Het Akkoord op Hoofdlijnen dat de Staat heeft gesloten met Shell en ExxonMobil

Vragen van het lid Nijboer (PvdA) aan de Ministers van Economische Zaken en Klimaat en van Financiën over het Akkoord op Hoofdlijnen dat de Staat heeft gesloten met Shell en ExxonMobil (ingezonden 27 juni 2018).

Vraag 1

Waarom is het akkoord gezien het budgetrecht van de Kamer, zoals vastgelegd in de Comptabiliteitswet, niet van tevoren ter goedkeuring naar de Kamer gestuurd?

Vraag 2

Waarom was het nodig nieuwe afspraken te maken? Twijfelde u aan de aansprakelijkheid van de NAM voor de schade geleden als gevolg van de gaswinning?

Vraag 3

Was de NAM aansprakelijk voor de kosten van de versteviging?

Vraag 4

Hoe verhouden de antwoorden op vragen 2 en 3 zich tot uw uitspraken in het verleden, waarin u altijd heeft gezegd dat de NAM aansprakelijk is voor alle schade als gevolg van de gaswinning (zoals «(d)e verplichting tot het vergoeden van aardbevingsschade ten opzichte van gedupeerden in Groningen, is een wettelijke verplichting van NAM»)?

Vraag 5

Was deze overeenkomst noodzakelijk om ervoor te zorgen dat niet langer de NAM beslist hoeveel gas er wordt gewonnen? Is dit niet reeds verzekerd met het wetsvoorstel dat op 28 juni 2018 in de Kamer behandeld zal worden?

Vraag 6

Waarom staat overal in het Akkoord op Hoofdlijnen dat de inhoud vertrouwelijk zal blijven? Waarom is gekozen om de inhoud te openbaren? Waarom is dit niet van begin af aan de intentie en de houding geweest?

Vraag 7

Wat wordt bedoeld met paragraaf 3.2 van het Akkoord op Hoofdlijnen? Betekent dit dat Shell en ExxonMobil weer inspraak krijgen in de hoeveelheid gas die gewonnen wordt als de winning onder de 12 miljard kuub duikt? Betekent dit dat de hoogte van de gaswinning afhankelijk wordt van de solvabiliteit van de NAM, terwijl partijen hadden verklaard hoe dan ook garant te staan voor de verplichtingen van de NAM? Hoe verhoudt paragraaf 3.2 zich tot paragraaf 3.3?

Vraag 8

Wat betekent de tweede bullet van artikel 3.8 van het Akkoord op Hoofdlijnen? Betekent dit dat de leveringszekerheid boven de veiligheid van Groningers blijft staan? Staat hier dat de winning niet eerder naar nul mag dan wanneer ook de gasbehoefte nul is?

Vraag 9

Kunt u gedetailleerd beschrijven hoeveel geld er in welk jaar beschikbaar komt voor de versterking van de economie en de leefbaarheid in de regio Groningen? Hoe worden deze bijdragen verdeeld tussen ExxonMobil, Shell en de Staat? Hoe verhouden deze bijdragen zich tot de kostenverdeling tussen partijen, alsmede de dividendverdeling? Kunt u een reactie geven op de publicatie van het Financieel Dagblad (FD) en BNR1, waarin staat dat de Staat opdraait voor bijna 90% van de bijdrage? Waarom spiegelde u eerder bewust voor dat beide bedrijven een half miljard bijdragen aan de toekomst van Groningen?

Vraag 10

Worden deze bedragen beïnvloed door de verminderde rechten van de Staat in de opbrengsten van de gasbaten? Hoe was de verhouding geweest als de verdeling tussen de Staat en Shell en Exxon gelijk was gebleven?

Vraag 11

Vindt u ook dat de terminologie die door u gebezigd is, namelijk dat de Staat en de NAM ieder 50% zouden bijdragen, in het licht van het artikel van het FD op zijn minst misleidend is? Denkt u dat de onoplettende lezer dit had opgemaakt uit uw woorden?

Vraag 12

Betekent het citaat «(d)e Staat heeft de intentie dat NAM niet meer zelf jegens gelaedeerden aansprakelijk zal zijn voor schade door Bodembeweging» dat het Fonds aansprakelijk wordt? Hoe is dit juridisch geregeld als de NAM primair aansprakelijk is voor schade als gevolg van gaswinning?

Vraag 13

Hoe is geborgd dat de NAM aansprakelijkheid behoudt mocht het fonds niet aan zijn verplichtingen kunnen voldoen?

