Antwoord op vragen van het lid Krol over leeftijdsdiscriminatie bij WA- en VC-autoverzekeringen

Geachte voorzitter,

 

Hierbij zend ik u, mede namens de minister van Justitie en Veiligheid, de beantwoording van de op 16 januari 2020 ingezonden vragen van het lid Krol (50PLUS), kenmerk 2020Z0035, over leeftijdsdiscriminatie bij WA- en VC-autoverzekeringen.

 

Hoogachtend,

 

de minister van Financiën,

 

 

 

 

W.B. Hoekstra

 

 

2020Z00535

(ingezonden 16 januari 2020)

Vragen van het lid Krol aan de Ministers van Financiën en Justitie en Veiligheid over leeftijdsdiscriminatie bij WA- en VC-autoverzekeringen

 

 

Vraag 1

Bent u bekend met de uitzending van het tv-programma Kassa (11 januari 2020) en het onderzoek van Moneyview naar verzekeringspremies voor oudere automobilisten?

 

Antwoord vraag 1

Ik heb kennisgenomen van de uitzending en het onderzoek naar verzekeringspremies voor oudere automobilisten.

 

Vraag 2

Bent u bekend met de onderzoeksresultaten, waaruit blijkt dat automobilisten van 70 jaar en ouder gemiddeld 22-38% minder schade maken dan iemand van 35 jaar, maar wel fiks meer premie betalen?[1] Klopt het dat oudere automobilisten per kilometer wellicht meer schade maken, maar omdat zij veel minder kilometers rijden, veel minder betrokken zijn bij ongelukken en veel minder schade veroorzaken? Wat vindt u van de grote verschillen in premies?

 

Antwoord vraag 2

Ik ben bekend met deze onderzoeksresultaten. Het is moeilijk om in algemene zin een oordeel te geven over de verschillen in premies. Verzekeraars hanteren eigen schadestatistieken en risicomodellen om hun premies op te baseren. Uit het overzicht van de Consumentenbond van toeslagen en leeftijdsgrenzen bij verschillende verzekeraars komt naar voren dat elke verzekeraar andere afwegingen maakt die niet in alle gevallen in het nadeel van ouderen zijn. Voor autoverzekeringen geldt dat deze direct opzegbaar zijn. Daardoor kan een verzekerde op ieder moment besluiten zijn verzekering bij een andere partij af te sluiten. In zijn algemeenheid is het aan te bevelen regelmatig te bekijken of afgesloten verzekeringen nog passend zijn of dat een andere aanbieder een beter passende aanbieding heeft.

Vraag 3

Deelt u de mening dat automobilisten van 70 jaar en ouder juist korting zouden moeten krijgen op hun autoverzekering omdat zij veel minder schade maken?

 

Antwoord vraag 3

Het is niet aan de overheid om voor verzekeringen te bepalen of en welke doelgroepen een bepaalde korting op de premie zouden moeten krijgen. Uiteraard ligt het wel in de rede dat bij schadeverzekeringen de premies in verhouding staan tot de kans dat schade ontstaat en de hoogte daarvan. Het is ook mogelijk dat verzekeraars daarbij onderscheid maken in doelgroepen.

Vraag 4

Bent u bekend met het overzicht op de website van de Consumentenbond met verzekeraars die leeftijdsgrenzen hanteren voor het afsluiten van een nieuwe autoverzekering?[2] Deelt u de mening dat dit een vorm van leeftijdsdiscriminatie is, omdat er ongerechtvaardigd onderscheid wordt gemaakt, omdat senioren immers minder schade veroorzaken?

 

Vraag 5

Kan een slachtoffer van deze vorm van leeftijdsdiscriminatie een civiele procedure starten op grond van ongerechtvaardigde discriminatie of kunnen zij naar het College voor de Rechten van de Mens stappen om een klacht in te dienen? Zo nee, waarom niet?

 

Vraag 6

Deelt u de mening dat het hebben van een geldig rijbewijs voldoende moet zijn om een nieuwe autoverzekering af te sluiten en dat leeftijd geen uitsluitingsgrond mag zijn?

