Geachte voorzitter,
Het lid von Martels (CDA) heeft schriftelijke vragen gesteld over recente ontwikkelingen met betrekking tot het gebruik van rubbergranulaat bij kunstgrasvelden. Deze vragen werden ingezonden op 10 januari 2020,
met kenmerk 2020Z00170. Hierbij bied ik u, mede namens de Minister voor Medische Zorg, de beantwoording van deze vragen aan.
Hoogachtend,
DE MINISTER VOOR MILIEU EN WONEN,
Antwoorden Kamervragen van het lid von Martels (CDA) aan de ministers van Infrastructuur en Waterstaat en voor Medische Zorg over recente ontwikkelingen met betrekking tot het gebruik van rubbergranulaat bij kunstgrasvelden (ingezonden 10 januari 2020, kenmerk 2020Z00170).
Ja.
Ik neem kennis van de uitspraak. Het is aan de rechter om aan wetgeving te toetsen.
De zorgplicht is beschreven in artikel 13 van de Wet Bodembescherming. Het gaat daarbij in wezen om een dubbele zorgplicht, gericht tot een ieder: in de eerste plaats de verplichting om de verontreiniging te voorkomen; in de tweede plaats moet – als de verontreiniging zich toch voordoet – de bodem worden gesaneerd om de directe gevolgen van de verontreiniging te beperken dan wel zoveel mogelijk ongedaan te maken. De eigenaar, opdrachtgever of beheerder van een kunstgrasveld is verantwoordelijk voor het naleven van de zorgplicht tijdens de aanleg, het onderhoud en de renovatie van het kunstgrasveld met rubbergranulaat korrels. Het is aan het bevoegd gezag om te beoordelen of sprake is van een juiste invulling van de zorgplicht. De Vereniging Sport en Gemeenten heeft naar aanleiding van de uitspraak van de rechtbank Rotterdam de wethouders sport van de gemeenten op 24 december jl. per brief geïnformeerd[1] en gewezen op beschikbare informatie over de invulling van de zorgplicht voor kunstgrasveld met rubbergranulaat korrels. In 2014 is een richtlijn van de brancheorganisaties VACO/RecyBEM opgesteld. In november jl. heeft de Branchevereniging Sport en Cultuurtechniek het “document zorgplicht, milieu kunstgrasvelden” gepresenteerd. In beide documenten zijn uitvoerig de maatregelen beschreven om verspreiding van rubbergranulaat korrels te voorkomen, zoals het plaatsen van kantplanken langs het veld, gebruik maken van uitloopmatten, regelmatig vegen rondom het kunstgrasveld. De beschreven maatregelen bieden de basis voor een verantwoord beheer van het sportveld.
Het is mij bekend dat op veel kunstgrasvelden op sportverenigingen gebruik wordt gemaakt van rubbergranulaat. Het gebruik van rubbergranulaat korrels hoeft niet problematisch te zijn, mits de verspreiding van dit materiaal naar de bodem en het oppervlaktewater zoveel als mogelijk wordt voorkomen. Hiervoor verwijs ik tevens naar mijn brief aan uw Kamer op 19 februari 2019[2] inzake het gebruik van rubbergranulaat. In antwoord op vraag 3 is beschreven welke concrete informatie voorhanden is over de maatregelen die de beheerders van de kunstgrasvelden kunnen nemen om verspreiding van rubbergranulaat te voorkomen.
Zoals aangegeven in antwoord op vraag 3 is er concrete informatie voorhanden welke maatregelen de beheerders van kunstgrasvelden kunnen nemen om aan de zorgplicht te voldoen. Het is daarbij aan de leverancier en de beheerder om te zorgen dat het toegepaste materiaal voldoende veilig is voor gebruikers en het milieu, ook als het gaat om kurk. Dat laat onverlet dat vanuit de zorgplicht verspreiding moet worden voorkomen, ongeacht het soort materiaal.
Ja.
1) Volkskrant, 27 december 2019 (https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/sportveldbeheerder-veroordeeld-voor-verspreide-kunstgraskorrels~b0307c59/?referer=https%3A%2F%2Fwww.google.com%2F)
2) ECLI:NL:RBROT:2019:10406
3) NRC, 20 december 2019 (https://www.nrc.nl/nieuws/2019/12/20/rubberkorrels-nog-steeds-op-meeste-kunstgrasvelden-a3984604)
[1] https://sportengemeenten.nl/wp-content/uploads/2019/12/Brief-VSG-Zorgplicht-bij-het-gebruik-van-kunstgrasvelden-verontreiniging-door-rubberkorrels.pdf
[2] Tweede Kamer, vergaderjaar 2018–2019, 30 234, nr. 209