Antwoord op vragen van de leden Van Toorenburg en Van Dam over het bericht 'Weer hoofdofficier weg bij het OM'

In antwoord op uw brief van 7 november 2019 deel ik u mee dat de schriftelijke vragen van de leden Van Dam en Toorenburg (beiden CDA) inzake het bericht 'Weer hoofdofficier weg bij het OM' worden beantwoord zoals aangegeven in de bijlage bij deze brief.

De Minister van Justitie en Veiligheid,

Ferd Grapperhaus

Antwoorden Kamervragen van de leden Van Toorenburg en Van Dam (beiden CDA) aan de minister van Justitie en Veiligheid over het bericht 'Weer hoofdofficier weg bij het OM' (nr. 2019Z21411, ingezonden 7 november 2019)

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel ‘Weer hoofdofficier weg bij het OM’? 1)

Antwoord vraag 1

Ja

Vraag 2

Deelt u de opvatting dat het bijzonder pijnlijk is dat zo kort na het verschijnen van het rapport van de Onderzoekscommissie Openbaar Ministerie (commissie-Fokkens) en de daaruit voorvloeiende verbeterambities het openbaar ministerie (OM) geconfronteerd wordt met een casus als deze?

Antwoord vraag 2

Ik verwijs hieromtrent naar hetgeen het College van procureurs-generaal (hierna: het College) in een persbericht op 1 november 2019 over deze kwestie heeft bericht.[1]. Lopende het klachtonderzoek past het mij niet vooruit te lopen op de mogelijke uitkomsten daarvan.

Vraag 3

Klopt het dat tegen deze hoofdofficier door verscheidene medewerkers van het parket Centrale Verwerking Openbaar Ministerie (CVOM) klachten zijn ingediend over ongewenste omgangsvormen? Is er

alleen een klacht ingediend tegen deze hoofdofficier of zijn er ook ten aanzien van andere personen werkzaam bij het OM klachten ingediend?

Antwoord vraag 3

Het is juist dat door medewerkers van het parket CVOM een klacht is ingediend. De klacht heeft behalve op de hoofdofficier van justitie van het CVOM ook betrekking op andere medewerkers van het OM, waaronder een lid van het College. Over de aard en inhoud van deze klacht doe ik, in verband met de vertrouwelijkheid daarvan, geen mededelingen.

Vraag 4

Sinds wanneer is deze hoofdofficier werkzaam bij het parket CVOM?

Kunt u aangeven in hoeverre zijn benoeming tot stand is gekomen overeenkomstig de in het Plan van aanpak OM naar aanleiding van

het rapport van de commissie-Fokkens (d.d. 6 juni 2019) beschreven benoemingsprocedure?

Antwoord vraag 4

De tijdelijke benoemingsprocedure topstructuur waarnaar wordt verwezen in het plan van aanpak wordt door het OM gehanteerd vanaf 1 januari 2019.

Betrokkene is per 1 september 2018 benoemd tot hoofdofficier van justitie bij het parket Centrale Verwerking Openbaar Ministerie (CVOM).

Vraag 5

Kunt u aangeven hoe deze klacht behandeld is, of wordt behandeld?

Kunt u daarbij in ogenschouw nemen de in het Plan van aanpak OM naar aanleiding van het rapport van de commissie-Fokkens (d.d. 6 juni

2019) beschreven procedures en voorzieningen (vertrouwenspersonen, inzet bureau integriteit OM, verrichten van onderzoek, aansluiting bij Gedragscode Rijk, enz)? Heeft dit (nieuwe) stelsel van integriteitsbeleid adequaat gefunctioneerd? Is het mogelijk deze vraag te beantwoorden aan de hand van een tijdlijn op hoofdlijnen?

Antwoord vraag 5

De beoordeling van de klacht is opgesplitst in twee delen: voor zover de klacht betrekking heeft op de gedragingen van een lid van het College ligt de beoordeling hiervan bij mijn departement, voor de overige klachtonderdelen ligt de beoordeling bij het College. Zowel mijn departement als het College laten zich voor de beoordeling adviseren door een afzonderlijke onafhankelijke klachtenadviescommissie. Lopende een klachtprocedure past het mij niet verder in te gaan op de inhoud en aanpak van de klacht.

Vraag 6

Wilt u deze vragen beantwoorden ruim voor het op 12 december 2019 gepland staande algemeen overleg over het rapport van de Onderzoekscommissie Openbaar Ministerie (commissie-Fokkens)?

Antwoord vraag 6

Ja

1) NRC, 2 november 2019



[1] https://www.om.nl/actueel/nieuwsberichten/@107002/reactie-bericht-nrc/

Indiener(s)