Antwoord op vragen van het lid Lodders over het programma ‘Certificeren op afstand’

AH 1979

2020Z00707

 

Antwoord van minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 9 maart 2020)

 

1

Bent u bekend met het programma ‘certificeren op afstand’ en de eerdere schriftelijke vragen hierover van het lid Lodders?[1]

 

Antwoord

Ja.

 

2

In welke sectoren en voor welke (dier)categorieën wordt er gebruikgemaakt van ‘certificeren op afstand’?

 

Antwoord

Voor de veterinaire exportcertificering wordt gebruik gemaakt van ‘certificeren op afstand’ voor eendagskuikens en broedeieren (intra-EU-verkeer), biologische bestuivers (intra-EU-verkeer), vers paardensperma (intra-EU-verkeer, in pilotfase), biologische bestrijders (derde landen), honden (Brazilië), diervoeders, mest, honing, ei en eiproducten en zuivel (voor humane en voor dierlijke consumptie).

 

3

Klopt het dat er recentelijk nieuwe eisen zijn gesteld aan de verschillende sectoren over het ‘certificeren op afstand’ voor 2020? Zo ja, welke eisen, waarom en zijn deze nieuwe eisen met de sector overlegd? Zo nee, hoe verklaart u de ongeruste berichtgeving uit de sectoren?

 

Antwoord

Er zijn geen nieuwe eisen gesteld over ‘certificeren op afstand’. De laatste twee dekseizoenen (2018 en 2019) heeft wel er een pilot plaatsgevonden voor de certificering op afstand van vers paardensperma voor intraverkeer. De pilot had tot doel te onderzoeken of certificering op afstand voor deze exporten mogelijk was, waarbij de tijd tussen aanvraag en certificering sterk kon worden verkort en de beoogde veterinaire garanties toch konden worden geborgd. De Bond voor hengstenhouders had hier in verband met de logistiek van zendingen vers sperma zelf op aangedrongen bij de NVWA. Enkele hengstenhouders hebben, ondanks de verbeteringen die de pilot heeft laten zien, zorgen geuit over het uiterste tijdstip van aanvragen, over het systeem waarmee exporteurs gegevens aan kunnen leveren en de kosten. Naar aanleiding van de bezwaren is tussen NVWA en sectorpartijen afgesproken nader overleg te voeren over de voorwaarden.

 

4

Klopt het dat door de nieuwe eisen ‘certificeren op afstand’ de exportaanvraag van bijvoorbeeld vers paardensperma voor 9.00 uur ’s ochtends moet worden ingediend bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA)? Zo nee, kunt u dat toelichten waarom dat niet klopt? Zo ja, waarom is er gekozen voor deze aanlevertijd en is hierbij ook rekening gehouden met het uur tijdsverschil van grote afnemers in landen als Engeland, Ierland en Portugal?

 

Antwoord

Indien gebruikgemaakt wordt van een keuring op locatie dient de aanvraag uiterlijk op de voorafgaande dag om 8.00 uur aangemeld te worden bij de NVWA. Het indienen van de exportaanvraag uiterlijk om 9.00 uur dezelfde dag bij certificeren op afstand betekent een aanmerkelijke verbetering voor de sector. Dit tijdstip is door de NVWA in nauwe samenspraak met de Bond voor hengstenhouders tot stand gekomen.

 

5

Waarom is exporteren van bijvoorbeeld vers paardensperma in het weekend niet mogelijk en deelt u de mening dat dit, met bijvoorbeeld achteraf certificeren, wel mogelijk zou moeten zijn? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kunt u dit toelichten?

 

Antwoord

Het achteraf certificeren is wettelijk niet toegestaan. Exporten die een keuring op locatie vereisen zijn mogelijk op zaterdag, mits er – conform het planningskader van de NVWA – twee weken van tevoren een keuring wordt aangevraagd.

 

6

Op welke manier worden diepgevroren producten gecertificeerd en waarom juist op deze manier, gelet op het feit dat het in een onvoorspelbare markt kan voorkomen dat ondernemers dierproducten invriezen voordat deze worden geëxporteerd naar het buitenland om zo het product vers te houden?

 

Antwoord

Diepgevroren paardensperma wordt op dit moment op locatie gecertificeerd. De besluitvorming over het certificeren van producten op locatie of op afstand is niet afhankelijk van het soort product.

 

7

Waarom mag de NVWA zelfstandig de kostprijs voor een ‘certificaat op afstand’ verhogen?

 

Antwoord

De NVWA heeft hierin geen zelfstandige bevoegdheid. De tarieven van de NVWA worden middels een ministeriële regeling jaarlijks door mij vastgesteld en volgens de normale procedures gepubliceerd in de Staatscourant.

