In antwoord op uw brief van 23 april 2019 deel ik u mee dat de schriftelijke Kamervragen van het lid Van Nispen (SP) over de pilot van Legal Guard en de overeenkomst met de Raad voor Rechtsbijstand, worden beantwoord zoals aangegeven in de bijlage bij deze brief.
De Minister voor Rechtsbescherming,
Sander Dekker
Antwoorden Kamervragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister voor Rechtsbescherming over de pilot van Legal Guard en de overeenkomst met de Raad voor Rechtsbijstand (ingezonden 23 april 2019, nr. 2019Z08308)
Vraag 1
Herinnert u zich uw eerdere antwoorden op Kamervragen over de start van de pilot consumentenzaken met Legal Guard? 1)
Antwoord vraag 1
Ja
Vraag 2
Bent u bekend met het WOB-verzoek waarmee een kopie van de overeenkomst tussen Achmea en de Raad voor Rechtsbijstand is verkregen waarover ‘@strafarresten’ informatie op Twitter publiceerde? 2)
Antwoord vraag 2
Ja, hier ben ik van op de hoogte.
Vraag 3
Wat kost deze pilot in totaal en door wie worden deze kosten betaald?
Antwoord vraag 3
De kosten worden door de Raad voor Rechtsbijstand betaald. De totale kosten van de pilot zijn nog niet bekend, aangezien deze net is gestart. Wel heeft de Raad voor Rechtsbijstand in de door haar gesloten overeenkomst Pilot Consumentenrecht 2019-2020 (zie https://www.rvr.org/binaries/content/assets/rvrorg/informatie-over-de-raad/besluit-wob-verzoek-d.d.-12-april-2019.pdf ) een vergoedingensystematiek met Legal Guard afgesproken, die er als volgt uit ziet:
De kosten per zaak zijn als volgt:
· indien de diensten in maximaal 200 zaken worden verleend:
€ 929,- per zaak;
· indien de diensten in minimaal 201 tot ten hoogste 400 zaken worden verleend: € 703,- per zaak;
· indien de diensten in minimaal 401 tot ten hoogste 600 zaken worden verleend: € 667,- per zaak;
Vraag 4
Kunt u uw antwoord nuanceren dat de klankbordgroep, die de pilot begeleidt, bestaat uit vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties in de consumentensector en de Nederlandse Orde van Advocaten, gelet op het feit dat de Nederlandse Orde van Advocaten zich haastte publiekelijk te melden geen deelnemer te zijn aan deze pilot (en slechts 1 beleidsmedewerker als waarnemer in de klankbordgroep te hebben), en de Consumentenbond heeft geweigerd zitting te nemen omdat zij de pilot ziet als bezuinigingsmaatregel waarvan onduidelijk is of die leidt tot een betere toegang tot het recht? Wat zegt dit volgens u?
Antwoord vraag 4
De Raad voor Rechtsbijstand heeft verschillende maatschappelijke organisaties benaderd voor deelname aan de klankbordgroep. De Nederlandse Orde van Advocaten heeft aan de bestuurder van de Raad voor Rechtsbijstand laten weten als waarnemer aan de klankbordgroep deel te willen nemen. De Raad heeft ingestemd met deze waarnemersrol.
De Raad voor Rechtsbijstand betreurt het dat de Consumentenbond heeft geweigerd zitting te nemen in de klankbordgroep. Deelname aan de klankbordgroep biedt immers de mogelijkheid om in detail mee te kijken naar de pilot en deze te begeleiden. Daarnaast vraagt het lidmaatschap geen commitment van de leden ten aanzien van de uitkomsten van de pilot of mijn beleidsvoornemens. De Consumentenbond ziet dit anders. De Raad voor Rechtsbijstand respecteert de keuze van de Consumentenbond.
Vraag 5
Is bewust gekozen voor een maximum van 750 zaken vanwege het feit dat de pilot daarmee onder de aanbestedingsgrenzen zou vallen? Waarom wilde u deze pilot per se niet aanbesteden?
Antwoord vraag 5
De besluitvorming over het wel of niet aanbesteden van de pilot valt buiten
mijn verantwoordelijkheid. De pilot is tot stand gekomen op initiatief van
de Raad voor Rechtsbijstand en wordt onder de verantwoordelijkheid van de
Raad voor Rechtsbijstand uitgevoerd. Het is echter juist dat de Raad voor
Rechtsbijstand bewust heeft gekozen voor een maximum van 750 zaken. Het
doel van de pilot is leerervaring opdoen met een aanbieder van juridische
dienstverlening – in casu een rechtsbijstandverzekeraar – die geen deel
uitmaakt van het huidige stelsel van rechtsbijstand. Om voldoende,
significante data over de werkwijze van deze aanbieder te kunnen genereren,
heeft de Raad voor Rechtsbijstand gekozen voor deze omvang van zaken in de
pilot.
