2018Z15167
Vragen van het lid Kuik (CDA) aan de staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport over de berichtgeving dat de gezondheid van modellen in de
mode-industrie ondanks beloftes nog steeds ver onder de maat is
1
Heeft u kennisgenomen van het onderzoek van NOSop3, waaruit blijkt dat er
weinig terechtkomt van de afspraken om het dunne schoonheidsideaal in de
mode-industrie te veranderen? 1)
2
Hoe beoordeelt u de uitkomsten van het onderzoek?
3
Deelt u de mening dat de mode-industrie op deze manier bijdraagt aan een
onrealistisch en ongezond beeld waaraan meisjes zouden moeten voldoen?
4
Hoe beoordeelt u de hartenkreten van de modellen die aangeven zich nog
altijd gedwongen te voelen om af te vallen en ongezond dun te zijn?
5
In hoeverre worden de afspraken geƫvalueerd die uw voorganger,
staatssecretaris Van Rijn, op initiatief van de CDA-fractie met de
mode-industrie heeft gemaakt? Is er gesproken over evaluatiemomenten?
6
Welke resultaten heeft het in 2016 gesloten convenant met een aantal
partners in de mode-industrie tot nu toe opgeleverd?
7
Heeft u enige indicatie welk deel van de mode-industrie zich actief inzet
om de gezondheid van modellen te verbeteren en geen werk verschaft aan (te)
magere modellen? Is het draagvlak breed genoeg om de problematiek aan te
pakken?
8
Welke mogelijkheden ziet u om deze praktijken binnen de mode-industrie aan
te pakken?
9
In hoeverre kan Nederland volgens u leren van de Deense aanpak met een
ethisch convenant of van het verbod op inzet van modellen met een te lage
Body Mass Index (BMI) in Frankrijk?
1)
https://nos.nl/op3/artikel/2248432-zo-dun-moet-je-echt-zijn-als-je-model-wil-worden.html