De verkiezingsprocedure voor leden van het United Nations Committee on the Elimination of Discrimination against Women (CEDAW)

2018Z08989
Vragen van de leden Van Ojik en Özütok (beiden GroenLinks) en Van den Hul (PvdA) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de verkiezingsprocedure voor leden van het United Nations Committee on the Elimination of Discrimination against Women (CEDAW) (ingezonden 17 mei 2018).

Vraag 1
Bent u bekend met de lopende verkiezingsprocedure voor leden van het United Nations Committee on the Elimination of Discrimination against Women (CEDAW)?1

Vraag 2
Waarom heeft Nederland geen kandidaat voorgedragen?

Vraag 3
Vindt u dat er in CEDAW voldoende leden met een uitgesproken genderperspectief en kennis van vrouwen-/mensenrechten moeten zitten? Zo nee, waarom niet? Zo ja, is dat met de huidige kandidaten het geval?

Vraag 4
Vindt u dat de huidige door andere staten voorgedragen kandidaten in staat zijn om op doeltreffende wijze toe te zien op de naleving van het VN-Vrouwenverdrag?

Vraag 5
Vindt u dat het, gezien de vooruitstrevende positie van Nederland op het gebied van vrouwenrechten, goed zou zijn als er een Nederlands lid in CEDAW zou zitten?

Vraag 6
Bent u bereid alsnog een kandidaat voor te dragen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 7
Wilt u, gezien de verkiezing van de nieuwe leden op 7 juni 2018, deze vragen binnen twee weken beantwoorden?

1 http://www.ohchr.org/EN/HRBodies/CEDAW/Pages/Elections2018.aspx