Geachte voorzitter,
Hierbij zend ik u , mede namens de minister van Justitie en Veiligheid, de antwoorden op de vragen van de Kamerleden Regterschot (VVD) en Yesilgöz-Zegerius (VVD) over de artikelen ‘Doe iets, anders is het wachten op de volgende dode’ en ‘We laten verwarde personen te lang vrijlopen’ (2019Z22107).
Hoogachtend,
de staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
Paul Blokhuis
Antwoorden op Kamervragen van de Kamerleden Regterschot (VVD) en Yesilgöz-Zegerius (VVD) over de artikelen ‘Doe iets, anders is het wachten op de volgende dode’ en ‘We laten verwarde personen te lang vrijlopen’ (2019Z22107).
1
Heeft u kennisgenomen van de nieuwsartikelen ‘Doe iets, anders is het
wachten op de volgende dode’ 1) en 'Kabinet doet te weinig om overlast door
verwarde personen te voorkomen'? 2)
Antwoord op vraag 1
Ja
2
Welke lessen zijn getrokken uit de verschrikkelijke incidenten die in deze
artikelen worden beschreven?
3
In 2018 is de eindrapportage ‘Op weg naar een persoonsgerichte aanpak’
gepresenteerd, kunt u aangeven welke acties u sindsdien heeft ondernomen?
Antwoord op vraag 2 en 3
In de artikelen worden verschillende incidenten aangehaald. Ieder incident
is treurig, in de eerste plaats voor slachtoffers en betrokkenen, en vormt
voor ons aanleiding om scherp te kijken naar de huidige praktijk.
Allereerst is het goed om op te merken dat de groep personen met verward
gedrag een brede doelgroep is met diverse problematiek. In deze groep
zitten onder andere mensen met dementie, mensen met psychosociale problemen
of een verstandelijke beperking en mensen met ernstige psychiatrische
aandoeningen. Het is ook belangrijk om te benadrukken dat het grootste deel
van de groep personen met verward gedrag niet gevaarlijk is voor zichzelf
of voor anderen en geen overlast veroorzaakt.
Op 10 december jl. is de brief ‘stand van zaken persoonsgerichte aanpak voor kwetsbare personen’ naar de Kamer gestuurd. [1] In deze brief beschrijven we de stand van zaken rond de aanpak voor kwetsbare personen, waar de groep personen met een hoog veiligheidsrisico onderdeel van uit maakt. In de brief wordt geschetst waar we de komende tijd op gaan inzetten. Zo is met de invoering van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), die per 1 januari 2020 in werking is getreden, een belangrijke stap gezet in de informatiedeling. Overal in het land is invulling gegeven aan de beoordelingsfunctie, zodat mensen sneller kunnen worden doorgeleid naar de juiste vormen van hulp en begeleiding. Ook krijgen familie en naasten onder de nieuwe wet meer mogelijkheden tot inspraak. Daarnaast is de samenwerking tussen partners in de zorg- en veiligheidsketen verbeterd doordat ggz-aanbieders aansluiten bij het overleg dat gevoerd wordt binnen de Zorg- en Veiligheidshuizen. De afgelopen periode is tevens hard gewerkt om ervoor te zorgen dat in ieder Zorg- en Veiligheidshuis het thema personen met verward gedrag en een hoog veiligheidsrisico is belegd. Het in beeld krijgen en houden van deze groep is daarbij een prioriteit. In 2020 zetten we alles op alles zodat de persoonsgerichte aanpak voor de groep personen met een hoog veiligheidsrisico volledig landelijk is geïmplementeerd.
Kortom, we doen ons best om herhaling van dergelijke incidenten te voorkomen. Hierbij analyseren we wat er gebeurd is en treffen we waar nodig maatregelen. Desondanks kunnen we nooit uitsluiten dat er zich in de toekomst weer een incident zal voordoen.
4
In hoeverre hebben gemeentes en regio’s deze aanpak verder geïmplementeerd
en geborgd?
