Het proces rond het Beeguidance document

2019Z03120

Vragen van het lid Ouwehand (PvdD) aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het proces rond het Beeguidance document (ingezonden 18 februari 2019)

1

Wat is de reden dat u de vragen van de leden van de Partij voor de Dieren-fractie over het proces rond het Beeguidance Document en de Nederlandse positie hierin, gesteld in het schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda Landbouw- en Visserijraad van 28 januari 2019, niet of nauwelijks heeft beantwoord? 1)

2

Kunt u onderstaande vragen, gesteld tijdens het genoemde schriftelijk overleg en hieronder herhaald (vraag 3 tot en met 9) per stuk beantwoorden? Zo nee, waarom niet?

3

Kunt u de Kamer laten weten hoe de discussie over het Beeguidance document van de European Food Safety Authority (EFSA) tot nu toe is verlopen?

4

Kunt u de Kamer laten weten wat daarin (steeds) de opstelling van Nederland is geweest?

5

Is het oorspronkelijke voorstel in de loop der tijd gewijzigd? Zo ja, hoe?

6

Hoe heeft Nederland zich daar steeds over opgesteld?

7

Wat is het voorstel dat nu op tafel ligt tijdens de bijeenkomst van de Standing Committee on Plants, Animals, Food and Feed (SCoPAFF) van 24 en 25 januari?

8

Hoe verhoudt dit zich tot het oorspronkelijke voorstel van de EFSA?

9

Wat is de huidige positie van Nederland ten opzichte van het voorstel en hoe zit dat met de andere lidstaten?

10

Kunt u bevestigen dat bij agendapunt C.1 van de SCoPAFF-bijeenkomst op 24 en 25 januari jongstleden een discussie heeft plaatsgevonden over een ‘draft Commission Regulation amending Commission Regulation (EU) No 546/2011 ... as regards bees principles for evaluation and authorisation of plant protection products’? Zo ja, wat heeft Nederland ingebracht in deze discussie? 2)

11

Kunt u bevestigen dat bij agendapunt A.08 van de SCoPAFF-bijeenkomst op 23 en 24 oktober 2018 een implementatieplan voor het Guidance document is besproken? Zo ja, wat heeft Nederland ingebracht in deze discussie? 3)

12

Kunt u bevestigen dat bij deze bijeenkomst in oktober 16 lidstaten hebben aangedrongen op herziening van het Beeguidance document voordat het kan worden geïmplementeerd? Zo ja, wat was hierin de positie van Nederland?

13

Erkent u dat op basis van bovenstaande kan worden geconcludeerd dat er tenminste tweemaal is gesproken over een voorstel, draft of concept van het Beeguidance document? Zo ja, hoe verhoudt dit zich tot uw uitspraak in de beantwoording van de vragen van de leden van de Partij voor de Dieren-fractie in het schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda Landbouw- en Visserijraad van 28 januari 2019 dat er geen concreet voorstel is?

14

Wat waren de inhoudelijke verschillen tussen deze twee versies en wat zijn de inhoudelijke verschillen tussen deze versies en het originele EFSA-voorstel uit 2013?

15

Bent u bereid de versies van het document zoals deze bij de genoemde bijeenkomsten zijn besproken en/of eventuele bijbehorende agendastukken bij deze agendapunten naar de Kamer sturen? Zo nee, waarom niet?

16

Zijn er buiten deze twee momenten nog meer SCoPAFF-bijeenkomsten geweest waarin het Beeguidance document is besproken? Zo ja, hoe vaak en wanneer, wat is daar besproken en wat was daarbij de inbreng van Nederland?

17

Bent u op de hoogte van het feit dat Politico de hand heeft weten te leggen op gelekte documenten die betrekking hebben op de voorstellen voor het Beeguidance document? 4)

18

Heeft u gezien dat de Europese Commissie in het Politico-artikel bevestigt dat er tijdens de bijeenkomst in januari een nieuwe versie van het Beeguidance document zou worden gepresenteerd aan de lidstaten? Zo ja, hoe verhoudt dit zich tot uw uitspraak in de beantwoording van de vragen van de leden van de Partij voor de Dieren-fractie in het schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda Landbouw- en Visserijraad van 28 januari 2019 dat er inhoudelijk nog niets is veranderd aan het voorstel?

19

Kunt u bevestigen dat uit de gelekte stukken blijkt dat binnen SCoPAFF is gesproken over wijzigingen in het voorstel waardoor de criteria voor de beoordeling of een stof een negatieve invloed heeft op bijen en hommels worden versoepeld, waardoor bijvoorbeeld de chronische toxiciteit niet meer hoeft te worden meegewogen of onderzocht? Zo ja, wat is hiervoor de reden en wat is de positie van Nederland in deze discussie over het toetsen op chronische toxiciteit? Zo nee, kunt u toelichten hoe het zit?

20

Kunt u bevestigen dat de implementatie van de eis om de effecten van stoffen op hommels en solitaire bijen te testen voorlopig niet zal worden ingesteld, omdat de implementatie daarvan wordt uitgesteld? Zo ja, wat is hiervoor de reden en wat is de positie van Nederland in deze discussie? Zo nee, kunt u toelichten hoe het zit?

21

Kunt u deze vragen beantwoorden voor het komende algemeen overleg Landbouw- en Visserijraad, dat op 13 maart plaatsvindt?

1) Verslag van een schriftelijk overleg d.d. 25 januari 2019, Kamerstuk 21 501-32, nr. 1150, p. 16

2) https://ec.europa.eu/food/sites/food/files/plant/docs/sc_phyto_20190124_ppl_agenda.pdf

3) https://ec.europa.eu/food/sites/food/files/plant/docs/sc_phyto_20181023_ppl_agenda.pdf

4) 23 januari 2019, Politico: Commission pushes looser criteria to test pesticides’ impact on bees

Indiener(s)