)

 

Vraag 1
Bent u bekend met de brief van het Groot Reuvens Overleg d.d. 6 april 2020 over de gevolgen van de coronacrisis voor de archeologiesector?

 

Ja.

 

Vraag 2A

Bent u bekend met het feit dat ondernemers in de archeologie op dit moment geen gebruik kunnen maken van de Tegemoetkoming Ondernemers Getroffen Sectoren COVID-19 (TOGS)? Bent u bereid de Standaard Bedrijfsindeling (SBI)-codes waaronder zij werken -6202, 7112, 7211, 7219, 7220 (onder de code 7220 is een groot deel van de archeologische bedrijven ingeschreven), 7490, 9003 en 70221- toe te voegen aan de regeling? Zo nee, waarom niet?

De SBI code 7220 “Speur- en ontwikkelingswerk op het gebied van de maatschappij- en geesteswetenschappen”, waar archeologie voor een groot deel onder valt, is ontzettend breed. Zo valt onder deze code ook speur- en ontwikkelingswerk op het gebied van het ontwikkelen van wiskundige analysemethoden, w.o. economie en planologie, en w.o. welzijnszorg en politiek. Daarom is er voor gekozen deze SBI niet mee te nemen in de uitbreiding van de lijst met sectoren die op dinsdag 7 april jongsleden aan uw Kamer is gecommuniceerd. Daarnaast is het niet aannemelijk dat de gehele archeologische sector schade ondervindt en dat zij hun activiteiten niet meer kunnen voortzetten door de genomen kabinetsmaatregelen om het corona virus in te dammen. Desalniettemin zullen wij signalen blijven verzamelen en de TOGS blijven monitoren en evalueren.

 

Het kabinet heeft tot een breed pakket aan maatregelen besloten om ondernemers en bedrijven op verschillende manieren te ondersteunen, met bijvoorbeeld een voorziening gericht op het doorbetalen van lonen aan werknemers, een regeling voor zzp’ers, het vergemakkelijken van kredietverstrekking door de banken en alternatieve financiers. Het is dus goed mogelijk dat ondernemers in deze sector die weliswaar niet in aanmerking komen voor de TOGS, wel een beroep kunnen doen op andere regelingen.

 

Vraag 2B: Bent u voorts bereid te zorgen dat ook wanneer deze ondernemingen geregistreerd staan op een woonadres te zorgen dat de getroffen ondernemers in aanmerking komen voor de genoemde regeling? Zo nee, waarom niet?

 

De tegemoetkoming via de TOGS is bedoeld om ondernemers te ondersteunen die te maken hebben met omvangrijke, terugkerende vaste lasten, bijvoorbeeld door de huur van een bedrijfspand. Natuurlijk kunnen er gevallen zijn die tussen wal en schip vallen bij het strak hanteren van de vestigingsvereiste. Om dat te voorkomen is in de Kamerbrief die dinsdag 7 april jongsleden aan uw Kamer is gestuurd, toegelicht dat aan de hand van specifieke criteria ondernemers met significante, periodiek terugkerende vaste lasten, terwijl zij ingeschreven staan op het huisadres, aanspraak kunnen maken op de tegemoetkoming.Deze ondernemers dienen bij hun aanvraag op rvo.nl te verklaren dat zij over een fysieke vestiging met eigen toegang/opgang beschikken. Daarnaast moeten zij aanvullende bewijsstukken aanleveren waaruit dit blijkt. Denk hierbij aan bijvoorbeeld een koop- of huurcontract of een belastingaangifte waaruit blijkt dat zij over fiscaal aftrekbare werkruimte beschikken. Dit kan dus ook gelden voor de zelfstandige uit de culturele sector die op zijn woonadres staat ingeschreven.

 

Vraag 3
Is bij u bekend dat archeologische uitzendbureaus een terugloop zien tot 70% in de aanvragen van inhuur voor tijdelijke medewerkers? Wat gaat u voor deze getroffen medewerkers en bedrijven doen? Kan de oude Werktijdverkortingsregeling toegepast worden ter ondersteuning van thuiswerkende ouders van jonge kinderen?

Werkgevers die als gevolg van het Corona-virus kampen met een substantieel omzetverlies (tenminste 20%) kunnen gebruik maken van de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid (NOW). Deze regeling is in de plaats gekomen van regeling Werktijdverkorting.

 

Vraag 4
Bent u bekend met het feit dat archeologische bedrijven een terugloop van hun inkomsten van tenminste 30% verwachten? Welke maatregelen treft u om deze bedrijven te ondersteunen?

Zie antwoord vraag 3.

 

Vraag 5
Bedrijven worden nu ook geraakt doordat opdrachtgevers de betaaltermijnen oprekken, kunt u aangeven of en hoe u zorgt dat de wettelijke betaaltermijnen gehandhaafd worden? 

