2018Z03461
Vragen van het lid Ronnes (CDA) aan de Ministers van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties, van Justitie en Veiligheid en van Financiën over erfpacht
(ingezonden 27 februari 2018)
Vraag 1
Herinnert u zich de beantwoording op de vragen (ingezonden 19 oktober
2017, antwoorden ontvangen 19 december 2017) inzake erfpacht in Amsterdam1
, waarin u aangeeft dat bij geschillen de weg naar de burgerlijke rechter
open staat? Kunt u daarbij ook aangeven wat gemiddelde de procedurekosten
zijn van een proces bij de burgerlijke rechter en deelt u de gedachte dat die
kosten een forse belemmering zijn om sowieso een proces tegen de
gemeente te starten?
Vraag 2
Deelt u de conclusie dat naast de toepasselijkheid van de algemene beginselen
van behoorlijk bestuur op het privaatrechtelijk handelen van de overheid,
het zo is dat een beroep kan worden gedaan op onredelijk bezwarende
bedingen in door de overheid gehanteerde algemene voorwaarden en
erfpachtbeleid? Zo nee, waarom niet?
Vraag 3
Deelt u de conclusie dat een gerechtelijke toets aan de algemene rechtsbeginselen
die voordat of vlak nadat de nieuwe algemene voorwaarden en/of
nieuw erfpachtbeleid zijn geïntroduceerd en op de eerste erfpachtrechten van
toepassing zijn verklaard, per definitie een toets is die theoretisch plaatsvindt
en niet aan de hand van een praktische situatie? Zo nee, waarom niet? Deelt
u dan ook de conclusie dat het, vanwege het belang van een dergelijke
gerechtelijke toets voor een aanzienlijk aantal erfpachters, ongewenst is dat
het ontbreken van een praktische situatie niet tot een gerechtelijk oordeel
leidt? Zo nee, waarom niet?
Vraag 4
Is de indruk juist dat vrijwel alle appartementencomplexen in Amsterdam zijn
uitgegeven als één erfpachtrecht en dat dit erfpachtrecht vervolgens is
gesplitst in appartementsrechten? Zo nee, waarom niet?
Vraag 5
Klopt het dat normaal gesproken alle erfpachters in een appartementencomplex
moeten instemmen met afspraken over de erfpacht? Klopt het dat voor
de overstap naar eeuwigdurende erfpacht de gemeente Amsterdam de
erfpachters met een appartementsrecht de mogelijkheid biedt om individueel
een overeenkomst af te sluiten? Is het waar dat de gemeente Den Haag dat
op een andere wijze heeft aangepakt, namelijk door uit te gaan van een
tijdelijke voorziening, omdat huiseigenaren daar overstappen van tijdelijke
erfpacht (voor bepaalde tijd) naar eeuwigdurende erfpacht (onbepaalde tijd)?
Is het juist dat in de gemeente Amsterdam het niet gaat om een tijdelijke
maar om een semi permanente voorziening? Als dat zo is, deelt u de
conclusie dat het dus nog heel veel (een onbepaald aantal) jaren kan duren
voordat alle erfpachters in een complex zijn overgestapt en het onderliggende
erfpachtrecht wordt aangepast en, zo ja, vindt u dat een gewenste
(goederenrechtelijke-) situatie op lange termijn?
Vraag 6
Bent u op de hoogte van het memorandum van mr. dr. F.J. Vonck en prof. mr.
dr. A.A. van Velten aan de Ring van Notarissen Arrondissement Amsterdam
«Goederenrechtelijke gevolgen overstapregeling Amsterdamse erfpacht» d.d.
30 januari 2018?2
Vraag 7
Deelt u de conclusie van Vonck en Van Velten (onder nummer 26) dat, bij in
appartementsrechten gesplitste erfpachtrechten, de overstap voor individuele
gerechtigden tot stand komt door middel van een contractuele regeling,
versterkt met een kwalitatieve verplichting, een kettingbeding en een
boetebeding? Zo nee, waarom niet? Zo ja, deelt u dan ook de conclusie dat
deze regeling bestaande beperkt-gerechtigden uitsluitend bindt indien zij met
die regeling hebben ingestemd? Zo nee, waarom niet?
Vraag 8
Deelt u de gedachte dat het aannemelijk is dat de contractuele regeling bij in
appartementsrechten gesplitste erfpachtrechten voor de overstap van
individuele gerechtigden, waarbij door de desbetreffende gemeente een
premie op de huidige (schaduw)canon wordt bedongen, kwalificeert als een
erfpachtverzekering? Zo nee, waarom niet? Zo ja, dan moet de conclusie toch
ook zijn dat de desbetreffende gemeente hiermee een erfpachtverzekering in
de markt zet gericht op consumenten, in welk geval de Autoriteit Financiële
Markten (AFM) zou moeten acteren aangezien dit «complexe financiële
product» niet voldoet aan het normenkader dat de Wet op het financieel
toezicht (Wft) en de AFM hieraan stellen? Bent u bereid om hierover in
overleg te treden en de AFM te verzoeken om hier een onderzoek naar te
doen?
Vraag 9
Heeft u aanwijzingen dat de gemeente Amsterdam zich bij de overstapregeling
niet houdt aan de regels van de Wft en van de AFM? Zo ja, bent u bereid
om hierover in overleg te treden en de AFM te verzoeken om hier een
onderzoek naar te doen?
Vraag 10
Is het u bekend dat de betrokken gemeente heeft geweigerd om de financiële
effecten voor (groepen) huiseigenaren door te (laten) rekenen, waardoor
erfpachters niet weten waar ze aan toe zijn?
Vraag 11
Deelt u de gedachte dat de positie van huiseigenaren met erfpacht, ter
voorkoming van plotselinge, eenzijdige, exorbitante verhogingen van de
erfpacht door de grondeigenaar, versterking nodig heeft juist nu de gemeente
een monopoliepositie op de Amsterdamse grondmarkt heeft en een grote
groep huiseigenaren (circa 100.000) door de overstapregeling in hun
financiële vermogen klem wordt gezet?
Vraag 12
Kunt u deze vragen binnen vier weken beantwoorden?
1 Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2017–2018, nr. 740
2 https://www.amsterdam.nl/publish/pages/865164/20180130_memorandum_overstapregeling_vonck_en_van_velten.pdf