 

Antwoord vragen 4 t/m 6

Discriminatie is op grond van artikel 1 van de Grondwet verboden. Onderscheid op basis van leeftijd levert direct onderscheid op. Voor onderscheid op grond van leeftijd kan sprake zijn van een objectieve rechtvaardigingsgrond. Voor het kunnen aannemen van een objectieve rechtvaardigingsgrond is vereist dat het onderscheid een legitiem doel dient, de middelen voor het bereiken van dat doel passend en ook noodzakelijk (proportioneel) zijn en het doel niet op andere wijze kan worden bereikt (subsidiariteit). Het is niet aan mij om te beoordelen of er bij autoverzekeringen sprake is van ongerechtvaardigd onderscheid. Indien een consument een klacht heeft over een verzekering of verzekeraar, kan hij een klacht via de interne klachtenprocedure van de verzekeraar indienen. Ook kan de consument een klacht voorleggen aan de civiele rechter of het Klachtinstituut Financiële Dienstverlening (Kifid). Het College voor de rechten van de mens is niet bevoegd om over dit vraagstuk te oordelen omdat het buiten de reikwijdte van artikel 10, tweede lid, van de Wet op het College voor de rechten van de mens valt.

 

Vraag 7

Deelt u de mening dat het uitsluiten van ouderen van een autoverzekering, waardoor autorijden feitelijk onmogelijk wordt gemaakt, een ernstige zaak is die kan leiden tot eenzaamheid met alle (gezondheids)gevolgen van dien? Deelt u de mening dat deze vorm van leeftijdsdiscriminatie ernstige consequenties heeft voor het slachtoffer? Deelt u de mening dat deze vorm van discriminatie niet alleen het slachtoffer treft, maar ook de samenleving als geheel?

 

Antwoord op vraag 7

Ik zou het inderdaad ernstig vinden als ouderen geen toegang meer hebben tot autoverzekeringen. Mobiliteit is een belangrijke factor bij tegengaan van sociaal isolement en eenzaamheid. Het is een gegeven dat bij een groot deel van de bevolking ouder worden samengaat met afname van de mobiliteit, in bredere zin dan enkel het niet meer kunnen autorijden. Het is een van de facetten die aan de orde komt in het beleidsprogramma Een tegen Eenzaamheid van mijn collega van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Ook heeft het aspect mobiliteit aandacht van beleidsmakers van gemeenten die sociaal isolement van hun inwoners willen bestrijden, bijvoorbeeld binnen de zgn. Lokale Coalities tegen Eenzaamheid. Ook spannen zij zich in voor de toegang van ouderen tot het openbaar vervoer. Het is niet mijn inschatting dat de beperktere toegang tot autoverzekeringen in deze context een factor van wezenlijk belang is.

 

Vraag 8

Welke maatregelen gaat u nemen om deze vorm van leeftijdsdiscriminatie uit te bannen, indachtig het feit dat de Consumentenbond en andere maatschappelijke organisaties al jaren aandringen op afschaffing van deze oneerlijke grenzen en toeslagen?

 

Antwoord op vraag 8

Onder bepaalde voorwaarden is het maken van onderscheid toegestaan. Het is zoals aangegeven niet aan het kabinet om te treden in de beoordeling van overeenkomsten tussen verzekernemers en verzekeraars en de vraag of sprake is van leeftijdsdiscriminatie.

 

 

 

 

[1] Een automobilist van 70 jaar maakt 38% minder schade dan een automobilist van 35 jaar, maar betaalt voor zijn WA-verzekering 14% meer en voor zijn VC (Volledig Casco)-verzekering 10% meer premie.

Een automobilist van 75 jaar maakt 35% minder schade en betaalt respectievelijk 28% en 19% meer premie dan 35-jarigen.

Voor 80 jarigen loopt de premie wel heel erg hoog op. Zij maken nog steeds minder schade dan een 35-jarige (22%), maar betalen respectievelijk zelfs 55% en 39% meer premie.

[2] Https://www.consumentenbond.nl/autoverzekerlng/senioren

Indiener(s)