Het bericht ‘Nederlandse hulp aan gevangenen in buitenland berust op willekeur’

2019Z16251


Vragen van de leden Van Helvert, Van Toorenburg (beiden CDA), Van Nispen (SP), Van Ojik (GroenLinks), Sjoerdsma (D66), Van der Staaij (SGP) en Voordewind (ChristenUnie) aan de ministers van Buitenlandse Zaken en van Justitie en Veiligheid over het bericht ‘Nederlandse hulp aan gevangenen in buitenland berust op willekeur’ (ingezonden 3 september 2019)

Vraag 1:

Bent u bekend met de NOS-berichten ‘Nederlandse hulp aan gevangenen in buitenland berust op willekeur’ en ‘Grapperhaus: kwestie-Van Laarhoven uitzonderlijk’ 1)

Vraag 2:

Kunt u bevestigen dat dhr. Singh, net als dhr. Van Laarhoven, in de vijf jaar voorafgaand aan zijn arrestatie niet op enig moment in Nederland heeft gewoond?

Vraag 3:

Klopt het dat dit bindingscriterium van vijf jaar pas na de arrestatie van de dhr. Singh in werking is getreden? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4:

Kan naar aanleiding van het overleg van de minister van Justitie en Veiligheid met de Thaise premier en de Thaise minister van Justitie over de kwestie-Van Laarhoven worden aangenomen dat het bindingscriterium van vijf jaar is losgelaten of dat dit bindingscriterium in ieder geval niet een dusdanig harde eis is waar niet van kan worden afgeweken? 2) Kunt U de Kamer op de hoogte stellen van de nieuwe criteria voor overplaatsing van gedetineerden in het buitenland?

Vraag 5:

Wat maakt de zaak van dhr. Van Laarhoven uitzonderlijk?

Vraag 6:

Deelt u de mening dat de zaak-Jaitsen Singh ook als uitzonderlijk kan worden aangemerkt vanwege de bedenkelijke rechtsgang, zoals het feit dat de Amerikaanse officier van justitie belast met de zaak zelf werd veroordeeld wegens het arrangeren van belastend bewijs?

Vraag 7:

Deelt u de mening dat de zaak-Jaitsen Singh ook als uitzonderlijk kan worden aangemerkt vanwege het verwijt van de Volkskrant dat de Nederlandse overheid jarenlang grote steken heeft laten vallen ten aanzien van dhr. Singh? 3)

Vraag 8:

Welke concrete inspanningen heeft u tot nu toe verricht om dhr. Singh naar Nederland te halen?

Vraag 9:

Klopt het dat het ministerie van Buitenlandse Zaken het verzoek in het kader van de Wet Overdracht Tenuitvoerlegging Strafvonnissen (WOTS) van dhr. Singh faciliteert?


Vraag 10.

Heeft het ministerie van Justitie en Veiligheid het WOTS-verzoek van dhr. Singh inmiddels onder ogen gekregen? Zo ja, hoe heeft het ministerie dit verzoek beoordeeld? Klopt het dat de Verenigde Staten geen WOTS-procedure opstart indien Nederland een WOTS-verzoek afkeurt?

Vraag 11:

Hoe heeft u de brieven van dhr. Singh en zijn advocaat beoordeeld en beantwoord?

Vraag 12:

Bent u bereid om ook een serieuze inspanning te leveren voor de uitzonderlijke zaak van dhr. Singh en de Amerikanen te vragen een officieel verzoek om overbrenging in te dienen?

Vraag 13:

Kunt u deze vragen een voor een en binnen drie weken beantwoorden?​

  1. https://nos.nl/artikel/2298542-nederlandse-hulp-aan-gevangenen-in-buitenland-berust-op-willekeur.html en https://nos.nl/artikel/2298390-grapperhaus-kwestie-van-laarhoven-uitzonderlijk.html (22 augustus 2019).
  2. Criterium genoemd in de brief aan dhr. Singh van 6 augustus jongstleden.
  3. https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/hij-zit-al-33-jaar-vast-in-de-vs-waarschijnlijk-onterecht-de-nederlandse-overheid-laat-jaitsen-in-de-steek~ba29dde2/