Hierbij bied ik u mede namens de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de antwoorden aan op de vraag van het lid Van Raak (SP) over het niet naar behoren beantwoorden van Kamervragen (ingezonden op 30 april 2020 met kenmerk 2020Z07751).
DE MINISTER VAN DEFENSIE
Drs. A.Th.B. Bijleveld-Schouten
2020Z07751
(ingezonden 30 april 2020)
Vraag van het lid Van Raak (SP) aan de minister van Defensie over het niet naar behoren beantwoorden van Kamervragen
1) Wilt u vóór donderdag 7 mei 12:00 uur voor alle door mij op 14 april gestelde vragen per vraag een reactie geven waarom naar uw opvatting hier sprake zou zijn van een actuele en operationele aangelegenheid? 1) 2)
Zoals gezegd in de beantwoording van de eerdere vragen van het lid Van Raak over dit onderwerp (kenmerk 2020Z06643) worden in het openbaar geen uitspraken gedaan over het kennisniveau en de werkwijze van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, ook niet als dit eventuele zaken uit het verleden betreft.
Het beantwoorden van vragen over mogelijke operaties of samenwerkingsverbanden is een bevestiging of ontkenning van het bestaan van deze operaties of samenwerkingsverbanden en kan daarmee inzicht geven in de werkwijze en het kennisniveau van de diensten. In voorkomende gevallen kan uw Kamer daar via de daartoe geëigende kanalen over worden geïnformeerd.