Antwoord op vragen van het lid Peters over "opvallend baanverlies binnen banenafspraak"

Hierbij zend ik u de antwoorden op de Kamervragen van het lid Peters (CDA) over "opvallend baanverlies binnen banenafspraak".

De Staatssecretaris van Sociale Zaken

en Werkgelegenheid,

T. van Ark


2019Z15619

Vragen van het lid Peters (CDA) aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en

Werkgelegenheid over de trendrapportage banenafspraak eerste kwartaal 2019. (Ingezonden 9 augustus 2019).

1.

Heeft u kennisgenomen van de tussentijdse rapportage van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) over de doelstelling om mensen met een arbeidsbeperking aan het

werk te helpen?

Antwoord vraag 1:

Ja

2.

Wat is uw reactie op de constatering van het UWV dat er in vergelijking met het voorgaande kwartaal een netto banenverlies is van 1.411 banen? Bent u het eens dat dit niet de bedoeling kan zijn?

3.

Hoe verklaart u dit verlies aan banen voor mensen met een arbeidsbeperking?

4. In hoeverre is er een verband met de uitstroom uit de banenafspraak naar beschut werk? Hoe groot is deze uitstroom precies?

5.

Wat betekent dit banenverlies binnen de banenafspraak per saldo voor de werkgelegenheid van mensen met een beperking?

Antwoord vraag 2 t/m 5:

In juli is de trendrapportage banenafspraak over het eerste kwartaal van 2019 verschenen. Arbeidsmarktregio’s gebruiken de trendrapportage om de regionale voortgang van de banenafspraak te monitoren. De trendrapportage is echter niet geschikt voor de officiële monitoring van de banenafspraak. De officiële meting van de banenafspraak vindt elk jaar begin juli plaats. Op 4 juli heb ik u geïnformeerd over de resultaten van 2018.

Om seizoenseffecten uit te sluiten worden trendrapportages altijd vergeleken met dezelfde periode een jaar eerder. De trendrapportage van het eerste kwartaal van 2019 wordt daarom vergeleken met het eerste kwartaal van 2018. Hieruit blijkt dat het aantal banen in een jaar tijd met 13.235 is toegenomen. De werkgelegenheid voor mensen met een beperking is in een jaar tijd dus toegenomen.

Als het eerste kwartaal van 2019 toch wordt vergeleken met het vierde kwartaal van 2018, zoals in vraag 2, valt op dat er netto 1.411 minder banen zijn. Deze daling wordt onder andere veroorzaakt door seizoenseffecten. In het algemeen geldt dat gemiddeld genomen mensen meer uren in het vierde kwartaal van een jaar werken dan in het eerste kwartaal van een jaar.

Daarnaast zijn er minder mensen vanuit de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) gedetacheerd bij reguliere werkgevers. [1] Netto gaat het om een afname van 881 mensen in het eerste kwartaal 2019 ten opzichte van het vierde kwartaal 2018. Deze mensen werken nu intern in een Wsw beschut- werkbaan bij het sociaal werk-bedrijf (sw-bedrijf) in plaats van dat ze gedetacheerd zijn bij een reguliere werkgever. Ze hebben dus nog wel een baan, deze baan telt alleen niet meer mee voor de banenafspraak. In de banenafspraak tellen immers alleen banen bij reguliere werkgevers mee.

6.

Constaterende dat er sinds de nulmeting in 2012 tot nu toe 51.978 banen voor mensen met een beperking binnen de banenafspraak gecreëerd zijn, bent u bereid om op korte termijn in overleg te gaan met de sociale partners om ervoor te zorgen dat de afspraak om eind dit jaar 55.000 banen te

realiseren, wordt gehaald?

Antwoord vraag 6:

Jaarlijks hebben alle werkgevers tezamen tot nu toe de macro-aantallen gehaald. Ik krijg uit het gehele land signalen waaruit blijkt dat werkgevers gemotiveerd zijn om mensen met een beperking een kans te geven. Tot en met 2018 hebben werkgevers al bijna 52.000 banen van de 55.000 banen gerealiseerd. Ik acht daarom de doelstelling om eind 2019 55.000 extra banen te realiseren, haalbaar.

De afgelopen tijd heb ik met verschillende (sociale) partners gesproken over de houdbaarheid van het systeem van de banenafspraak op de lange termijn. Zij gaven aan dat zij de huidige werkwijze Wet banenafspraak complex vinden en leidt tot administratieve lasten. Ik ben daarom het systeem van de banenafspraak aan het vereenvoudigen. Ik wil het systeem zo vormgeven dat werkgevers meer mogelijkheden krijgen om banen te creëren en dat de administratieve lasten voor werkgevers en de uitvoering minder worden. Doel van de vereenvoudiging is om het mogelijk te maken dat ook op de lange termijn de extra banen voor de doelgroep banenafspraak er kunnen komen. Eind dit jaar zal ik u verder informeren over de vereenvoudiging.



[1] Mensen met een Wsw-indicatie die in dienst zijn bij een sw-bedrijf kunnen intern werken (Wsw beschut) of gedetacheerd zijn bij een reguliere werkgever.

Indiener(s)