2019Z06594
Vragen van het Özdil (GroenLinks) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over het rapport ‘Mogelijkheden stopzetten studentenreisproduct’ (2017) en het niet automatisch stopzetten van de OV-studentenkaart. (ingezonden 3 april 2019)
1
Herinnert u zich het rapport ‘Mogelijkheden stopzetten
studentenreisproduct’ uit 2017, waarin wordt geconcludeerd dat ‘account
based ticketing’ de mogelijkheid biedt om de OV-studentenkaart automatisch
te laten stopzetten? 1)
2
Heeft u kennisgenomen van de conclusie uit dit rapport dat 'account based
ticketing' binnen enkele jaren doorgevoerd kan worden voor de
OV-studentenkaart? Hoe staat het anderhalf jaar later met de voortgang om
deze technologie te implementeren voor de OV-studentenkaart?
3
Waarom is niet voor 'account based ticketing' gekozen voorafgaand aan de
invoering van de OV-studentenkaart?
4
Bent u ervan op de hoogte dat account based ticketing al medio 2012 werd
geïntroduceerd met de invoering van de NS-Business Card? 2)
5
Heeft uw ministerie voorafgaand aan de invoering van de OV-studentenkaart
onderzoek gedaan naar deze technologie? Zo ja, wat was de exacte motivatie
om niet voor 'account based ticketing' te kiezen? Zo nee, waarom niet?
6
Is het waar dat de vervoerbedrijven voorafgaand aan de invoering van de
OV-studentenkaart hebben aangegeven dat het technisch niet mogelijk was om
het studentenreisproduct ‘automatisch’ of ‘op afstand’ stop te zetten?
7
Kunt u nader uiteenzetten wat de vervoerders verstonden onder ‘technisch
onmogelijk’? Betrof het een fundamentele technologische beperking? Of
bedoelden de vervoerders: onmogelijk zonder additionele wijzigingen in het
systeem zoals het destijds was geïmplementeerd?
8
Hoe is het mogelijk dat het voornoemde rapport concludeert dat blacklisting
inmiddels wél een valide optie is om het studentenreisproduct stop te
zetten, terwijl het Nederlandse systeem nog steeds gebruik maakt van
dezelfde technologie?
9
Hoe kan het dat al jarenlang in Londen ‘refunds’ voor reizigers worden
klaargezet op geselecteerde poorten en palen, wat de suggestie wekt dat een
reisproduct weliswaar niet ‘op afstand’ uitgeschakeld kan worden, maar wel
bij in- en uit-checkmomenten?
10
Bestaat er een mogelijkheid dat de vervoerders met ‘technisch onmogelijk’
bedoelden dat het onmogelijk was zonder een ‘stevige systeemwijziging’?
11
Met welke adviseurs en belangenbehartigers heeft het ministerie voorafgaand
aan de invoering van de OV-studentenkaart contact gehad?
12
Bent u ervan op de hoogte dat de Nationale ombudsman in het rapport ‘Een
gewaarschuwd mens telt voor twee’ enkele communicatie-oplossingen
voorstelt, zoals het versturen van een sms of een brief naar studenten
wanneer zij geen recht meer hebben op het studentenreisproduct? 3)
13
Heeft u ervan kennisgenomen dat ook het Expertisecentrum OV-betalen van de
TU Delft op deze communicatie-oplossingen aandringt? Zijn al deze
aanbevelingen al overgenomen en geïmplementeerd?
14
Bent u ervan op de hoogte dat vervoerders eerder aangaven dat zij niet
mogen controleren of studenten die een boete ontvingen daadwerkelijk ook
gereisd hebben, vanwege privacybeperkingen?
15
Kunt u uitleggen waarom studenten, door maatregelen van u, nu geen boete
meer hoeven te betalen als zij geen gebruik maken van hun OV-studentenkaart
terwijl het recht op vrij reizen al is vervallen?
16
Kunt u uitleggen hoe het kan dat de privacywetgeving volgens de vervoerders
eerder wel een obstakel voor deze maatregel vormde en nu niet meer?
17
Wat is het totaalbedrag aan boetes die studenten over de jaren 2018 en 2017
hebben betaald vanwege het overschrijden van het studentenreisrecht?
18
Kunt u deze vragen één voor één beantwoorden?
1) Kamerstuk 23 645, nr. 653
2) http://2015.nsjaarverslag.nl/FbContent.ashx/pub_1000/downloads/NS_Jaarverslag2011.pdf