Antwoorden Kamervragen van de ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en voor Rechtsbescherming op schriftelijke vragen van het lid Kuiken (PvdA) over het bericht dat jongeren die grensoverschrijdend gedrag vertonen niet worden behandeld ( 2019Z08634 )
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht ‘Tientallen jongeren met
grensoverschrijdend gedrag worden niet behandeld’? [1]
Antwoord op vraag 1
Ja.
Vraag 2
Heeft u een landelijk overzicht van het aantal jongeren met soortgelijk
risicovol gedrag dat hiervoor forensische gezondheidszorg ontvangt?
Laten deze cijfers een zelfde trend zien als in Rotterdam? Zo nee, bent
u bereid deze inventarisatie op te nemen in uw huidige onderzoek naar
de staat van de jeugdzorg?
Antwoord op vraag 2
Er bestaat geen landelijk overzicht van het aantal jongeren met soortgelijk
risicovol gedrag dat opgenomen kan worden in het huidige onderzoek naar de
staat van de jeugdzorg.
Vraag 3
Deelt u de mening dat tekenen van dit type gedrag bij jongeren uiterst
serieus genomen moeten worden en door de juiste, forensisch
gespecialiseerde, klinieken dienen te worden behandeld?
Antwoord op vraag 3
Ja, ik vind dat dit type gedrag zeer serieus genomen moet worden en dat
indien uit de intake blijkt dat behandeling noodzakelijk is, dit door de
juiste klinieken, met voldoende expertise, dient plaats te vinden.
Vraag 4
Heeft u inzicht in hoe het kan voorkomen dat een rechterlijk vonnis tot
behandelen niet wordt nageleefd? Welke rol spelen wachttijden hierbij?
Welke mogelijke maatregelen kunnen worden genomen om te voorkomen dat
dit gebeurt?
Antwoord op vraag 4
Om te verzekeren dat vonnissen op dit onderdeel daadwerkelijk worden uitgevoerd, verplicht de Jeugdwet gemeenten de jeugdhulp die een rechter nodig acht, in te zetten. Oorzaak van het niet onverwijld beschikbaar zijn van verplichte behandeling kan zijn dat deze hulp niet is ingekocht of dat er wachttijden zijn. Met name bij hoog specialistische zorg herkennen we het probleem dat jongeren lang moeten wachten. Dit probleem blijkt niet eenvoudig op te lossen. Per regio, per sector en per cliënt verschilt de problematiek en daarmee ook de in te zetten interventie. In acute gevallen zal altijd per direct jeugdhulp ingezet worden. Maar dat is niet voldoende. Daarom hebben we met gemeenten afgesproken dat zij zorgen voor een regionale aanpak van wachtlijsten en wachttijden. Alle regio’s hebben inmiddels een regionaal expertteam waar complexe zorgvragen besproken kunnen worden en van een passend advies c.q. aanbod voorzien kunnen worden. Daarnaast heeft elke regio afspraken gemaakt met aanbieders over hoe om te gaan met wachttijden en wachtlijsten. Tenslotte wordt gewerkt aan het versterken van doorzettingsmacht van de expertteams. Het is belangrijk dat er voldoende mandaat is om te kunnen handelen bij uitblijven van een passend aanbod.
Vraag 5
Bent u bereid, zoals de gemeenten vragen, deze signalen serieus te
nemen en gehoor te geven aan de financiële vraag zodat deze risicovolle
groep jongeren tijdig geholpen wordt? Zo nee, waarom niet?
Antwoord op vraag 5
Op 27 mei 2019 hebben we u geïnformeerd over de uitkomsten van de
voorjaarsbesluitvorming. Gemeenten ontvangen de komende jaren extra
middelen om de vraag naar jeugdhulp en de stijging van de uitgaven op te
vangen. In aanvulling op het Programma Zorg voor de Jeugd worden nadere
afspraken gemaakt om de beoogde doelen te bereiken. Met dit alles hebben we
er vertrouwen in dat we – met de inzet van gemeenten en alle partijen in
het veld – er voor zorgdragen dat kinderen en gezinnen die dat nodig hebben
tijdig passende jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering ontvangen.
Vraag 6
Hoe interpreteert u deze signalen vanuit de forensische ggz in het
licht van de recente groepsverkrachtingen die zich in dezelfde regio
afspeelden? [2]
Is dit naar uw mening aanleiding om een nationale aanpak door uw
ministeries gezamenlijk te laten formuleren?
Antwoord op vraag 6
We vinden het belangrijk dat minderjarigen de jeugdhulp die hen in verband
met een gepleegd strafbaar feit door een rechter wordt opgelegd, ook
daadwerkelijk krijgen.
Met de invoering van de Jeugdwet is de verantwoordelijkheid voor de inzet en financiering van deze jeugdhulp overgeheveld naar de gemeenten. In het programma Zorg voor de Jeugd zetten wij ons samen met de VNG in voor de tijdige beschikbaarheid van jeugdhulp die jongeren nodig hebben, ook wanneer dat plaatsvindt in strafrechtelijk kader. Binnenkort ontvangt u de voortgangsrapportage waarin wij nader toelichten welke maatregelen we hebben getroffen en nog zullen treffen om de jeugdhulp in strafrechtelijk kader tijdig beschikbaar te maken.