Antwoord op vragen van de leden Markuszower en Wilders over het weigeren van de rechtbank Zeeland-West-Brabant locatie Breda om gedenkplaten te plaatsen

Vragen van de leden Markuszower en Wilders (beiden PVV) aan de ministers van Justitie en Veiligheid en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het weigeren van de rechtbank Zeeland-West-Brabant (locatie Breda) om gedenkplaten te plaatsen (ingezonden 20 december 2019, nr. 2019Z26066)
 

Vraag 1 

Is u bekend dat in de gerechtsgebouwen Amsterdam en Den Haag gedenkplaten zijn geplaatst ter herinnering van de Nederlandse Joodse rechters die zijn vermoord tijdens de Tweede Wereldoorlog?  

Antwoord 1

Aan de muur van het Amsterdamse Paleis van Justitie zijn twee gedenkplaten aangebracht ter nagedachtenis aan de 9 raadsheren, rechters en griffiers en aan de meer dan 70 advocaten die slachtoffer zijn geworden van de bezetting tijdens de Tweede Wereldoorlog. Deze gedenkplaten zijn onthuld in 1948 en mee verhuisd naar het nieuwe Amsterdamse Paleis van Justitie. In Den Haag is geen gedenkteken voor omgekomen rechters, wel voor de 23 omgekomen Haagse advocaten, het merendeel Joods.

 

Vraag 2

Bent u bekend met het feit dat de rechtbank Zeeland-West-Brabant (locatie Breda) dit weigert? 

Antwoord 2

De Raad voor de rechtspraak heeft mij laten weten dat er bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant geen herdenkingsmonument komt.

 

Vraag 3

Waarom weigert de rechtbank Zeeland-West-Brabant dit te doen? Deelt u de mening dat hier geen enkele valide reden denkbaar voor is? Zo nee, waarom niet?

 

Vraag 4

Wat vindt u van deze weigering? Bent u ertoe bereid met deze rechtbank in gesprek te gaan en ervoor te zorgen dat ook daar gedenkplaatjes worden geplaatst als eerbetoon aan de slachtoffers? Zo nee, waarom niet?

 

Antwoord 4

De Rechtspraak heeft de bevoegdheid om zelfstandig te beslissen over het al dan niet plaatsen van een gedenkteken als eerbetoon aan (Joodse) Rechtspraakmedewerkers die slachtoffer zijn geworden van de bezetting tijdens de Tweede Wereldoorlog. Gelet hierop ben ik niet voornemens hierover met de rechtbank Zeeland-West-Brabant in gesprek te gaan.

 

Wel kan ik u het volgende melden.

 

Er bestaat Rechtspraak breed geen landelijk uniform beleid hierover. De rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft onvoldoende bijzondere aanleiding gezien om mee te gaan in het verzoek tot het plaatsen van een gedenkmonument in of bij de rechtbank, zo heeft de Raad voor de rechtspraak mij laten weten.

Het is de rechtbank na archiefonderzoek niet gebleken dat er Joodse medewerkers, waaronder rechters, van de rechtbank slachtoffer zijn geworden van de bezetting tijdens de Tweede Wereldoorlog. De rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft dit recent per brief aan de verzoeker tot het plaatsen van een gedenkteken aldaar laten weten. Daarbij heeft de rechtbank ook laten weten zich wel van harte aan te sluiten bij het initiatief van de Raad voor de rechtspraak om landelijk (anderszins) op een voor iedereen kenbare wijze aandacht te besteden aan 75 jaar vrijheid en de rol van en gevolgen voor (Joodse) rechters en rechtspraakmedewerkers ten tijde van de Tweede Wereldoorlog.

Indiener(s)