Vraag 14

Waarom is voor Norg de omkering van de bewijslast niet van toepassing?

Vraag 15

Wie vergoedt de kosten van het Fonds die zijn opgenomen in de uitzonderingen van artikel 5.3 van het Akkoord? Waarom vallen ook de huisvestingskosten onder deze uitzondering?

Vraag 16

Hoe wordt het bestuur van het fonds ingericht? Aan wie rapporteert het bestuur van het fonds? Hoe wordt onafhankelijkheid geborgd? Welke rechtsvorm zal het fonds kennen? Wie verschaft het aanvangskapitaal van het fonds, en hoe groot zal dit zijn?

Vraag 17

Welke wettelijke heffing wordt bedoeld in Artikel 5.11 dat stelt dat betalingen door NAM zullen worden verricht op grond van een wettelijke heffing? Is dit een bestaande heffing?

Vraag 18

Waarom kan de NAM niet langer btw verrekenen?

Vraag 19

Kunt u in percentages aangeven welk percentage van de gasbaten naar de Staat vloeit, welk percentage naar Shell en welk percentage naar ExxonMobil? Kunt u aangeven hoe veranderende kostenniveaus van invloed zijn op de gasbaten voor de Staat? Kunt u aangeven hoe kosten precies worden verdeeld tussen de drie partijen? Hoe beïnvloedt dit het dividend?

Vraag 20

Waarom is er voor gekozen om de NAM alleen over 2018 en 2019 geen dividend uit te laten keren?

Vraag 21

Worden de intenties van artikel 6.5 van het Akkoord vastgelegd in duidelijk meetbare en toetsbare criteria? In hoeverre valt over een passage als «NAM in staat zal zijn haar bedrijfsactiviteiten te kunnen blijven uitvoeren» te onderhandelen?

Vraag 22

Betekent artikel 6.9 van het Akkoord op Hooflijnen dat de overeenkomst geldig is totdat de situatie minder rooskleurig is dan nu? Wat is de houdbaarheid van dit Akkoord op Hooflijnen, nu partijen terecht stellen dat de omzet van de NAM onherroepelijk zal teruglopen? Betekent dit niet dat in het Akkoord op Hooflijnen nu al een passage is ingebouwd die terugonderhandelen door ExxonMobil en Shell uitlokt?

Vraag 23

Bent u van oordeel dat zonder artikel 6.11 de twee oliebedrijven succesvol een claim hadden kunnen indienen voor gasreserves die niet gewonnen zullen worden? Zo ja, hoe groot heeft u die claim beoordeeld? Hoe verhoudt dit zich tot het grotere aandeel dat de oliebedrijven nu zullen ontvangen in de komende gasopbrengsten?

Vraag 24

Is het Akkoord op Hooflijnen reeds door alle partijen geaccordeerd? Waren zij over de hoofdlijnen van de inhoud al eerder op de hoogte gesteld?

Vraag 25

Heeft het Akkoord op Hooflijnen gevolgen voor de mensen met schade in Noord-Drenthe? Zo ja, welke?

Vraag 26

Waarom hoeft conform uw stelling de daling van de gasbaten niet te worden ingepast onder het uitgavenplafond? Hoe verhoudt dit zich tot het regeerakkoord, waarin juist is besloten de gasbaten onder de kaders te plaatsen?

Vraag 27

Heeft u spijt van deze afspraak in het regeerakkoord? Bent u bereid het regeerakkoord op dit punt te wijzigen?

Vraag 28

Kunt u gedetailleerd aangeven welke financiële gevolgen van het Akkoord op Hooflijnen nu wel en niet volgens u gedekt moeten worden/onder de kaders vallen? Kunt u daarbij een jaarsgewijze raming tot 2030 maken en expliciet, maar niet limitatief, ingaan op de kosten voor schadeherstel, de kosten voor de versterkingsoperatie, de compensatie voor waardedaling van woningen en panden, de investeringen in de leefbaarheid in Groningen, de verminderende (of toenemende) gasbaten, opgesplitst naar mutaties door veranderingen in de prijs en veranderingen in het winningsvolume en de verwachte opbrengst en kosten voor de overheid, Exxon en Shell?

Vraag 29

Kunt u deze vragen beantwoorden vóór het debat van aanstaande donderdag 28 juni 2018, aangezien de coalitie bij meerderheid afdwong dat het Akkoord op Hoofdlijnen besproken moet worden bij het debat over de nieuwe gaswet?

Indiener(s)