Vergaderjaar 2019–2020
Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden
1268
Vragen van de leden Alkaya (SP) en Van den Hul (PvdA) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over het bericht dat arbeidsmigranten slavenarbeid verrichten op Italiaanse tomatenplantages (ingezonden 14 november 2019).
Antwoord van Minister Kaag (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) en van Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 6 januari 2020).
Vraag 1
Bent u op de hoogte van het feit dat landarbeiders onder
erbarmelijke omstandigheden tomaten moeten plukken in
Zuid-Italië, zoals blijkt uit een recente aflevering van de
Keuringsdienst van Waarde?1 2
Antwoord 1
De betreffende aflevering van de Keuringsdienst van Waarde is
mij bekend.
Vraag 2
Deelt u met Oxfam Novib de zorgen, zoals geuit in de
uitzending, over deze groep van bijna vierhonderdduizend mensen
vanwege deze verschrikkelijke arbeidsomstandigheden? Keurt u
het af dat dit soort misstanden zich in de EU afspelen?
Antwoord 2
Het kabinet keurt uitbuiting en onderbetaling op de
arbeidsmarkt ten principale af, onverschillig waar deze
praktijken plaatvinden. Het kabinet kan geen uitspraken doen
over een specifieke casus in Italië. Het kabinet wil er op
wijzen dat het bestrijden van misbruik in arbeidsrelaties ook
in EU-verband een prioriteit is die door alle lidstaten gedeeld
wordt, en waartegen lidstaten ook wettelijke maatregelen
getroffen hebben. Het Kabinet zet zich in internationaal
verband, bijvoorbeeld in de International Labour Organisation,
in voor het bevorderen van fatsoenlijk werk en een gelijk
speelveld in mondiale waardeketens.
1
https://www.npo3.nl/keuringsdienst-van-waarde/07-11-2019/KN_1710326
2 Theguardian.nl, 20 juni 2019, «Are your tinned tomatoes
picked by slave labour?» (https://
www.theguardian.com/world/2019/jun/20/tomatoes-italy-mafia-migrant-labour-modern-slavery)
Tweede Kamer, vergaderjaar 2019–2020, Aanhangsel 1
ah-tk-20192020-1268 ISSN 0921 - 7398 ’s-Gravenhage 2020
Vraag 3
Vindt u het rechtvaardig dat deze mensen 12 uur per dag, 7
dagen per week voor een loon van 22 tot 30 euro per dag moeten
werken, waarna een groot deel bovendien opgaat aan de lunch en
het vervoer naar het werk? Kan dit voorkomen in Nederland?
Antwoord 3
Het is aan de Italiaanse autoriteiten om op te treden indien
hun wet- en regelgeving op dit gebied overtreden wordt. Zowel
voor Italië als Nederland geldt dat iedere vorm van betaling
beneden de daarvoor gestelde minimum- normen aangepakt moet
worden. In Nederland zijn er voor alle werknemers heldere
normen op de arbeidsmarkt, die zijn vastgelegd in onder andere
de Wet minimumloon en minimum vakantiebijslag en de
Arbeidstijdenwet. Deze wetten zien er op toe dat er geen
onderbetaling plaats vindt of ongezonde werktijden worden
gehanteerd. De Inspectie SZW houdt risicogericht toezicht op
naleving van de Nederlandse arbeidswetten.
Vraag 4
Wat vindt u van het feit dat de producten die worden
geproduceerd onder dit soort erbarmelijke omstandigheden gewoon
in Nederlandse supermarkten liggen? Hoe zouden consumenten deze
foute producten kunnen herkennen?
