De heffingskorting van Nederlanders in het buitenland

2019Z12307


Vragen van de leden Van Weyenberg (D66) en Lodders (VVD) aan de staatssecretaris van Financiën over de heffingskorting van Nederlanders in het buitenland (ingezonden 17 juni 2019)

  1. Bent u bekend met het feit dat een groep gepensioneerde Nederlanders in het buitenland sinds begin dit jaar geen heffingskorting meer toegepast krijgt op hun AOW?
  2. Kunt u inschatten wat de omvang is van de groep voor wie het sinds begin dit jaar is veranderd?
  3. Kunt u inschatten welk deel is getroffen door de wijzigingen in het Belastingplan 2018 en welke deel door de wijzigingen in het Belastingplan 2019?
  4. Kunt u een inschatting geven hoeveel van deze mensen voor 2019 ten onrechte de heffingskorting toegepast kregen op hun AOW?
  5. Op welke aantallen is de raming van de budgettaire opbrengsten gebaseerd bij het Belastingplan in 2018 en 2019?
  6. Betreft het alleen AOW-gerechtigden van buiten de landenkring of ook binnen de EU?
  7. Kunt u een overzicht geven van de heffingskortingen waar Nederlanders in het buitenland wel of niet recht op hebben onder welke voorwaarden?
  8. Kunt u een inschatting geven hoeveel van deze mensen alsnog recht hebben op de heffingskorting en dat via een vooraangifte kunnen krijgen?
  9. Wordt er met de woonlandfactor om te bepalen hoe hoog de AOW in het buitenland is, rekening gehouden met het bruto of netto bedrag van de AOW?
  10. Wordt er met de woonlandfactor rekening gehouden met het stijgende aandeel van de heffingskorting op het bruto bedrag van de AOW?
  11. Op welke manier zijn Nederlanders in het buitenland geïnformeerd over deze wijziging?
  12. Hoeveel vragen zijn er binnengekomen bij de Belastingdienst en de Sociale Verzekeringsbank (SVB) naar aanleiding van deze wijzigingen? Hoeveel van deze vragen zijn beantwoord?

Indiener(s)