De schietincidenten in Delft

Vragen van het lid Kuiken (PvdA) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de schietincidenten in Delft (ingezonden 13 juni 2018).

Vraag 1

Kent u de berichten «Opnieuw panden in centrum Delft beschoten»1, «Handgranaten verwacht je in een oorlog, niet in de horeca»2 en «Intimidatie in horeca: «Jullie kunnen ook een handgranaatje krijgen»»?3 Kent u de persverklaring van de burgemeester van Delft?4

Vraag 2

Kan uit de in de genoemde berichten beschreven voorvallen en andere voorvallen opgemaakt worden dat er sprake is van een trend van dergelijke incidenten tegen ondernemers? Zo ja, beschikt u over cijfers ten aanzien van deze incidenten?

Vraag 3

Zijn er indicaties dat genoemde incidenten te maken kunnen hebben met afpersing van ondernemers of het uitschakelen van concurrentie? Zo ja, waar bestaan die uit?

Vraag 4

Deelt u de mening dat dit een bijzonder ernstige vorm van criminaliteit is waarbij de ondernemers en het algemene publiek gevaar lopen? Zo ja, waarom en wat betekent dit voor de prioriteiten in de opsporing?

Vraag 5

Is er naar uw mening afdoende recherchecapaciteit en -kennis beschikbaar om dergelijke zaken op te lossen? Zo ja, waar blijkt dat uit? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Welke instrumenten anders dan (tijdelijke) sluiting van de getroffen panden en het gebruiken van cameratoezicht hebben burgemeesters tot hun beschikking om de veiligheid rondom deze panden te verbeteren?

Indiener(s)