Ambtenaren die deelnemen aan belastingcommissies van lobbyclubs van buitenlandse bedrijven

2019Z17072


Vragen van de leden Van Weyenberg (D66) en Leijten (SP) aan de minister van Economische Zaken en Klimaat (EZK) over ambtenaren die deelnemen aan belastingcommissies van lobbyclubs van buitenlandse bedrijven. (ingezonden 12 september 2019)

  1. Deelt u de mening dat ambtenaren niet namens de Nederlandse overheid in belastingcommissies van lobbyclubs van buitenlandse bedrijven moeten zitten?
  2. Deelt u de mening dat rolduidelijkheid van medewerkers van de Nederlandse overheid in het contact met lobbyorganisaties en niet-gouvernementele organisaties (ngo's) belangrijk is?
  3. Deelt u de mening dat een lidmaatschap van, of vaste deelname aan, belastingcommissies van lobbyclubs van buitenlandse bedrijven in strijd is met deze rolduidelijkheid?
  4. Deelt u de mening dat de vaste deelname van Nederlandse ambtenaren aan zulke overlegstructuren mede door dit gebrek aan rolduidelijkheid het risico op belangenverstrengeling, en de schijn van een gebrek aan onafhankelijkheid van ministeries, kan vergroten?
  5. Deelt u de mening dat ook de rol van toehoorder, zoals u suggereert in reactie op het verzoek van het lid Van Weyenberg tijdens het debat met staatssecretaris van Financiën op 13 juni 2019 (Kamerstuk 32637, nr. 376), betekent dat een ambtenaar namens de Nederlandse overheid vast onderdeel wordt van een regulier overleg van een lobbyclub van buitenlandse bedrijven?
  6. Deelt u de mening dat u daarmee vooral kiest voor een optische oplossing en geen recht doet aan de werkelijke bezwaren tegen een vaste deelname van een Nederlandse ambtenaar aan reguliere overleggen van lobbyclubs van buitenlandse bedrijven?
  7. Sinds wanneer is het beleid dat ambtenaren van de Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA) regulier deelnemen aan overleggen van lobbyclubs? Is daar een politiek besluit over genomen? Is dit beleid ooit expliciet voorgelegd aan de Tweede Kamer?
  8. Bent u bereid om per direct de vaste deelname van ambtenaren namens de Nederlandse overheid aan overleggen van lobbyclubs van buitenlandse bedrijven te stoppen, zowel in de rol van toehoorder als in andere rollen? Zo nee, waarom niet?
  9. Nemen medewerkers van de NFIA ook deel aan overleggen van lobbyclubs van buitenlandse bedrijven en organisaties buiten de American Chamber of Commerce in the Netherlands (AmCham), de Japanse Chamber of Commerce en de Duitse Handelskammer? Kunt u een uitputtende lijst geven van overleggen van lobbyclubs van buitenlandse bedrijven waar medewerkers van de NFIA regulier aan deelnemen of uit functie van de Nederlandse overheid lid van zijn?
  10. Hoe verhouden de activiteiten van AmCham zich tot de activiteiten van de Japanse Chamber of Commerce, de Duitse Handelskammer, de Nederlandse Kamer van Koophandel (KvK) en de andere overlegstructuren en lobbyclubs zoals verzocht in vraag 9?
  11. Kunt u hierbij specifiek ingaan op de verschillen in met name de buitenlandse activiteiten, de organisatievorm en de verhouding tot de desbetreffende overheid van de verschillende lobbyclubs en organisaties?
  12. Kunt u bevestigen dat AmCham in tegenstelling tot de Nederlandse KvK geen zelfstandig bestuursorgaan is en bijvoorbeeld geen overheidstaken uitvoert?
  13. Is de NFIA, of de desbetreffende medewerker namens de NFIA, lid van AmCham? Zo ja, betaalt de NFIA contributie voor dit lidmaatschap en/of verricht de NFIA op een andere manier financiële bijdragen aan AmCham? Zo ja, hoe hoog is deze contributie? Zo ja, gaat het om een 'corporate membership', een 'patron membership', een 'contributing membership' of een andere vorm van lidmaatschap? Zo ja, onder welk artikel is het lidmaatschap opgenomen op de begroting van EZK?
