Misstanden in nagelsalons

Vragen van de leden Kuiken en Gijs vanDijk (beiden PvdA) aan de Minister van Justitie en Veiligheid en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over misstanden in nagelsalons (ingezonden 16 januari 2019).

Vraag 1

Kent u het bericht «Nationaal Rapporteur wil onderzoek naar misstanden in nagelsalons»?1 en het bericht «Staatssecretaris: meld misstanden in nagelsalons»?2

Vraag 2

Deelt u de mening van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen dat er «nog te weinig actief onderzocht en te weinig samengewerkt» wordt in de bestrijding van misstanden in de nagelbranche? Zo ja, hoe past dit bij het streven van het kabinet prioriteit te geven aan het bestrijden van mensenhandel? Wat gaat u doen teneinde dit te verbeteren? Zo nee, waarom niet en waaruit blijkt dat er wel sprake is van actief onderzoek en samenwerking?

Vraag 3

Deelt u de mening dat slachtoffers van mensenhandel en uitbuiting juist door de situatie waarin zij zich bevinden niet snel geneigd zullen zijn tot het melden van deze misstanden of het doen van aangifte? Zo ja, wat gaat u doen teneinde er voor te zorgen dat dergelijke misstanden voortaan meer gemeld gaan worden? Zo nee, waarom deelt u die mening niet?

Vraag 4

Wat gaan de politie en de Inspectie SZW doen teneinde actief signalen van mensenhandel en uitbuiting in de nagelbranche te achterhalen anders dan het oproepen dat slachtoffers zich moeten melden?

Vraag 5

Hoe gaat u er voor zorgen dat er bij de politie en de Inspectie SZW voldoende capaciteit komt om ernstige misdrijven zoals mensenhandel op te sporen en uitbuiting tegen te gaan?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Aartsen (VVD) en Van Nispen (SP), ingezonden 16 januari 2019 (vraagnummer 2019Z00523), Kuik en Pieter Heerma (beiden CDA), ingezonden 16 januari 2019 (vraagnummer 2019Z00524).

Indiener(s)