 

8

Op welke manier houdt de NVWA bij het bepalen van de kostprijs voor een exportcertificaat rekening met de kostprijs in omliggende landen?

 

Antwoord

Bij het bepalen van de NVWA tarieven speelt de kostprijs van omringende landen geen rol.

 

9

Hoe verklaart u het verschil in kostprijs van een exportcertificaat tussen Nederland (58,18 euro in 2020) en Duitsland (rond de 25 euro)?

 

Antwoord

De hoogte van tarieven worden beïnvloed door systeemverschillen tussen de landen en zijn daardoor slechts tot op zekere hoogte vergelijkbaar. Door het federale stelsel in Duitsland ligt de verantwoordelijkheid voor de officiële controles op het niveau van de deelstaten. De tarieven zijn daardoor per deelstaat verschillend. Ik verwijs uw Kamer hiervoor ook naar de brief aan uw Kamer van

 5 september 2016 (Kamerstuk 33 835, nr. 46) over de retributietarieven van de NVWA. In mijn brief van 11 februari jl. over de voortgang van het 2Solve onderzoek heb ik aangegeven dat ik KPMG heb gevraagd om, in aanvulling op het ADR onderzoek van afgelopen jaar, een onderzoek te doen naar de kostentoerekening tussen overheid en bedrijfsleven van de NVWA en de hoogte van het kostenniveau van de NVWA ten opzichte van vergelijkbare organisaties. Naar verwachting wordt dit onderzoek in maart aan uw Kamer toegestuurd.

 

10

Herinnert u zich dat uw voorganger in antwoord op eerdere Kamervragen van het lid Lodders schreef dat de hoge kosten voor export en import omtrent ‘certificeren op afstand’ een aandachtspunt zijn en wat is er sinds die tijd gebeurd om de kosten in de hand te houden?[2]

 

Antwoord

In 2014 is een niet-kostendekkend tarief vastgesteld van € 60,- per certificaat. Voor 2020 geldt een tarief van € 58,18. Ondanks loon- en prijsstijgingen is het tarief gedaald. Een besluit tot het bieden van de mogelijkheid tot het certificeren op afstand wordt steeds in samenspraak met het bedrijfsleven genomen.

 

11

Kunt u verklaren waarom de kosten voor ‘certificeren op afstand’ sindsdien alleen nog maar zijn gestegen?

 

Antwoord

Zie mijn antwoord op vraag 10.

 

12

Welke oplossingen zijn besproken en waarom heeft de sector nog geen resultaat op dit onderdeel gezien, gezien het feit dat in antwoorden op eerdere Kamervragen van het lid Lodders is aangegeven dat de NVWA naar oplossingen kijkt zodat de kosten van ‘certificering op afstand’ nooit hoger uitvallen dan een controle op locatie, en kunt u de resultaten en conclusies met de Kamer delen (graag specifiek ook voor situaties met meer dan drie certificaataanvragen per locatie per keer)?[3]

 

Antwoord

Certificering op afstand is goedkoper dan certificering op locatie. Bij meerdere certificaataanvragen tegelijkertijd kan certificering op locatie goedkoper zijn. Het omslagpunt is ten opzichte van 2014 iets verschoven, omdat certificering op afstand goedkoper is geworden en certificering op locatie duurder is geworden. Het kan echter nog steeds voorkomen dat bij incidentele bedrijven en bij afgifte van meerdere certificaten tegelijkertijd certificering op afstand duurder is. Hiervoor is vooralsnog geen oplossing gevonden.

 

13

Kunt u garanderen dat ‘certificeren op afstand’ en controle op locatie beide mogelijk blijven? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe?

 

Antwoord

De NVWA kent beide werkwijzen. Om efficiency te bewerkstelligen en de druk op de inzet van dierenartsen op locatie te verlichten, onderzoekt de NVWA continu of werkzaamheden anders georganiseerd kunnen worden. Het bedrijfsleven is hierbij gebaat, omdat certificering op afstand goedkoper is dan certificering op locatie. Voor het komende seizoen houd ik beide werkwijzen in stand voor de export van vers paardensperma, zodat bepaald kan worden welke gevolgen de inwerkingtreding van de nieuwe diergezondheidsverordening in 2021 heeft voor de certificering van vers paardensperma.

 

14

Kunt u de vragen één voor één beantwoorden?

 

Antwoord

Ja.

 

 

[1] Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2016-2017, nr. 938.

[2] Aanhangsel HandelingenI, vergaderjaar 2016-2017, nr. 938, p. 2.

[3] Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2016-2017, nr. 938, p. 2.

Indiener(s)