Antwoord op vragen van het lid Hijink over een Frans beursfonds dat toetreedt in de Nederlandse zorg

Geachte voorzitter,

 

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Hijink (SP) over een Frans beursfonds dat toetreedt in de Nederlandse zorg (2019Z08895).

 

(2019Z08895).

 

Hoogachtend,

 

de minister van Volksgezondheid,

Welzijn en Sport,

 

 

 

 

 

 

Hugo de Jonge

 

Antwoorden op Kamervragen van het Kamerlid Hijink (SP) over een Frans

beursfonds dat toetreedt in de Nederlandse zorg (2019Z08895)

 

 

Vraag 1

Wat vindt u van het feit dat meerdere Franse beursfondsen investeren in de Nederlandse commerciële woonzorg?1)

 

Antwoord 1

Ik vind dat langdurende beschikbaarheid van kwalitatief goede, toegankelijke en betaalbare zorg aan patiënten voorop moet staan. Zorginstellingen moeten zich daartoe, ongeacht de vorm van financiering of het eigenaarschap, houden aan de regelgeving rond kwaliteit. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) ziet er onder meer op toe dat het kwaliteitsniveau van geleverde zorg bij zorginstellingen voldoen aan de wettelijke standaarden.

 

Vraag 2

Hoe oordeelt u over het gegeven dat Stepping Stones, de organisatie die een omzet heeft gehaald van € 13 miljoen, huur en servicekosten vraagt aan bewoners die liggen tussen de € 1.750 en € 3.200 per maand, terwijl de zorg die bewoners krijgen grotendeels vergoed wordt door het zorgkantoor? Vindt u deze constructie wenselijk? Kunt u uw antwoord toelichten?

 

Antwoord 2

De scheiding van kosten voor wonen en zorg is mogelijk. Dit geeft mensen de mogelijkheid zelf een accommodatie te betrekken die bij hun wensen past. Mensen die vervolgens zorg nodig hebben, kunnen een beroep doen op de Wmo, Zvw en Wlz. Zij betalen de gebruikelijke eigen bijdrage(s) die horen bij de leveringsvorm van zorg. Dit staat in beginsel los van de huur en servicekosten voor de woning.

 

Vraag 3

Wat vindt u ervan dat dergelijke organisaties woningen via een vastgoed-bv verhuren en tegelijk zorg aan huis leveren vanuit een zorg-bv, zodat de winst op deze zorg uitgekeerd mag worden aan aandeelhouders? Is hier sprake van verkapte winstgevende verpleeghuizen? Kunt u uw antwoord toelichten?

 

Vraag 4

Bent u bereid uit te zoeken welke andere (buitenlandse) organisaties dergelijke constructies hanteren in de zorg? Zo neen, waarom niet?

 

Vraag 5

Bent u bereid om deze constructie van winstuitkering per direct te verbieden, aangezien er ook een winstuitkeringsverbod van kracht is op de intramurale verpleeghuiszorg? Zo neen, waarom niet?

 

Antwoord 3, 4 en 5

Mijn VWS-collega’s en ik hebben uw Kamer op 13 juli 2018 een brief gestuurd over winstuitkering door zorgaanbieders. Hierin hebben wij nader onderzoek aangekondigd naar een aantal aspecten rond winstuitkering. Het eerste onderzoek betreft een inhoudelijke analyse naar de huidige praktijk en de effecten daarvan op de betaalbaarheid, kwaliteit en toegankelijkheid van zorg. Hier wordt voor verschillende zorgsectoren onder meer gekeken naar behaalde winst, winstuitkering en uitbesteden van activiteiten naar dochterondernemingen en derden. Het tweede onderzoek betreft een juridische analyse naar de ruimte binnen de juridische kaders om winstuitkering door zorgaanbieders te kunnen beperken. Naast deze onderzoeken zijn ook andere betrokken (branche)organisaties in de gelegenheid gesteld hun zienswijze te geven. Wij streven ernaar uw Kamer voor de zomer over te informeren over de uitkomsten van deze onderzoeken en de conclusies die we daaraan verbinden.

 

 

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van Slootweg

(CDA), ingezonden 19 april 2019 (vraagnummer 2019Z08245).

1«Opnieuw slaat een Frans beursfonds toe op de Nederlandse zorgmarkt», Financieel Dagblad, 18 april

 

Indiener(s)