  14. Is de NFIA, of de desbetreffende medewerker namens de NFIA, lid van vergelijkbare lobbyclubs of organisaties zoals de Japanse Chamber of Commerce en de Duitse Handelskammer? Kunt u een uitputtend overzicht geven van lobbyclubs waar de NFIA lid van is? Zo ja, betaalt de NFIA contributie voor dergelijke lidmaatschappen? Zo ja, om wat voor soort lidmaatschap gaat het? Zo ja, hoe hoog zijn deze contributies? Zo ja, onder welk artikel is het lidmaatschap opgenomen op de begroting van EZK?
  15. Hoeveel bijeenkomsten van AmCham zijn in 2016, 2017, 2018 en de eerste helft van 2019 bijgewoond door medewerkers van de NFIA?
  16. Kunt u hierbij een uitsplitsing maken naar de verschillende commissies, zoals de tax committee, de pharmaceutical committee en de legal committee?
  17. Kunt u bevestigen dat de tax comittee van AmCham tot doel heeft om te waarschuwen en te signaleren wanneer belastingvoorstellen misschien toch slecht zijn voor bedrijven?
  18. Wat is het doel van de pharmaceutical committee en de legal committee?
  19. Met welk doel nemen medewerkers van de NFIA deel aan deze overleggen?
  20. Zijn de verslagen van deze overleggen openbaar?
  21. Op welke wijze informeert u de Kamer over deze overleggen?
  22. Heeft u, wanneer deelname van een medewerker van de NFIA en commissies van AmCham tot nieuwe inzichten heeft geleid met betrekking tot het vestigingsklimaat, de Kamer daarover geïnformeerd? Zo ja, op welke wijze?
  23. Hoe definieert u de rol van toehoorder?
  24. Betekent de rol van toehoorder dat een medewerker van de NFIA in of een marge van dergelijke overleggen enkel toehoort en bijvoorbeeld zelf geen ontwikkelingen in het vestigingsklimaat toelicht?
  25. Welke rol, anders dan toehoorder, hebben medewerkers van de NFIA bij overleggen van AmCham tot nu toe ingevuld?
  26. Deelt u de mening dat er ook zonder deelname aan belastingcommissies van lobbyclubs van buitenlandse bedrijven voldoende mogelijkheden zijn voor de Nederlandse overheid om op de hoogte te zijn van relevante ontwikkelingen voor het Nederlandse vestigingsklimaat?
  27. Deelt u de mening dat er ook zonder deelname aan belastingcommissies van lobbyclubs van buitenlandse bedrijven voldoende mogelijkheden zijn voor de Nederlandse overheid om contact te hebben met relevante publieke en private partijen?
  28. Hoeveel gesprekken heeft u in 2016, 2017, 2018 en de eerste helft van 2019 gevoerd met AmCham, de Japanse Chamber of Commerce, de Duitse Handelskammer en andere overleg- en lobbyclubs zoals verzocht in vraag 10?
  29. Kunt u bevestigen dat een voormalig directeur van de NFIA in ieder geval sinds 2013 één van de vice-voorzitters van AmCham is?
  30. Hoeveel medewerkers van de Nederlandse overheid hebben in lijn met artikel 61 van het Algemeen Rijksambtenarenreglement een nevenwerkzaamheid bij AmCham of vergelijkbare lobbyclubs en organisaties opgegeven?
  31. Kunt u bevestigen dat naast een aantrekkelijk vestigingsklimaat ook de aanpak van belastingontwijking- en ontduiking één van de fiscale prioriteiten van dit kabinet is?
  32. Op welke wijze laat de Nederlandse overheid zich informeren over het beschermen van de Nederlandse belastinggrondslag, alsmede de aanpak van belastingontwijking en -ontduiking?
  33. Zijn medewerkers van de Nederlandse overheid ook aanwezig bij overleggen van ngo’s, zoals Tax Justice, bijvoorbeeld om goed op de hoogte te zijn van de nieuwste ontwikkelingen in de aanpak van belastingontwijking en –ontduiking?
  34. Hoeveel van dergelijke bijeenkomsten van ngo’s zijn in 2016, 2017, 2018 en de eerste helft van 2019 bijgewoond door medewerkers van de Nederlandse overheid?
  35. Op welke wijze vult de Nederlandse overheid de signaalfunctie met betrekking tot de aanpak van belastingontduiking- en ontwijking in?
  36. Kunt u deze vragen één voor één beantwoorden?