Antwoord op vraag 4
Gemeenten en regio’s zijn aan de slag gedaan met de implementatie en
borging van de aanpak. Onlangs is de rapportage ‘Stand van het land’ aan uw
Kamer toegestuurd.[2] Deze
rapportage beschrijft de stand van zaken wat betreft de persoonsgerichte
aanpak voor kwetsbare personen op basis van de negen bouwstenen van het
Aanjaagteam op regionaal en gemeentelijk niveau. De rapportage laat zien
dat op alle 9 bouwstenen[3]
voor de aanpak van verward gedrag veel gebeurt in de regio’s. Dat is goed
om vast te stellen, maar tegelijkertijd blijkt uit de rapportage dat er
behoefte is aan ondersteuning bij het (blijven) leggen van de verbinding
tussen de verschillende (beleids)trajecten. Die ondersteuning wordt nu
geboden door het Verbindend Landelijk Ondersteuningsteam (VLOT) en door de
door VLOT aangestelde regioadviseurs.
5
Welke acties zijn er tot nu toe ondernomen om de gegevensuitwisseling te
verbeteren zoals het schakelteam ‘Personen met verward gedrag’ heeft
aanbevolen? Zo ja, wat is het resultaat van deze acties en welke acties
kunnen wij nog verwachten?
Antwoord vraag 5
Zoals geantwoord bij vraag 2 en 3 hebben we aangegeven dat met de Wvggz
extra mogelijkheden worden gecreëerd voor informatiedeling. In aanvulling
hierop wijzen we op het handvat gegevensdeling en privacy in het zorg- en
veiligheidsdomein. Dit handvat wordt geactualiseerd aan de hand van nieuwe
ontwikkelingen, zoals de nieuwe Europese privacywet, de Algemene
Verordening Gegevensbescherming (AVG) en de gewijzigde wetgeving naar
aanleiding van de invoering van de Europese Richtlijn Gegevensbescherming
Opsporing en Vervolging. Thans wordt een addendum voorbereid in verband met
de komst van onder andere de Wvggz en de Wet Zorg en Dwang.
De afgelopen periode zijn ook de trainingen gecontinueerd en verder uitgebreid. Voor de Zorg- en Veiligheidshuizen is er de training gegevensdeling voor procesregisseurs, beleidsmedewerkers en juristen verzorgd. Volgend jaar wordt aanvullend een train-de-trainer programma gegevensdeling en privacy voor de Zorg- en Veiligheidshuizen gestart. In aanvulling hierop wordt gestart met een Leergang voor procesregisseurs Zorg- en Veiligheidshuizen om het vak van procesregisseur verder te professionaliseren.
Voor het eerste kwartaal 2020 staat de introductie van een app gepland voor professionals om te helpen bij het beantwoorden van de vraag of er informatie mag worden gedeeld. Met het Zorg- en Veiligheidshuis Rotterdam wordt een Privacy Impact Assessment uitgevoerd op het Advies- en Triage Punt om juridisch onderbouwd een goed toestandsbeeld te kunnen krijgen van een casus/situatie. Tenslotte is het interdepartementale (wets)traject Uitwisseling persoonsgegevens en privacy (UPP) gestart. [4] Dit traject werkt aan verduidelijking van het juridisch kader in situaties waarin de gemeente, samen met mogelijk betrokken partijen, nog moet verkennen of sprake is van meervoudige problematiek en of (domeinoverstijgende) samenwerking noodzakelijk is.
6
Kunt u een actuele stand van zaken geven met betrekking tot de realisatie
van het publieksnummer voor verwarde personen, dat 24/7 bereikbaar is zoals
ook is aanbevolen in de rapportage? Kunt u een concrete datum noemen
wanneer het nummer opengesteld wordt?
Antwoord op vraag 6
Zoals aangegeven in de genoemde brief van 10 december jl. wordt hard
gewerkt aan de vormgeving van het landelijk meldnummer dat kan
doorschakelen naar regionale meldpunten voor niet-acute situaties. Wij
vinden dit belangrijk omdat het de toegankelijkheid vergroot tot een
laagdrempelige voorziening die burgers in staat stelt om hun zorgen over
het gedrag van naasten of anderen te melden. Zoals eerder gecommuniceerd,
bij brief van 10 oktober jl. [5], zal het landelijk
meldnummer naar verwachting in het voorjaar van 2020 gereed zijn.
