Antwoorden Kamervragen van het lid Kuiken (PvdA) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de Nederlandse Drugsaanpak (ingezonden 15 mei 2019, nr. 2019Z09576 )
Vraag 1
Kent u het bericht 'Nederlandse drugsaanpak onhoudbaar'? 1)
Antwoord vraag 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de analyse van de genoemde recherchechef dat de huidige aanpak van de zware georganiseerde misdaad niet meer afdoende is om de problemen te bestrijden? Zo ja, waarom en wat gaat u anders doen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord vraag 2
Hoe de strijd tegen de georganiseerde misdaad gevoerd moet worden, is onderwerp van permanente discussie met alle partners in die aanpak. De aanpak van de georganiseerde misdaad is geen vaststaand gegeven: door middel van instrumenten als de vierjaarlijkse Veiligheidsagenda wordt deze aanpak zeer regelmatig tegen het licht gehouden en prioriteiten zo nodig anders gelegd.
Vraag 3
Deelt u de opvatting van de recherchechef dat een grootschalig onderzoek nodig is waarbij wetenschappers zouden moeten adviseren of regulatie of legalisatie in Europees verband een oplossing van het probleem vormt? Zo ja, hoe en op welke termijn gaat u dit entameren? Zo nee, waarom niet?
Antwoord vraag 3
Harddrugs, waar het hier over gaat, zijn middelen waarvan de afweging is
gemaakt dat deze dermate schadelijk zijn voor mens en maatschappij, dat wij
als overheid ons genoodzaakt zien de productie, distributie, verkoop etc.
ervan te verbieden. Dit is een principe dat internationaal breed wordt
onderschreven en is vastgelegd in internationale verdragen. Tegen criminele
netwerken die dit verbod overtreden zullen wij als overheid altijd
optreden.
Nog voor het zomerreces stuur ik uw Kamer een brief waarin ik inga op het beleid ten aanzien van de problematiek van de synthetische drugs, waaronder het handhavingsbeleid op festivals en evenementen, en de ontwikkelingen op het gebied van wetgeving.
In het regeerakkoord is opgenomen dat het kabinet een experiment start met
een gesloten cannabisketen, om te bezien wat de effecten zijn op de
criminaliteit, veiligheid, overlast en volksgezondheid. Hier wordt
momenteel uitvoering aan gegeven. Dit experiment past binnen een
voorzichtige internationale trend om anders te kijken naar de regelgeving
voor cannabis.
Over harddrugs zoals XTC bestaat een internationale consensus dat ze een
onaanvaardbaar risico voor mens en maatschappij vormen. Daarom staan ze in
Nederland op lijst I van de Opiumwet.Het in het leven roepen van een
commissie die onderzoek gaat doen zoals wordt voorgesteld, acht ik dan ook
niet opportuun.
Vraag 4
Deelt u de mening dat meer gedaan moet worden aan preventie en ontmoediging van drugsgebruik? Zo ja, hoe gaat u hiervoor zorgen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord vraag 4
De staatssecretaris van VWS heeft uw Kamer per brief van 25 april 2019
geïnformeerd over het (hard)drugspreventiebeleid. [1] Het preventiebeleid zet
stevig in op het voorkomen van gebruik en van de normalisering ervan binnen
bepaalde groepen. Dit is geen eenvoudige opgave en de inspanning vergt een
lange adem. De kern van het beleid is via zoveel mogelijk kanalen - ouders,
gemeenten, scholen, professionals, horeca, organisatoren van evenementen en
door informatievoorziening – zorgen dat jongeren en jongvolwassenen zich
bewust zijn van de risico’s. Het beleid wordt de komende jaren aangevuld
met vijf nieuwe maatregelen. Een van deze maatregelen is het ontwikkelen
van innovatieve interventies waarmee voorkomen wordt dat jongeren beginnen
met drugsgebruik. Verder bereiden we ook een wetswijziging van de Opiumwet
voor waarmee we in één keer veel gevaarlijke Nieuwe Psychoactieve Stoffen
(NPS) kunnen verbieden. Om het drugsgebruik van een aantal middelen, zoals
GHB, XTC en cocaïne, te ontmoedigen, worden er specifieke maatregelen
genomen.
1) NRC Next, 14 mei 2019,
https://www.nrc.nl/nieuws/2019/05/13/nederlandse-drugsaanpak-onhoudbaar-a3960117