Antwoord op vragen van het lid Popken over niet-Nederlanders in de krijgsmacht

Hierbij bied ik u de antwoorden aan op de schriftelijke vragen van het lid Popken (PVV) over niet-Nederlanders in de krijgsmacht. Deze vragen werden ingezonden op 3 december 2019, met kenmerk 2019Z23967.

DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

Drs. B. Visser




1. Bent u bekend met het feit dat marechausseevacatures via Randstad geen melding maken van de nationaliteitseis, terwijl art. 4a van het Algemeen militair ambtenarenreglement (AMAR) bepaalt dat bij de werving informatie wordt verschaft over de eis dat kandidaten het Nederlanderschap bezitten? [1]

De genoemde vacatures die door Randstad worden gepubliceerd zijn in het kader van de pilot ‘adaptief aan de grens’ voor de functie van grenswachter. Dit zijn burgerfuncties waarop niet het AMAR, maar het Burgerlijk ambtenarenreglement Defensie (BARD) van toepassing is. Het AMAR is enkel van toepassing op militaire ambtenaren.

Er worden geen kandidaten aangesteld die niet aan de wettelijke eisen voldoen. Een veiligheidsonderzoek en het verkrijgen van een Verklaring van Geen Bezwaar (VGB) zijn voorwaardelijk voor de aanstelling als grenswachter.

2. Bent u bekend met het feit dat art. 11 AMAR voorziet in de mogelijkheid om in bijzondere gevallen af te wijken van de nationaliteitseis? Kunt u aangeven of, en zo ja, hoe vaak van de nationaliteitseis is afgeweken? Kunt u daarbij ook aangeven waaruit deze functies en vacatures bestaan? En welke redenen ten grondslag lagen aan het afwijken van de nationaliteitseis? Zo nee, waarom niet?

Ja, artikel 11 AMAR biedt een mogelijkheid om in bijzondere gevallen, en voor de vervulling van een tijdelijke functie, af te wijken van de eisen voor aanstelling in een militaire functie zoals genoemd in artikel 5 lid 1 AMAR, waaronder het hebben van de Nederlandse nationaliteit.

Uit een zoekslag in het personeelssysteem op het aanstellingsartikel 11 AMAR blijkt dat er in het verleden zeven personen met een niet-Nederlandse nationaliteit tijdelijk als militair zijn aangesteld op basis van dit artikel. Het betrof in alle gevallen tolken die in de periode 2004-2007 tijdens buitenlandse missies tijdelijk zijn aangesteld als tolk omdat hier tijdens de missie behoefte aan was.



Indiener(s)