2019Z07926
Vragen van de leden Geurts (CDA) en De Groot (D66) aan de minister van
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over kleine en middelgrote
slachthuizen in Noord-Nederland (ingezonden 17 april 2019)
-
Herinnert u zich de antwoorden op de Kamervragen van de leden Geurts
(CDA) over het bericht "Vier jaar geëist tegen vleesfraudeur [...]" ?
1)
-
Herinnert u zich het antwoord op vraag 7 waarin wordt gesteld dat
“wanneer een NVWA-dierenarts bij de levende keuring voor de slacht
constateert dat een dier niet slachtwaardig is, dan wordt dit dier
geëuthanaseerd en afgevoerd naar de Rendac”? Kunt u aangeven met welke
controles dit wordt geborgd?
-
Kunt u aangeven hoe wordt gegarandeerd dat “deze dieren (...) naar hun
aard dan ook niet in de voedselketen terecht(komen)”?
-
Bent u bekend met het bericht van Boerderij, waarin we lezen dat “(h)et
ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit bevestigt dat bij
een onderzoek is voorkomen dat zeker 30.000 kilo vlees van meerdere
noordelijke slachterijen uiteindelijk op de markt is gekomen” en waarin
het ministerie desgevraagd meldt dat “(a)l dat vlees is getraceerd. Er
is dus niets in de keten terechtgekomen” en klopt het dat dit de
reacties van uw ministerie waren? 2)
-
Op welke tijdsperiode heeft het getal van 30.000 kilo betrekking?
-
Kunt u aangeven op welke wijze u zich ervan heeft laten overtuigen dat
de 30.000 kilo (afgekeurd) vlees niet voor menselijke consumptie is
aangeboden?
-
Kunt u alle documenten die hierop betrekking hebben aan de Kamer
overhandigen (eventueel vertrouwelijk)?
-
Zou het mogelijk kunnen zijn dat procedures niet goed gevolgd zijn ten
aanzien van de genoemde 30.000 kg?
-
Wat is de procedure die gevolgd wordt met dieren die ante mortem worden
afgekeurd?
-
Wat is de procedure die gevolgd moet worden met vlees dat post mortem
is afgekeurd?
-
Herinnert u zich de brief waarin u aangeeft dat “de inspecteur-generaal
van de NVWA de secretaris-generaal van mijn ministerie verzocht [heeft]
een onafhankelijk extern onderzoek te laten uitvoeren naar de gang van
zaken rond (signalen over) de noordelijke slachthuizen en de wijze
waarop de NVWA hierop heeft gereageerd”? 3)
-
Op welke wijze heeft de selectie plaatsgevonden van het externe
onderzoeksbureau?
-
Op welke wijze is de onafhankelijkheid van het externe onderzoek
gegarandeerd?
-
Wie zijn betrokken geweest bij het opstellen van de onderzoeksvragen?
-
Op welke wijze zijn de onderzoeksvragen van het externe onderzoek
opgesteld?
-
Hoe is daarbij geborgd dat dit opstellen van de vragen op
onafhankelijke wijze kon plaatsvinden?
-
Heeft het externe bureau de ruimte om zelf aanvullende vragen te
stellen buiten de oorspronkelijke vraagstelling om als hiervoor
aanleiding is?
-
Klopt het dat NVWA mensen voordraagt die door het onderzoeksbureau
gehoord kunnen worden? Zo ja, hoe wordt gegarandeerd dat er een
onafhankelijke selectie van NVWA respondenten heeft plaatsgevonden?
-
Wanneer denkt u dat het lopende interne onderzoek door de Interne
auditdienst (IAD) van de NVWA naar mogelijke hiaten in het toezicht op
de middelgrote slachthuizen is afgerond?
1) Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018-2019, nr. 2037
2)
https://www.boerderij.nl/Rundveehouderij/Nieuws/2019/3/Twijfels-over-integriteit-NVWA-bij-slacht-406787E/
3) Brief regering, Slachthuizen in Noord-Nederland, 25 februari 2019,
Kamerstuk 28 286, nr. 1040.