Antwoord op vragen van de leden Ploumen en Van den Hul over het bericht ‘Bowing to U.S. demands, UN waters down resolution on sexual violence in conflict’

 

Hierbij bieden wij de antwoorden aan op schriftelijke vragen gesteld door de leden Ploumen en Van Hul over het bericht ‘Bowing to U.S. demands, UN waters down resolution on sexual violence in conflict’. Deze vragen werden ingezonden op 29 april 2019 met kenmerk 2019Z08854.

 

 

De Minister van Buitenlandse Zaken,                De Minister voor Buitenlandse Handel

                                                                 en Ontwikkelingssamenwerking,

 

 

 

Stef Blok                                                  Sigrid A.M. Kaag  

 

[Ondertekenaar 1]

 

 

 

 

 

 

 

[Ondertekenaar 3]

[Ondertekenaar 4]

 

 

Antwoorden op vragen van de leden Ploumen en Van den Hul (PvdA) over het bericht ‘Bowing to U.S. demands, UN waters down resolution on sexual violence in conflict’

 

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht ‘Bowing to U.S. demands, UN waters down resolution on sexual violence in conflict’ van 24 april jl.? 1)

 

Antwoord

Ja.

 

Vraag 2

Betreurt u het dreigement van de VS met een veto indien de passage ‘sexual and reproductive health’ zou blijven staan in de resolutie? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze heeft u dit kenbaar gemaakt?

 

Antwoord

Ja, het kabinet betreurt het door u aangehaalde dreigement van de VS. Nederland heeft zich tijdens de interventie in het open debat expliciet uitgesproken voor seksuele en reproductieve gezondheid en rechten.

 

Vraag 3

Welke gevolgen heeft het schrappen van deze passage voor de hulp aan slachtoffers van seksueel geweld?

 

Vraag 4
Welk effect heeft de herbevestiging van de aangenomen resoluties uit 2009 en 2013 voor de (medische) hulp aan vrouwen en meisjes die slachtoffer zijn van seksueel geweld?

 

Antwoord vraag 3 en 4

De resoluties uit 2009 en 2013 zijn nog altijd volledig van kracht. De gevolgen van de nieuwe resolutie moeten bezien worden, maar de resolutie heeft geen directe consequenties voor de hulp aan slachtoffers van seksueel geweld. Organisaties en landen kunnen uiteraard nog altijd aan seksuele en reproductieve gezondheid van slachtoffers van seksueel geweld blijven werken.

 

Vraag 5

Onderschrijft u de uitspraak van de Franse ambassadeur bij de Verenigde Naties (VN) Francois Delattre:‘It is intolerable and incomprehensible that the Security Council is incapable of acknowledging that women and girls who suffered from sexual violence in conflict -and who obviously didn’t choose to become pregnant- should have the right to terminate their pregnancy’? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze heeft u dit kenbaar gemaakt?

 

Antwoord

Ja. Nederland heeft in zijn interventie expliciet verwezen naar, en steun uitgesproken voor, de Franse uitspraak.

 

Vraag 6

Is het u bekend hoeveel andere leden van de VN Veiligheidsraad deze uitspraak openlijk onderschrijven?

 

Antwoord

Dit is niet precies na te gaan. Naast Frankrijk spraken ook het Verenigd Koninkrijk, België en Zuid-Afrika een kritische stemverklaring uit, waarin zij het belang van seksuele en reproductieve gezondheid en rechten benadrukten. Ook de Dominicaanse Republiek had zich in haar interventie voor de stemming hiervoor uitgesproken.

 

Vraag 7

Zijn er gevolgen voor de financiering van het VN Bevolkingsfonds UNFPA? Zo ja, welke?

 

Antwoord

Er zijn geen gevolgen voor de financiering van UNFPA.

 

Vraag 8

Kunt u toelichten op welke wijze de voorgenomen verwijzing naar het Internationaal Strafhof is afgezwakt en in hoeverre het Internationaal Strafhof nog een rol speelt of kan spelen bij het bestrijden en voorkomen van geweld tegen vrouwen en meisjes?

 

Antwoord

In een eerste versie van de resolutie stond expliciet dat vooral het Internationaal Strafhof de strijd tegen straffeloosheid van de meest ernstige internationale misdrijven tegen vrouwen en meisjes heeft versterkt. In de uiteindelijke versie is de verwijzing naar het Internationaal Strafhof onder druk van een aantal leden van de Veiligheidsraad, waaronder de VS, verwijderd en in plaats daarvan gesteld dat alle nationale en internationale hoven en tribunalen hier aan hebben bijgedragen.

 

Het Statuut van Rome van het Internationaal Strafhof is het eerste internationale instrument geweest waarin verschillende vormen van seksueel en gender gerelateerde misdrijven werden opgenomen als misdrijven tegen de menselijkheid, oorlogsmisdrijven of, in bepaalde gevallen, genocide. Daders van deze misdrijven kunnen hierdoor vervolgd worden, ook als een land wiens onderdanen het betreft of op wiens grondgebied de misdrijven hebben plaatsgevonden dit niet wil of kan. Het zichtbaar ter verantwoording roepen van personen die verdacht worden van dergelijke misdrijven geeft een signaal aan potentiële plegers.

Indiener(s)


Stef  Blok