Antwoord 4
Het is in de eerste plaats aan bedrijven zelf om in lijn met de
OESO- Richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen gepaste
zorgvuldigheid uit te voeren, risico’s te identificeren en, op
basis van een prioritering naar ernst en waarschijnlijkheid,
deze risico’s te voorkomen of aan te pakken. Hierbij is het
beëindigen van de betrekkingen met handelspartners een laatste
redmiddel. Consumenten(organisaties) kunnen bedrijven
aanspreken op het toepassen van de OESO richtlijnen. Van
individuele producten zijn de arbeidsomstandig- heden waaronder
zij tot stand komen niet zichtbaar.
Vraag 5
Op welke manier worden dit soort producten afkomstig uit
EU-lidstaten gecontroleerd voordat zij op Nederlandse schappen
belanden? Kunt u garanderen dat producten die geproduceerd zijn
in de EU vrij zijn van uitbuiting?
Antwoord 5
De EU stelt richtlijnen vast ten aanzien van arbeidsvoorwaarden
die de EU-landen vervolgens in hun nationale wetgeving
verwerken en toepassen. Nationale overheden kunnen ook
strengere eisen stellen. De uitvoering en handhaving gebeurt
door nationale instanties zoals de arbeidsinspectie.
De Commissie controleert of de EU-richtlijnen in de nationale
wetgeving zijn verwerkt. Het vrij verkeer van goederen,
diensten, kapitaal en werknemers moet samengaan met een goed
arbeidsrecht. Zie antwoord op vraag 7.
Vraag 6
Zijn deze problemen bekend bij de partijen van het convenant
Levensmidde- len op het gebied van Internationaal
Maatschappelijk Verantwoord Onderne- men (IMVO)? Zo ja, welke
stappen worden ondernomen door deze partijen om dit te stoppen?
Bent u bereid bedrijven die niet in het convenant zitten maar
wel betrokken zijn bij de wanpraktijken in Italië direct aan
te spreken en de Kamer te informeren over de uitkomsten van
deze gesprekken?
Antwoord 6
Het is in de eerste plaats aan bedrijven zelf om in lijn met de
OESO- Richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen gepaste
zorgvuldigheid uit te voeren, risico’s te identificeren en op
basis van een prioritering naar ernst en waarschijnlijkheid
deze risico’s te voorkomen of aan te pakken. Brancheorga-
nisaties CBL, FNLI en KNSV zijn partij bij het Convenant
Voedingsmiddelen. De achterban van deze organisaties beslaat
respectievelijk 95% van de Nederlandse supermarkten, 80% van de
Nederlandse voedingsmiddelenpro- ducenten en 95% van de
Nederlandse specerijenbedrijven. De Ministeries van
Buitenlandse Zaken en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
hebben als partijen bij het Convenant Voedingsmiddelen de casus
onder de aandacht
Tweede Kamer, vergaderjaar 2019–2020, Aanhangsel 2
gebracht bij de overige partijen tijdens de convenantstuurgroep
van
3 december jl. In de stuurgroep is afgesproken dat de
branchepartijen die het convenant hebben getekend nader
onderzoek doen naar mogelijke betrokken- heid van hun leden bij
de door de Keuringsdienst van Waarde gesignaleerde vermeende
misstanden in de tomatensector in Zuid-Italië, en hier eind
januari over rapporteren. De Kamer zal hierover worden
geïnformeerd.
Vraag 7
Bent u bereid om uw Italiaanse evenknie aan te spreken op de
misstanden die zich afspelen op en rond de tomatenvelden in het
zuiden van het land, bijvoorbeeld tijdens of en marge van een
Europese Raad, en daarbij aan te geven dat uitbuiting van
landarbeiders onacceptabel is?
Antwoord 7
In alle EU-lidstaten komen, in meer of mindere mate,
onfatsoenlijke situaties op de arbeidsmarkt voor. Het
bestrijden van misbruik in arbeidsrelaties is ook in EU-verband
een prioriteit, die door alle lidstaten gedeeld wordt, en
waartegen lidstaten ook wettelijke maatregelen getroffen
hebben. Het bestrijden daarvan is een nationale aangelegenheid.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2019–2020, Aanhangsel 3