2019Z02942
Vagen van het lid Alkaya (SP) aan de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over het bericht dat het Duitse handelsministerie wetgeving voorbereidt die Duitse bedrijven gepaste tot zorgvuldigheid verplicht. (ingezonden 14 februari 2019)
1
Wat vindt u er van dat Duitsland een wet voorbereidt die bedrijven zal
dwingen om de risico’s in hun waardeketen in kaart te brengen? Heeft u
wetgeving op het gebied van Internationaal Maatschappelijk Verantwoord
Ondernemen (IMVO), vergelijkbaar met de Duitse, in voorbereiding om in te
voeren indien blijkt dat de convenanten niet aan de gestelde doelen kunnen
voldoen? 1) Zo nee, waarom niet en wanneer is voor u het moment wel
aangebroken? Zo ja, wanneer komt deze in consultatie?
2
Deelt u de mening dat het voorbereiden van wetgeving in ieder geval een
effectieve manier is om bedrijven en het maatschappelijk middenveld tot
overeenstemming te laten komen, daarbij onder andere in acht nemende wat de
minister van Financiën heeft gedaan om de bancaire sector een convenant te
laten sluiten?
3
Welke inspanningen verricht u om bedrijven die niet deelnemen aan een
convenant, maar wel actief zijn in een sector waarin er wel een convenant
tot stand is gekomen, te verleiden om toch deel te nemen? Overweegt u het
ondertussen wél om op zijn minst convenanten met een grote dekking algemeen
verbindend te verklaren voor een sector?
1)
https://www.business-humanrights.org/en/german-development-ministry-drafts-law-on-mandatory-human-rights-due-diligence-for-german-companies
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Van den Hul (PvdA), ingezonden 13 februari 2019 (vraagnummer 2019Z02800).