7
Hoe worden burgemeesters momenteel ondersteund in het nemen van een snel,
maar ook zorgvuldig besluit in geval van een acute situatie met een
verwarde persoon waarbij diegene wellicht in bewaring gesteld moet worden?
Antwoord op vraag 7
Op dit moment wordt in acute situaties een persoon met verward gedrag
(doorgaans) beoordeeld door de crisisdienst van de GGZ, of als de persoon
al is opgenomen in een instelling door de dienstdoende arts, van die
instelling. Beoordeeld wordt of de betrokkene een acuut gevaar vormt voor
zichzelf, derden of zijn omgeving en of het gevaar voortvloeit uit een
stoornis van de geestesvermogens alsmede of een opname in een instelling
noodzakelijk is om het gevaar weg te nemen. Als aan alle voornoemde
voorwaarden wordt voldaan en de betrokkene wil niet worden opgenomen, dan
stelt de arts een geneeskundige verklaring op en dient een aanvraag tot
inbewaringstelling (IBS) in bij de burgemeester. Op basis van de
geneeskundige verklaring besluit de burgemeester om al dan niet een IBS af
te geven.
Met inwerkingtreding van de Wvggz krijgt de burgemeester naast een medische verklaring van een onafhankelijk psychiater ook de beschikking over de relevante politiegegevens en justitiële gegevens van de betrokkene. Die gegevensuitwisseling vindt zo veel mogelijk digitaal plaats, zodat de burgemeester snel over de relevante informatie beschikt die nodig is om zorgvuldig een besluit te kunnen nemen. De burgemeester dient bovendien de betrokkene, indien mogelijk, te horen, alvorens hij besluit een crisismaatregel te nemen. Hiermee beschikt de burgemeester over meer informatie om een gewogen besluit nemen. Dit versterkt de mogelijkheid voor de burgermeester om een goede afweging te maken betreffende de situatie en de veiligheid van de patiënt, naasten en de samenleving.
8
Bent u het ermee eens dat het zorgwekkend is dat het aantal incidenten met
verwarde personen ten opzichte van 2011 ruim verdubbeld is? Zo ja, welke
concrete maatregelen heeft u sindsdien getroffen en bent u bereid te
treffen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord op vraag 8
Het is goed om op te merken dat de stijging waaraan u refereert de stijging
van het aantal E33-meldingen van een persoon met verward gedrag betreft (de
zogenoemde E33-melding). Een melding is niet automatisch een incident, het
is goed dat wij ons dit realiseren. Dat neemt niet weg dat de stijging van
het aantal meldingen een zorgelijke ontwikkeling is. Daarbij moet in
ogenschouw genomen worden dat het soort meldingen dat onder de code E33
wordt geregistreerd zeer divers is.
De meldkamer heeft te maken met een groeiend aantal meldingen over een zeer diverse groep, waarvan - we kunnen het niet genoeg benadrukken - het grootste deel níet gevaarlijk is voor zichzelf of anderen of overlast veroorzaakt en die juist ondersteuning en zorg nodig heeft.
De komende tijd blijven we dan ook in zetten op het stimuleren van gemeenten en hun partners om daadwerkelijk regie te voeren en zicht te krijgen op deze kwetsbare personen waarbij het uitgangspunt moet zijn om vroegtijdig te signaleren en indien nodig politie én zorg hand in hand te laten samenwerken om verdere escalatie te voorkomen. Ook voor de nadere uitwerking op dit punt verwijzen wij graag naar onze eerder brieven die aan uw Kamer toegezonden zijn.
