Het gevaar van rechts-extremisme

2018Z01233 Vragen van het lid Kuiken (PvdA) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van Justitie en Veiligheid over het gevaar van rechts-extremisme (ingezonden 26 januari 2018).


Vraag 1
Herinnert u zich uw eerdere antwoorden op de Kamervragen over het gevaar van rechts-extremisme?1

Vraag 2
Heeft het Openbaar Ministerie (OM) ambtshalve vervolging ingesteld tegen de uitlatingen van een Erkenbrand-bezoeker, zoals genoemd in de eerdere vragen 5 en 6 en die volgens uw antwoorden mogelijk strafbaar zouden kunnen zijn op grond van artikel 137c en/of 137d van het Wetboek Strafrecht? Zo ja, in welke fase bevindt zich deze vervolging? Zo nee, kent u de afwegingen van het OM om van vervolging af te zien?

Vraag 3
Is er inmiddels wel aangifte gedaan vanwege bovengenoemde uitlatingen?

Vraag 4
Kan de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD), als uit onderzoek naar potentiele verstoring van de democratische rechtsorde blijkt dat een (kandidaat-)politicus of lid van een politieke partij daadwerkelijk een bedreiging voor de democratische rechtsorde zou kunnen betekenen, de desbetreffende politieke partij daarvan op de hoogte brengen? Zo ja, op grond waarvan en gebeurt dit in de praktijk ook? Zo nee, waarom niet?

1 Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2017–2018, nr. 844

Indiener(s)