Antwoord op vragen van de leden Van Gent, Van den Bosch en Lodders over de afgelopen provinciale statenverkiezingen

 

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van de leden Van Gent, Van den Bosch en Lodders (allen VVD) over de afgelopen provinciale statenverkiezingen.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

 

 

 

 

drs. K.H. Ollongren

 

 

 

 

2019Z08309

 

Antwoorden op de vragen van de leden Van Gent, Van den Bosch en Lodders (allen VVD) over de afgelopen provinciale statenverkiezingen (ingezonden 23 april 2019)

 

Vraag 1

Kent u het bericht over de kosten van de hertelling van stemmen in de provincie Flevoland? 1)

 

1) https://www.omroepflevoland.nl/nieuws/170230/kosten-hertelling-geschat-op-een-ton (Omroep Flevoland, 17 april 2019)

 

Antwoord vraag 1

Ja.

 

Vraag 2

Wie betaalt de kosten van een hertelling van stemmen bij de verkiezingen die in Nederland worden gehouden?

 

Vraag 3

Is het waar dat gemeenten vanuit het gemeentefonds middelen krijgen voor de organisatie van verkiezingen waaruit ook de kosten van de hertellingen gefinancierd worden? Worden gemeenten geacht ook de kosten voor hertellingen voor hun rekening te nemen indien de hertelling door provincie of waterschap wordt aangevraagd? Zo ja, kunt u aangeven waar dit in de wet of beleidsregel is opgenomen? Zo nee, kunt u aangeven wie dan verantwoordelijk is voor de kosten en waar dit in de wet of beleidsregel is terug te vinden?

 

Vraag 4

Kunt u, indien de kosten voor de hertelling van de stemmen voor rekening van in dit geval de provincie Flevoland komen, aangeven of het provinciebestuur kan sturen om de kosten zo laag mogelijk te houden? Zo ja, op welke manier is dit vastgelegd? Zo nee, vindt u dit een wenselijke ontwikkeling?

 

Antwoord vragen 2, 3 en 4

De organisatie van verkiezingen is een wettelijke taak van gemeenten, die in medebewind wordt uitgevoerd. Inderdaad ontvangen gemeenten daarvoor jaarlijks middelen via de algemene uitkering uit het gemeentefonds. Het uitvoeren van een eventuele hertelling (en dus ook de bekostiging daarvan) is onderdeel van de organisatie van de verkiezing. Immers, zowel het centraal stembureau – in het kader van de vaststelling van de uitslag – als het vertegenwoordigend orgaan – in het kader van de beoordeling van de geldigheid van de verkiezing – kunnen besluiten dat een hertelling nodig is.

 

Vraag 5

Deelt u de mening dat elektronisch tellen van stemmen het proces van hertelling danig had kunnen versnellen, de kosten zou verlagen en de kans op hertellingen zou hebben verkleind? Zo nee, waarom niet?

 

Vraag 6

Bent u bereid te kijken naar een snelle invoer van elektronisch tellen van stemmen? Zo ja, op welke termijn kunnen we hier meer over vernemen? Zo nee, waarom niet?

 

Antwoord vragen 5 en 6

Hoe lang een telling duurt, wordt in belangrijke mate bepaald door het stembiljet. De grootte van het huidige stembiljet maakt de (handmatige) telling ervan tijdrovend. Voor elektronisch tellen is een ander stembiljet nodig. In mijn brief van 15 juni 2018 heb ik geschreven stappen te willen zetten om te kunnen experimenten met een nieuw stembiljet.[1] Ik heb u hierover recent voorstellen gedaan.[2] De stembiljetten waarmee ik wil experimenteren, tellen handmatig veel sneller dan het huidige stembiljet. Testen wijzen dat uit.[3] Deze stembiljetten zijn ook geschikt om elektronisch te tellen, op de manier die is geadviseerd door de Commissie onderzoek elektronisch stemmen in het stemlokaal (Commissie-Van Beek).[4]

 

Hoe lang het elektronisch tellen van de stembiljetten duurt, hangt af van een aantal factoren, waaronder de duur van de controle die nodig is om vast te stellen dat de elektronische telling integer is verlopen.[5] Ook wat de kosten betreft is de vergelijking met handmatig tellen niet makkelijk te maken. Een deel van de kosten zal waarschijnlijk voor elektronisch en handmatig tellen hetzelfde zijn, zoals de kosten voor de tellocatie. Een ander deel van de kosten zal verschillen. Mogelijk zijn er voor elektronisch tellen minder mensen nodig, maar daar staat tegenover dat er ondersteuning nodig zal zijn voor het geval er storingen zijn met de telsystemen.

 

In de voorliggende casus (hertelling in Flevoland) zou elektronisch tellen de kans op een hertelling naar mijn mening niet hebben verkleind. Aanleiding voor de hertelling was immers niet dat er aanwijsbare telfouten zouden zijn gemaakt, maar het feit dat een van de partijen slechts enkele stemmen tekortkwam voor een restzetel. Ook bij elektronisch tellen is een dergelijke uitslag mogelijk.

 

 

[1] Kamerstukken II 2017/18, 31 142, nr. 83, blz. 8 e.v. Het is wenselijk om eerst te experimenteren voordat een nieuw stembiljet landelijk wordt ingevoerd. Experimenten bieden duidelijkheid over de werking in de praktijk en geven inzicht in hoe kiezers het beste kunnen worden voorgelicht en ondersteund bij het gebruik van een nieuw stembiljet, bijvoorbeeld met hulpmiddelen.

[2] Brief van 9 mei 2019, kenmerk 2019-0000162661.

[3] Kamerstukken II 2013/14, 31 142, nr. 37, blg. 258063.

[4] Zie Commissie-Van Beek, “Elke stem telt”, Kamerstukken II 2013/14, 33 829, nr. 1, blg. 272828.

[5] Zie “Elke stem telt”, blz. 38 e.v.

Indiener(s)