Vraag 6
Weet u zeker dat het initiatief voor deze pilot bij de Raad voor Rechtsbijstand lag en dit geen idee van Achmea was?
Antwoord vraag 6
Het contact tussen de Raad voor Rechtsbijstand en Achmea loopt al sinds
2016 toen de Raad voor Rechtsbijstand voornemens was om in hun
Rechtwijzerapplicatie een platform te bouwen voor huurgeschillen. Dit is
toen om diverse redenen niet doorgegaan. De Raad voor Rechtsbijstand heeft
het contact met Achmea gehouden om te onderzoeken of er op een andere wijze
samengewerkt kan worden rond gestandaardiseerde hulp. Gaandeweg is het idee
voor een pilot op het gebied van het consumentenrecht ontstaan.
Vraag 7
Waarom vindt u het moeilijk een vergelijking te maken tussen de vergoeding die in deze pilot per zaak is afgesproken en de vergoeding die bij een vergelijkbare zaak aan een sociaal advocaat toekomt? Het klopt toch dat een bedrag van minimaal 626 euro per zaak wordt betaald, ook voor de zaken waarin heel weinig werk verricht hoeft te worden? Ook klopt het toch dat Legal Guard geen aanvullende proceshandelingen hoeft te verrichten en juristen in mag zetten die niet aan dezelfde opleidings- en kwaliteitseisen als sociaal advocaten hoeven te voldoen? Het is toch zo dat Legal Guard de proceskosten wederpartij en buitengerechtelijke incassokosten mag houden terwijl advocaten die procederen op toevoeging die af moeten dragen, en dat Legal Guard het voordeel heeft dat het geld aan het begin van de zaak wordt uitgekeerd terwijl sociaal advocaten daar vaak heel lang op moeten wachten? Erkent u inmiddels dat de vergoedingen aan Legal Guard hoger zijn en dat daarnaast betere voorwaarden gelden dan voor sociaal advocaten in vergelijkbare zaken?
Antwoord vraag 7
De Raad voor Rechtsbijstand betaalt geen forfaitaire vergoeding, maar een tarief op basis van de eerder genoemde staffel (zie antwoord vraag 3). Hierdoor kan ervaring worden opgedaan met een andere manier van bekostigen. De aanname is dat de meeste zaken via module 1 en 2 van het arrangement kunnen worden afgehandeld waardoor de kosten voor een groter volume (van 750 zaken) in beeld kunnen worden gebracht. Dat is een ander uitgangspunt dan de forfaitaire vergoeding en daardoor niet vergelijkbaar. Voor het nieuwe stelsel wil ik onderzoeken hoe er meer voor oplossingsrichtingen kan worden betaald in plaats van forfaitaire uren, zodat de oplossing meer centraal staat. Deze pilot doet daarmee een eerste ervaring op.
Voor wat betreft de opleidingseisen geldt dat de juristen van Legal Guard geen advocaat zijn; zij voldoen dan ook niet aan dezelfde opleidings-en kwaliteitseisen als sociale advocaten. De juristen van Legal Guard moeten voldoen aan de Kwaliteitscode Rechtsbijstand en de door de werkgever gestelde eisen.
Bij het nieuwe stelsel wil ik kwaliteitscriteria stellen aan pakketten/oplossingsrichtingen die voor de rechtshulp gelden ongeacht of die wordt verleend door een advocaat.
Wat betreft de proceskosten en buitengerechtelijke incassokosten is het
inderdaad zo dat Legal Guard deze kosten mag houden. Het is eveneens juist
dat het geld aan het begin van de zaak wordt uitgekeerd. Deze afspraken
zijn door de Raad voor Rechtsbijstand in het kader van deze specifieke
pilot gemaakt.
Vraag 8
Wat moet een rechtszoekende doen als het werk voor Legal Guard erop zit
na het opstellen van één processtuk en één zitting, maar de zaak nog
niet is afgerond? Moet dan alsnog een advocaat worden ingeschakeld en
wat betekent dat dan voor de vergoeding voor de rest van het werk?
Antwoord vraag 8
De Raad voor Rechtsbijstand stelt zich op het standpunt dat burgers die aan
de pilot deelnemen geen nadeel mogen ondervinden door deelname aan de
pilot. Mocht een zaak niet kunnen worden afgerond binnen de dienstverlening
van Legal Guard, dan kan de burger zich tot de Raad voor Rechtsbijstand
wenden voor een reguliere toevoeging.
