Antwoord op vragen van de leden Remco Dijkstra en Aukje de Vries hebben vragen gesteld over het bericht “Oefenen voor een no deal Brexit”

Geachte Voorzitter,

De leden Dijkstra en De Vries (beiden VVD) hebben vragen gesteld over het bericht “Oefenen voor een no deal Brexit” aan mijn collega van Infrastructuur en Waterstaat (I&W) (kenmerk 2019Z14039). De vragen liggen op het terrein van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) en mijn collega van I&W heeft mij derhalve gevraagd deze vragen te beantwoorden. Hierbij bied ik uw Kamer, mede namens de minister van I&W en de minister van Buitenlandse Zaken, de antwoorden aan.

Carola Schouten

Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit


1

Kent u het bericht “Oefenen voor een no-deal Brexit” van Maritiem Nederland?

Antwoord

Ja.


2

Bent u op hoogte van het feit dat de Rotterdamse haven een Border Inspection Point (BIP) mist aan de noordoever van de Nieuwe Waterweg?

3

Wat zijn daarvan de gevolgen bij een no-deal Brexit waarin het Verenigd Koninkrijk een 'derde land' zou worden? Welke sectoren worden daardoor geraakt? Deelt u de mening dat vertragingen als gevolg van het ontbreken een BIP op de noordoever van de Nieuwe Waterweg onwenselijk is voor de Rotterdamse haven en de regio?

4

Deelt u de mening dat een BIP nodig is aan de noordoever van de Nieuwe Waterweg in de Rotterdamse haven om ervoor te zorgen dat er geen onnodige vertraging wordt opgelopen bij het inspecteren van goederen en een goede doorstroming te realiseren?

5

Wat is er volgens u voor nodig om een BIP te realiseren aan de noordoever van de Nieuwe Waterweg?

Wie is er verantwoordelijk voor de aanleg van zo’n nieuw BIP en op welke termijn zou dit verwacht kunnen worden?

6

Wie is er verantwoordelijk voor de financiering van een BIP? Bent u voornemens financieel bij te dragen aan de realisatie van een nieuw BIP?

7

Is goedkeuring van de Europese Commissie nodig om een BIP aan te leggen? Zo ja, bent u voornemens deze toestemming te verkrijgen in Brussel?

8

Zijn er elders in het land vergelijkbare knelpunten? Zo ja, welke? Hoe gaan die opgelost worden?

Antwoord vraag 2 t/m 8

Het ministerie van LNV en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) zijn al geruime tijd in overleg met betrokken private en publieke partijen rondom de grensinspectieposten. Uw Kamer is en wordt in aanloop naar Brexit doorlopend zowel mondeling als schriftelijk via o.a. technische briefings, Kamervragen en Kamerbrieven op de hoogte gehouden over de ontwikkelingen rondom de grensinspectieposten. Voor een uitgebreide toelichting en antwoord op uw vragen verwijs ik u naar enkele relevante brieven [1] en beantwoording van vragen uit uw Kamer[2]. Voor de meest actuele stand van zaken verwijs ik nu naar de brief over de Mededeling Brexit d.d. 12 juni 2019 en toezegging update nationale no deal voorbereidingen, die begin juli jl. naar uw Kamer gezonden is .
Over de eventuele inrichting van een inspectiepost voor levende dieren bij de ferryhavens lopen de gesprekken nog. Ik blijf mij inspannen om samen met de NVWA en betrokken private partijen voortdurend naar geschikte (tijdelijke) locaties en oplossingen te zoeken. Voor zover dit mogelijk is binnen de Europese staatsteunkaders en de grenzen die deze stellen aan percentages en omvang van bedragen, wil LNV deze oplossingen faciliteren door onder strikte voorwaarden een subsidie te verstrekken voor de inrichting van een inspectiepost en een garantiestelling op het verlies op een eventuele grondpositie. Het blijkt voor het bedrijfsleven lastig om goede businesscases rond te krijgen, mede vanwege de geringe aantallen levende dieren die via de zeehavens ons land binnenkomen en de onzekerheid over de beschikbaarheid van alternatieven via andere routes vanuit het VK naar de EU. Er is op dit moment een aanvraag voor een inspectiepost voor bepaalde soorten levende dieren ingediend; de NVWA is in gesprek met de indiener hierover met het oog op een tijdige aanmelding van een kansrijke aanvraag bij de Europese Commissie. De locatie van een inspectiepost voor levende dieren zal in de directe nabijheid van de aankomstlocatie moeten liggen.



[1] (1) Kamerstuk 23 987, nr. 272; (2) Kamerstuk 35 084, nr. 31; (3) Kamerstuk 23987, nr. 323.

[2] (1) Aanhangsel Handelingen II 2018/19, nr. 2172; (2) Aanhangsel Handelingen II 2019/19, nr. 1690; (3) Aanhangsel Handelingen II 2018/19, nr. 1320; (4) Aanhangsel Handelingen II 2018/19, nr. 1262.

.

Indiener(s)