Antwoord op vragen van de leden Schonis en Groothuizen over het bericht ‘Reddingsschip Sea-Watch mag voorlopig weer uitvaren na winst rechtszaak’

Geachte voorzitter,

Hierbij ontvangt u de antwoorden op de vragen van de leden Schonis en Groothuizen (beiden D66) aan mij, ingezonden 8 mei 2019, en tevens op de vragen van leden Fritsma, Emiel van Dijk en Van Aalst (allen PVV) aan mij en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, ingezonden 9 mei 2019, over het bericht ‘Reddingsschip Sea-Watch mag voorlopig weer uitvaren na winst rechtszaak’. Deze laatste beantwoord ik mede namens de minister van Justitie en Veiligheid.

Hoogachtend,

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT,

drs. C. van Nieuwenhuizen Wijbenga


2019Z09131

Antwoorden op de vragen van de leden Schonis en Groothuizen (beiden D66), ingezonden 8 mei 2019, over het bericht ‘Reddingsschip Sea-Watch mag voorlopig weer uitvaren na winst rechtszaak’.

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht ‘Reddingsschip Sea-Watch mag voorlopig weer uitvaren na winst rechtszaak’? [1]

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Hoe gaat u het proces met Sea-Watch 3 tot medio augustus oppakken?

Antwoord 2

De rechter heeft opgedragen om het overleg tussen Sea Watch en IenW voort te zetten, zodat duidelijk wordt waaraan de Sea-Watch 3 op grond van de regeling moet voldoen. Ik ben uiteraard bereid daar waar de eisen nog niet duidelijk zijn, deze nader toe te lichten. Ik zal daarvoor de inhoudelijke experts van mijn ministerie beschikbaar stellen. Ik zal ook Sea Watch vragen op welke onderdelen van de eisen zij behoefte hebben aan nadere informatie, zodat wij meer gericht informatie kunnen verstrekken.

Vraag 3

Bent u nu wel bereid met Sea-Watch 3 in gesprek te gaan om tot een fatsoenlijke overgangstermijn te komen en duidelijkheid te verschaffen over de eisen waaraan Sea-Watch 3 moet voldoen?

Antwoord 3

De rechter heeft geoordeeld dat de regeling voor schepen die stelselmatig drenkelingen aan boord nemen rechtmatig is en in stand blijft. De regeling is dus nog steeds van kracht. Voor het specifieke geval van de Sea-Watch 3 heeft de rechter een termijn bepaald: de regeling zal niet worden toegepast op de Sea- Watch 3 tot en met 15 augustus 2019. Daarna is de regeling ook op de Sea-Watch 3 van toepassing.

Ten aanzien van het overleg om de eisen te verduidelijken verwijs ik u naar het antwoord op vraag 2. Mocht het overleg met Sea Watch niet leiden tot de gewenste duidelijkheid ten aanzien van de eisen, dan zal ik, conform de opdracht van de rechter, zelf duidelijkheid verschaffen over de eisen waaraan de Sea-Watch 3 moet voldoen. Over de toepasselijke eisen ben ik sinds half maart in overleg met Sea/Watch.