De tegenstelling tussen de woorden en daden in het innovatiebeleid van het departement

2018Z08676

Vragen van het lid Van der Lee (GroenLinks) aan de Minister en

Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over de tegenstelling

tussen de woorden en daden in het innovatiebeleid van het departement

(ingezonden 15 mei 2018).

Vraag 1

Kent u het artikel van Ever-Jan Velzing, «Specifieke woorden, maar generieke

daden»?[1]

Vraag 2

Herkent u het beeld van de grafiek in dit artikel en is het feitelijk correct dat

de uitgaven voor het generieke innovatiebeleid de afgelopen 10 jaren zijn

gestegen van ruim 500 miljoen euro in 2008 naar ruim 1.2 miljard euro nu?

En dat de uitgaven voor specifiek innovatiebeleid in diezelfde periode daalden

van ruim 300 miljoen euro naar iets meer dan 150 miljoen euro nu?

Vraag 3

Hoe verklaart u dat in de afgelopen 10 jaar enerzijds het ministerie zich

binnen het innovatiebeleid steeds meer richtte op specifieke doelen, zoals

topsectoren en verduurzamen, maar dat zich anderzijds in de verdeling van

middelen een tegengestelde beweging heeft voorgedaan, waarin juist veel

meer middelen generiek werden ingezet (een groei van 140%) in plaats van

specifiek (een krimp van 50%)?

Vraag 4

Deelt u de onderbouwde stelling in dit artikel dat de uitgaven in het

innovatiebeleid – zeker in het laatste decennium – niet het door het ministerie

gecommuniceerde beleid volgt? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Bent u van mening dat er nog een stevige opgave voor u ligt om er voor te

zorgen dat woorden en daden in het innovatiebeleid beter in de pas gaan

lopen? Zo ja, hoe gaat u dat in welke termijn bereiken?

Vraag 6

Erkent u dat de aanpak van grote maatschappelijk vraagstukken – met daarin

de energietransitie en aanpak van klimaatverandering als topprioriteit – een

groei in meer specifieke dan generieke innovatie-instrumenten noodzakelijk

maakt? Zo nee, waarom niet?

Vraag 7

Deelt u de mening dat met de nadruk die u zelf legt op het belang van

innovatie in de energietransitie, digitalisering, maar ook in fotonica, kwantumechanica

en nano-technologie, het tijd wordt om de koudwatervrees te

overwinnen die kennelijk nog bij de inzet van middelen bestaat? En als

overheid niet meer zo snel te kiezen voor meer traditionele «technologieneutrale

instrumenten», maar meer specifieke innovaties op basis van een

bepaalde technologie extra te ondersteunen?

Vraag 8

Bent u bereid, om in de nieuwe begroting Economsiche Zaken en Klimaat

voor 2019, met nieuwe plannen te komen waardoor de verhouding tussen

generieke en specifieke middelen in die zin verbeterd wordt dat de laatste

categorie ook in relatieve zin substantieel groeit, doordat er bijvoorbeeld

meer specifiek geïnvesteerd wordt in een innovatiebeleid ten behoeve van de

transitie naar een duurzame economie?



[1] ESB, 11 mei 2018

Indiener(s)

Tom van der Lee