2018Z03102
Vragen van het lid Peters (CDA) aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid over toegang WSNP voor private schuldhulpverleners
(ingezonden 21 februari 2018).
Vraag 1
Heeft u er kennis van genomen dat verschillende rechtbanken artikel 48 van
de Wet op het consumentenkrediet zodanig interpreteren dat formele
aanvragen tot de Wet schuldsanering natuurlijke personen (WSNP) niet
ontvankelijk worden verklaard als deze door een private schuldhulpverlenende
organisatie worden ingebracht?
Vraag 2
Heeft u er tevens kennis van genomen dat dit voor zowel schuldenaren,
schuldhulpverleners als gemeenten negatieve gevolgen heeft, zoals een
toename van schrijnende schuldsituaties en extra uitvoeringskosten voor
schuldhulpverleners en gemeenten?
Vraag 3
Kunt u aangeven op grond van welke overwegingen verschillende rechtbanken
tot deze niet ontvankelijk verklaringen zijn gekomen?
Vraag 4
Realiseert u zich dat de in vraag 1 bedoelde wijze van werken door private
schuldhulpverlenende organisaties in het kader van de WSNP tot voor kort
een te doen gebruikelijk weg was, waardoor schulden sneller konden worden
gesaneerd?
Vraag 5
Vindt u het van belang dat mensen met schulden snel uit die situatie worden
geholpen, zodat zij weer met een schone lei kunnen beginnen?
Vraag 6
Indien u vraag 5 bevestigend beantwoordt, welke maatregelen zult u dan op
korte termijn nemen om private schuldhulpverlenende organisaties weer in
de positie te brengen dat zij weer door gemeenten kunnen worden gevraagd
om mensen met schulden in een minnelijk traject te helpen? Zo nee, waarom
niet?
Vraag 7
Indien hiervoor een wijziging van de wet nodig is, heeft u dan, gelet op de
urgentie van deze problematiek, nog andere (wettelijke) mogelijkheden om, in
afwachting van een eventueel wetstraject, snel noodmaatregelen te treffen?