De bescherming van kroongetuigen en hun familie

Vragen van het lid Kuiken (PvdA) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de bescherming van kroongetuigen en hun familie (ingezonden 13 juni 2018).

Vraag 1

Kent u het bericht «Familie kroongetuige Nabil B. zit klem»1 en herinnert u zich het bericht over een wethouder uit Emmen die in het buitenland moest onderduiken?2

Vraag 2

Is het waar dat er in Nederland onvoldoende capaciteit is teneinde bedreigde personen waaronder gemeentebestuurders en familieleden van kroongetuigen te beschermen? Zo ja, waarom is er te weinig capaciteit? Zo nee, waarom moeten er dan toch bedreigde personen naar het buitenland uitwijken?

Vraag 3

Deelt u de mening dat de veiligheid van kroongetuigen, hun familie, bedreigde bestuurders en andere bedreigde personen ten alle tijde door de overheid gewaarborgd moet worden? Zo ja, waarom en deelt u dan ook de mening dat capaciteitsproblemen geen reden mogen zijn dat niet te doen? Zo nee, waarom deelt u die mening niet?

Vraag 4

Deelt u voorts de mening dat als de beveiliging van kroongetuigen en hun familie niet optimaal is, dat daarmee het risico bestaat dat kroongetuigen niet langer wensen mee te werken? Zo ja, waarom en wat gaat u doen dat te voorkomen? Zo nee, waarom deelt u die mening niet?

Vraag 5

Wat gaat u doen teneinde er voor te zorgen dat de beveiliging van kroongetuigen, hun familie en van anderen die daarvoor in aanmerking komen, wel optimaal wordt?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Buitenweg (GroenLinks), ingezonden 13 juni 2018 (vraagnummer 2018Z11209).

Indiener(s)