9
Bent u het ermee eens dat de politie vooral bezig moet zijn met het vangen
van boeven, in plaats van met mensen met een zorgbehoefte? Zo ja, hoe bent
u van plan om ervoor te zorgen dat de politie zich kan richten op haar
kerntaken in plaats van op de 90.000 incidenten rond verwarde personen? Hoe
gaat u ervoor zorgen dat de zorgtaken weer bij zorginstellingen komen te
liggen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord vraag 9
Personen met verward gedrag die geen strafbaar feit hebben gepleegd en geen
veiligheidsrisico opleveren, horen niet bij de politie thuis maar hebben
een zorgbehoefte. In de brief van 10 december jl. is de ambitie voor 2020
uitgesproken om bij iedere melding in de meldkamer waarbij het vermoeden
bestaat van ernstige problematiek een goede triage uit te voeren en zo
passende hulp en ondersteuning te kunnen bieden. We zien op de meeste
plekken al verbetering als het gaat om het inrichten van een
beoordelingsfunctie en het opvangen van kwetsbare personen in een passende
omgeving. Daarnaast moeten goede afspraken worden gemaakt over passend
vervoer voor personen met verward gedrag. Zoals op 10 december aan uw Kamer
gemeld is, wordt over dat laatste in februari 2020 de tussenbalans
opgemaakt. Hierover wordt u zo spoedig mogelijk daarna geïnformeerd. Het is
van groot belang dat wordt ingezet op het tijdig en adequaat herkennen van
signalen en deze op te pakken zodat de situatie niet escaleert, zie ook
onze antwoorden op vraag 4. Dit is een gezamenlijke verantwoordelijkheid
van alle betrokken partijen.
10
Klopt het dat gemeentes er allemaal verschillende aanpakken ten aanzien van
verwarde personen op na lijken te houden? Ziet u mogelijkheden om met een
landelijke aanpak voor verwarde personen te komen? Zo ja, welke maatregelen
bent u hier bereid voor te treffen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord vraag 10
De hierboven geschetste complexiteit van de problematiek vraagt om
maatwerk. Hierbij moet enerzijds rekening gehouden worden met de specifieke
kenmerken van de persoon in kwestie, maar anderzijds ook met het lokaal
beschikbare zorgaanbod. Het klopt dus dat de aanpak voor personen met
verward gedrag per regio en per gemeente kan verschillen. Eén landelijke
aanpak zou ook geen recht doen aan de complexiteit van de problematiek en
onvoldoende ruimte bieden voor lokaal maatwerk. Overigens sluit dit ook aan
bij het advies van het Schakelteam personen met verward gedrag en het
eerder advies van de heer Van der Vlist. Ook zij stellen dat op lokaal en
regionaal niveau de oplossing ligt. Uit de rapportage ‘Stand van het land’
(zie ook onze antwoorden op vraag 4) blijkt gelukkig ook dat er lokaal en
regionaal veel gebeurt. We blijven dit vanuit onze brede
verantwoordelijkheid ook ondersteunen.
1) Algemeen Dagblad, 4 november 2019, 'Onno Hoes luidt noodklok: ‘Doe iets,
anders is het wachten op de volgende dode’
https://www.ad.nl/binnenland/onno-hoes-luidt-noodklok-doe-iets-anders-is-het-wachten-op-de-volgende-dode~a6f6d6f4/
2) Nos.nl, 4 november 2019, 'Hoes: 'Kabinet doet te weinig om overlast door verwarde personen te voorkomen'' https://nos.nl/artikel/2309054-hoes-kabinet-doet-te-weinig-om-overlast-door-verwarde-personen-te-voorkomen.html
[1] Tweede Kamer, vergaderjaar 2018–2019, 25 424, nr. 424
[2] https://www.tweedekamer.nl/downloads/document?id=9ede4846-1bd2-4061-8f14-30ac6c6429aa&title=Stand%20van%20het%20land%202019.%20Aanpak%20voor%20personen%20met%20verward%20gedrag.pdf
[3] De 9 bouwstenen voor de aanpak van verward gedrag zijn: 1) Inbreng mensen met verward gedrag en hun omgeving, 2) Preventie en levensstructuur, 3) Vroegtijdige signalering, 4) Melding, 5) Beoordeling en risicotaxatie, 6) Toeleiding, 7) Passend vervoer, 8) Passende ondersteuning, zorg en straf, 9) Informatievoorziening.
[4] Tweede Kamer, vergaderjaar 2019–2020, 34 477, nr. 66
[5] Tweede Kamer, vergaderjaar 2019–2020, 25 424, nr. 486