Het afwijzen van de stof pymetrozine door de Europese Commissie

2018Z22380

Vragen van het lid Lodders (VVD) aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het afwijzen van de stof pymetrozine door de Europese Commissie. (ingezonden 28 november 2018)

1

Klopt het dat de Nederlandse afvaardiging bij de EU-herbeoordeling tegen behoud van de werkzame stof pymetrozine heeft gestemd?

2

Waarom heeft de Nederlandse afvaardiging bij de EU-herbeoordeling tegen behoud van de werkzame stof pymetrozine gestemd?

3

Op basis van welke kennis heeft de Nederlandse afvaardiging tegen gestemd en is hier vooraf overleg over geweest met de verschillende branches en sectoren die met deze stof werken? Zo ja, wat is er besproken en hoeveel gesprekken hebben er plaatsgevonden? Zo nee, waarom niet?

4

Welke EU-landen hebben tegen het behoud gestemd, welke argumenten hebben zij ingebracht en wat waren de argumenten van de EU-landen die voor het behoud van pymetrozine hebben gestemd?

5

Deelt u de mening dat de stof pymetrozine een belangrijk selectief intergreerbaar gewasbeschermingsmiddel is in binnen het duurzame Integrated Pest Management (IPM) systeem, bijvoorbeeld voor de bestrijding van bladluis in glastuinbouwgroenten en in de teelt van bloemisterijgewassen? Zo ja, waarom is het middel dan verboden? Zo nee, waarom niet?

6

Welke gangbare en mogelijke middelen hebben telers nu nog voorhanden om bladluis tegen te gaan, die duurzaam gecombineerd kunnen worden met biologische bestrijders? Wat zijn effectieve en biologische alternatieven?

7

Wat bent u voornemens te doen aan het wegnemen van de zorgen van de glastuinbouwers over het niet meer mogen gebruiken van de werkzame stof pymetrozine?

8

Hoe verklaart u het verbod op het gebruik van pymetrozine als dit juist de ontwikkeling van IPM-systemen remt, terwijl in EU-verband is afgesproken dat lidstaten het gebruik van IPM-systemen moeten stimuleren en ondersteunen?

9

Op welke manier probeert u IPM-systemen in Nederland te stimuleren?


10

Deelt u de mening dat Europese besluitvorming over een middel dat zeer belangrijk is in de kwaliteit en de ontwikkeling van de teelt en een grote rol speelt in het beheerssysteem tegen schadelijke plagen, beter gecommuniceerd had moeten worden naar de Kamer? Zo ja, waarom is dit niet gebeurd? Zo nee, waarom niet?

11

Op welke manier is de sector betrokken bij de afweging die op dit dossier is gemaakt en kunt u specificeren welke sectorpartijen zijn betrokken? Wanneer de sector niet is betrokken, waarom wordt de sector niet bij deze ingrijpende maatregelen geconsulteerd?

12

Wilt u voortaan een gedegen sectorconsultatie houden bij Europese besluitvorming op het gebied van stoffen, pesticiden en andere gewasbeschermingsmiddelen die IPM-systemen stimuleren? Zo nee, waarom niet?

13

Op welke manier wilt u de Kamer in de toekomst beter op de hoogte houden van dit soort belangrijke en voor de Nederlandse tuinbouw vergaande Europese besluiten?

14

Hoe wilt u de Kamer voortaan betrekken bij Europese besluitvorming op het gebied van stoffen, pesticiden en andere gewasbeschermingsmiddelen?

15

Kunt u de vragen één voor één beantwoorden?

Indiener(s)