Antwoord op vragen van het lid Karabulut over de veroordeling van Nasrin Sotoudeh in Iran

Hierbij bied ik u de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Karabulut (SP) over de veroordeling van Nasrin Sotoudeh in Iran. Deze vragen werden ingezonden op 13 maart 2019 met kenmerk 2019Z04932.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Stef Blok

[Ondertekenaar 1]

[Ondertekenaar 2]

[Ondertekenaar 3]

[Ondertekenaar 4]


Antwoorden van de Minister van Buitenlandse Zaken op vragen van het lid Karabulut (SP) over de veroordeling van Nasrin Sotoudeh in Iran

Vraag 1

Kent u het bericht ‘Iran: schandelijke straf van 33 jaar en 148 zweepslagen voor advocaat Sotoudeh’? 1)

Antwoord

Ja.

Vraag 2

Kunt u bevestigen dat advocaat en activist Nasrin Sotoudeh een achterlijk hoge straf opgelegd heeft gekregen, waaronder zweepslagen? Wat zijn de precieze feiten en hoe beoordeelt u dit?

Vraag 3

Bent u het eens met mensenrechtenorganisaties die stellen dat de Iraanse advocaat voor haar vreedzame werk als activist is veroordeeld en deze straf daarom verwerpelijk is?

Antwoord vragen 2 en 3

Voor zover bekend is Mw. Sotoudeh veroordeeld tot een cumulatieve gevangenisstraf van 33 jaar en 148 zweepslagen. Dit komt bovenop de vijf jaar cel die zij al eerder kreeg. Het kabinet is geschokt door de hoge straf. Nasrin Sotoudeh is een vooraanstaand advocate en een boegbeeld voor mensenrechten en vrouwenrechten. Ze won in 2012 de Sacharov-prijs van het Europees Parlement. Mw. Sotoudeh moet de vrijheid krijgen haar beroep als advocate, haar vrijheid van meningsuiting en haar vrijheid tot vreedzaam protest uit te oefenen.

Vraag 4

Deelt u de opvatting van Amnesty International en andere niet-gouvernementele organisaties (ngo's) dat Sotoudeh per direct vrijgelaten dient te worden? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Bent u bereid contact op te nemen met uw Iraanse collega om aan te dringen op vrijlating, en u in EU-verband in te spannen om tot eenzelfde oproep te komen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord vragen 4 en 5

Zoals ik ook stelde tijdens het Algemeen Overleg over de Raad Buitenlandse Zaken van 14 maart heb ik publiekelijk mijn zorgen uitgesproken over de veroordeling van Nasrin Sotoudeh, en mede op initiatief van Nederland heeft Hoge Vertegenwoordiger Mogherini op 12 maart in een verklaring [1] opgeroepen tot een onmiddellijke herziening van de veroordeling. Ook andere EU-lidstaten, o.a. Frankrijk en Duitsland, reageerden langs dezelfde lijn. Helaas is dit één van vele schrijnende mensenrechtenzaken in Iran, die past in een trend van een verslechterende mensenrechtensituatie en grotere druk op maatschappelijk middenveld in het land. Deze situatie wordt door Nederland geregeld aan de orde gesteld, zoals op 11 maart jl. de Mensenrechtenraad. Hierin is Iran specifiek opgeroepen de situatie van mensenrechtenverdedigers te verbeteren. In de EU-verklaring tijdens de bespreking van Iran tijdens de Mensenrechtenraad is op 11 maart tevens direct gerefereerd aan de situatie van advocaten in Iran.

Mw. Sotoudeh heeft nog de mogelijkheid tot beroep. De rechtsgang loopt nog. Ik zal met EU-partners de Iraanse autoriteiten blijven oproepen de rechten van Mw. Sotoudeh en andere activisten en mensenrechtenverdedigers te respecteren.



[1] https://eeas.europa.eu/delegations/iran/59465/statement-spokesperson-conviction-iranian-human-rights-lawyer-nasrin-sotoudeh_en

Indiener(s)

Stef  Blok