Antwoord op vragen van de leden Belhaj en Diertens over de gevolgen van het coronavirus voor de culturele sector

De Kamerleden Belhaj en Diertens (beiden D66) hebben vragen gesteld over de gevolgen van het coronavirus voor de culturele sector. Bijgaand vindt u het antwoord op deze vragen.

De vragen werden mij toegezonden met kenmerk 2020Z05143.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mede namens de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Ingrid van Engelshoven

2020Z05143

(ingezonden 16 maart 2020)

Vragen van de leden Belhaj en Diertens (beiden D66) aan de ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de gevolgen van het coronavirus voor de culturele sector

Vraag 1

Welke maatregelen en scenario’s zijn er beschikbaar om de gevolgen van de coronacrisis voor de culturele sector op te vangen? 1) Kunt u schetsen wat deze maatregelen en scenario’s precies inhouden, op basis waarvan wordt besloten of ze worden ingezet en in hoeverre ze al in werking zijn getreden?

Antwoord

De maatregelen en scenario’s voor de cultuursector voor de korte termijn zijn als volgt. U heeft inmiddels de brief van het kabinet ontvangen met maatregelen om de economische effecten op te vangen voor ondernemingen en werkenden van Nederland[1]. Van deze generieke maatregelen kan de culturele en creatieve sector gebruik maken, ook de zelfstandigen. Samen met hen wordt inzichtelijk gemaakt hoe deze maatregelen uitwerken in die sectoren. In de kabinetsbrief is aangegeven hoe en wanneer deze maatregelen in werking zullen treden.

Daarnaast wordt er ruimte gemaakt voor liquiditeit bij gesubsidieerde instellingen en makers door een aantal zogeheten coulancemaatregelen te nemen. Zo is met het Rijksvastgoedbedrijf overeengekomen om de musea die hun panden huren van het Rijksvastgoedbedrijf desgewenst een huuropschorting van drie maanden te geven. Met de coulance maatregelen is beoogd de door het rijk gesubsidieerde instellingen en makers financiële ruimte te geven om zich te richten op de zaken die nu belangrijk zijn voor de voortzetting van hun praktijk. Dit geldt niet alleen voor instellingen gesubsidieerd in de basisinfrastructuur maar ook voor instellingen en makers ondersteund door de zes rijkscultuurfondsen. Gemeenten, provincies en private fondsen hebben toegezegd ook coulant om te gaan met de subsidiëring en ondersteuning van instellingen, makers en projecten in de culturele en creatieve sector.

Met dit noodpakket aan maatregelen doen we het maximale om banen te behouden en gevolgen voor de economie te beperken. De maatregelen die we nu nemen zijn fors en nadrukkelijk voor de komende weken en maanden. Het kabinet is volledig doordrongen van de moeilijke periode waar we nu in zitten. Afhankelijk van de ontwikkelingen, zal het kabinet noodzakelijke en passende vervolgmaatregelen treffen indien de situatie daartoe noopt. Uiteraard zal daarbij zeker ook aandacht zijn voor de culturele sector.

Vraag 2

Deelt u de mening dat de culturele sector extra kwetsbaar is voor de economische gevolgen van het coronavirus, gelet op het hoge aantal zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) en freelancers dat werkzaam is in de sector? Welke mogelijkheden ziet u zelf om de sector op dit punt te ondersteunen en dan met name de kunstenaars die plots zonder inkomen zitten?

Antwoord

Wij zijn ons zeer bewust van de kwetsbaarheid van zzp’ers in het algemeen en in de culturele en creatieve sector in het bijzonder. Voor de rest verwijzen wij naar ons antwoord op vraag 1.

Vraag 3.

Hoe verlopen de gesprekken die u met de sector voert over het opvangen van de gevolgen van het coronavirus?

Antwoord

De gesprekken met de sector onder aanvoering van de taskforce die is ingesteld door Kunsten ’92 zijn constructief, en zijn maandag 16 maart jl. gestart. Ook de komende tijd zal er veelvuldig overleg plaatsvinden in dit verband, waarbij ook de zes rijkscultuurfondsen, private fondsen, gemeenten en provincies worden betrokken.

Vraag 4

Wat vindt u van de mogelijkheid om het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz), (tijdelijk) te verruimen voor zzp'ers in de cultuursector, zoals geopperd door de Kunstenbond? 2) In hoeverre is dit een mogelijkheid die u onderzoekt om de culturele sector tijdelijk tegemoet te komen? Welke andere mogelijkheden ziet u nog?

Antwoord

Het kabinet zet voor zelfstandigen een nieuwe regeling op, die een uitkering verstrekt ter hoogte van de bedragen uit de Participatiewet (max. ongeveer 1500 euro) zonder de toets op vermogen en partnerinkomen die gebruikelijk zijn in de BBZ. Tevens kent deze regeling geen toets op levensvatbaarheid. Binnen deze regeling hebben zelfstandigen ook toegang tot bedrijfskrediet. Hiervan kunnen ook zelfstandigen in de cultuursector gebruik maken.

Voor wat betreft de andere mogelijkheden verwijzen wij u naar ons antwoord op vraag 1.

Vraag 5

Wanneer verwacht u meer duidelijkheid te hebben over het steunpakket om de culturele sector tegemoet te komen, zoals het kabinet gevraagd is in de aangenomen motie-Jetten c.s.? 3) In hoeverre is de sector zelf ook een gesprekspartner bij de uitwerking van dit steunpakket?

Antwoord

Zie voor het antwoord de antwoorden op vraag 1 en op vraag 3.

Vraag 6

Op welke wijze en door wie kunnen freelancers in de sector zich het beste laten informeren over de consequenties van alle annuleringen en de gevolgen daarvan voor hun persoonlijke situatie?

Antwoord

De informatie en maatregelen zoals kabinetsbreed worden getroffen worden gecommuniceerd via Rijksoverheid.nl en de betreffende uitvoeringsorganisaties die de uitvoering van de maatregelen ter hand nemen. Daarnaast wordt de sector afzonderlijk geïnformeerd, zodat Kunsten ’92, de Kunstenbond, de brancheorganisaties en Platform ACCT ook een rol kunnen vervullen richting hun leden of aangeslotenen.

1) Nrc, 13 maart 2020, 'Kamer: steunpakket nodig voor culturele sector',

https://www.nrc.nl/nieuws/2020/03/13/kamer-steunpakket-nodig-voor-culturele-sector-a3993692

2) Meldpunt op www.Kunstenbond.nl , 12 maart 2020,

https://kunstenbond.typeform.com/to/YdKUkm?fbclid=IwAR2tLbcAnpfwu-h4XEfP_ikFABd-NdhlbA8pMWjceIawRuZd5tIzOuEkM4

3) Kamerstuk 25 295, nr. 133

[1]Brief van 17 maart noodpakket banen en economie