Vraag 9
Waarom vindt u het gerechtvaardigd dat rechtszoekenden bij sociaal advocaten hogere eigen bijdragen moeten betalen dan in deze pilot? Begrijpt u de opmerking dat dit een vorm van ‘concurrentievervalsing’ is?
Antwoord vraag 9
De Raad voor Rechtsbijstand heeft deze lagere bijdrage bepaald om deelname
aan de pilot te stimuleren. De werkwijze in de pilot is ook voor
rechtzoekenden iets nieuws en daarmee minder vertrouwd. De lagere eigen
bijdrage is bedoeld om mensen te prikkelen om mee te doen met de pilot. Een
dergelijke bepaling is mogelijk in de Wet op de rechtsbijstand. Ik verwijs
u naar artikel 4 van het Besluit toevoeging mediation waarin ook voor
mediation een dergelijke prikkel bestaat. De lagere bijdrage geldt in dit
geval specifiek voor deze pilot en is daarom geen ‘concurrentievervalsing’.
Het staat de rechtszoekende in een consumentengeschil vrij om deel te nemen
aan de pilot of voor een reguliere toevoeging te kiezen.
Vraag 10
Kunt u uw antwoord op vraag 7 (1) nog eens bekijken, waarin u stelt dat de normen en eisen aan de juristen van Legal Guard gelijk zijn aan die voor advocaten werkzaam in de sociale advocatuur? Erkent u dat advocaten onder tuchtrecht staan en aan veel meer opleidings- en kwaliteitseisen gebonden zijn? Zo ja, waarom schrijft u dat dan niet op? Zo nee, kunt u aantonen dat de normen en eisen voor de juristen van Legal Guard hieraan gelijk zijn?
Antwoord vraag 10
U heeft gelijk dat advocaten onder tuchtrecht staan en de juristen bij
Legal Guard die geen advocaat zijn, niet. Voor advocaten die in dienst zijn
van Achmea gelden de Advocatenwet en tuchtrechtelijke gedragsregels.
De juristen van Legal Guard voldoen, voorzover van toepassing, aan de Kwaliteitscode Rechtsbijstand. Daarnaast heeft de Raad voor Rechtsbijstand in haar overeenkomst met Achmea serviceafspraken opgenomen over de dienstverlening van Legal Guard. Wat betreft klachten, klantsignalen en geschillen wordt de interne procedure van Achmea gehanteerd. De klachtenprocedure voldoet tenminste aan de Kifid-richtlijnen interne klachtprocedure. De Tuchtraad Assurantiën toetst bij klachten het handelen en/of nalaten van de rechtsbijstandsverzekeraar onder meer aan de Kwaliteitscode Rechtsbijstand.
Vraag 11
Waarom heeft de Raad voor Rechtsbijstand in deze overeenkomst de inspanningsverplichting op zich genomen om deze pilot zichtbaar te ondersteunen, te promoten en waar mogelijk van alle vormen van aandacht te voorzien? Waarom kan Achmea niet voor zichzelf reclame maken?
Antwoord vraag 11
Om voldoende significante data voor een evaluatie te genereren, is het van
belang dat er voldoende zaken in de pilot worden behandeld. De Raad voor
Rechtsbijstand heeft daarom de inspanningsverplichting op zich genomen om
de pilot zichtbaar te ondersteunen. De Raad voor Rechtsbijstand wil via het
Juridisch Loket, Rechtwijzer.nl en door het informeren van ketenpartners
bekendheid voor de pilot genereren. Afhankelijk van de instroom van zaken
behoudt de Raad voor Rechtsbijstand zich het recht voor om andere middelen
in te zetten. Daarbij laat de Raad voor Rechtsbijstand weten dat niet
gedacht moet worden aan commerciële reclamecampagnes.
Vraag 12
Waarover
is precies geheimhouding tussen Legal Guard en de Raad voor
Rechtsbijstand afgesproken?
Antwoord vraag 12
Er is geheimhouding afgesproken over de vaste projectkosten en gegevens die
herleidbaar zijn tot personen werkzaam bij de Raad voor Rechtsbijstand en
Legal Guard, of betrokken bij de pilot.
Vraag 13
Kunt u deze vragen afzonderlijk beantwoorden?
Antwoord vraag 13
Ja.
1) Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018-2019, nr. 2325.
2) https://twitter.com/strafarresten/status/1118795250682802176