Het ministerie van EZK heeft vanuit de archeologische sector geen signalen ontvangen over opdrachtgevers die de betaaltermijnen oprekken. De staatsecretaris houdt een vinger aan de pols en zal in geval van signalen van dergelijke praktijken bedrijven hier op aanspreken. Daarnaast is de staatsecretaris van EZK voornemens om, mede namens de minister voor Rechtsbescherming, de wettelijke betaaltermijn van 60 dagen terug te brengen tot 30 dagen. Uw Kamer wordt hier op korte termijn nader over geïnformeerd.

 

Vraag 6
Heeft u oog voor het feit dat het financieel herstel in de archeologische sector langzamer zal gaan en gelijke tred houdt met de ontwikkelingen in de bouw? Kunt u de archeologische sector meenemen in maatregelen die ter ondersteuning van de bouw worden getroffen? Bent u bereid de periode waarin men financieel steun kan krijgen te verlengen, zodat bedrijfstakken waar het herstel langzamer gaat, voldoende tijd krijgen om weer op krachten te komen?

De inzet van het kabinet is uiteraard om de effecten van de crisis integraal te bezien en bij het nemen van maatregelen verbindingen te leggen tussen sectoren daar waar nodig. Het is nu echter nog te vroeg om te speculeren over de noodzakelijke duur van steunmaatregelen per sector.

 

Vraag 7
Bij de vorige economische crisis zijn de bouw en daarmee de archeologie zwaar getroffen, welke maatregelen neemt u om herhaling te voorkomen? Bent u -samen met andere overheden- bereid direct te starten om projecten naar voren te halen? Zo ja, welke stappen zet u? Zo nee, waarom niet?

Het is een gegeven dat het commerciële deel van de archeologische sector (de archeologische bedrijven) meebeweegt met ontwikkelingen in de bouwsector. De maatregelen die het kabinet nu neemt zijn bedoeld om de eerste effecten van de corona-maatregelen te verzachten. De precieze effecten op middellange en lange termijn zijn uiteraard nog onbekend. Ik zal mij ervoor inspannen om de archeologische projecten en opdrachten die vanuit het rijk worden geïnitieerd zoveel mogelijk doorgang te laten vinden en waar mogelijk vervroegd te laten uitvoeren. Ik roep gemeenten en provincies daar ook toe op.

 

Vraag 8
In de archeologie wordt gewerkt met een actor registratiesysteem, op dit moment kunnen mensen geen punten halen en dat brengt hun inschrijving in het register in gevaar, is het mogelijk dat registraties voor een bepaalde periode stilzwijgend worden verlengd? Zo ja, voor welke periode? Zo nee, waarom niet?

 

Ik ben in overleg met de Stichting Infrastructuur Kwaliteit Bodem (SIKB), het centraal College van Deskundigen in de Archeologie (CCvDA) en de Inspectie voor Overheidsinformatie en Erfgoed (IOeE) over welke coulancemaatregelen nodig zijn om het kwaliteitssysteem in de archeologie te laten blijven functioneren. Als daarvoor door mij uitstel moet worden verleend, dan ben ik bereid daar naar te kijken.

Vraag 9
Deelt u de mening dat het bereiken van een breed publiek een essentieel onderdeel van de archeologie is? Bent u bekend met het feit dat personen en bedrijven werkzaam in deze sector nu een forse terugloop in het aantal opdrachten zien mede doordat scholen en musea gesloten zijn en activiteiten zijn afgelast of uitgesteld? Wat kunt u specifiek voor deze groep doen? Bent u bereid mede-overheden, musea en scholen te stimuleren om uitgaven te (blijven) doen in het kader van de educatie en het publieksbereik van archeologie en erfgoed in de brede zin? Bent u bereid Cultuur en Erfgoed te benoemen als essentiële waarden bij herstel?

 

Ook de komende periode blijf ik inzetten op cultuureducatie. Zo zet ik in de periode 2021-2024 het Programma Cultuureducatie met Kwaliteit voort met extra aandacht én extra middelen voor cultuureducatie. Scholen en culturele instellingen in het hele land werken binnen dit programma samen om kunst, cultuur en erfgoed vast onderdeel van het lesprogramma te maken. Het programma zorgt er voor dat in de samenwerking tussen scholen, cultuursector, gemeenten en provincies voldoende aandacht blijft voor cultuureducatie en is daarmee van belang voor de continuïteit en werkgelegenheid in de cultuursector. Tevens is er via het Fonds voor Cultuurparticipatie een aparte regeling archeologieparticipatie en via het Mondriaanfonds zijn extra middelen beschikbaar voor de presentatie van archeologie aan een breed publiek.

 

Cultuur is in al zijn uitingsvormen een essentiële waarde, niet alleen bij het herstel, maar ook gedurende de lastige periode waar we nu in zitten.

Indiener(s)