2018Z00398
Vragen van het lid Van Rooijen (50PLUS) aan de minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties over het vervallen van de Anw-compensatieregeling bij het Algemeen
Burgerlijk pensioenfonds (ABP). (ingezonden 16 januari 2018)
1
Kent u het bericht “ABP belooft beterschap na gebrekkige communicatie over Anwcompensatie”?
1)
2
Bent u positief over de oproep van ABP-voorzitter Mw. Wortmann-Kool aan de sociale
partners om voor ABP-deelnemers een collectieve verzekering te sluiten? Indien nee, waarom
niet?
3
Wat is volgens u de waarde van de opmerking van ABP-voorzitter Mw. Wortmann-Kool “...
dat het ABP zich hierin heeft verslikt” en “(w)e gaan hier lering uit trekken; het moet een
volgende keer echt beter” voor de huidige ABP-deelnemers die worden geraakt door het
afschaffen van de Anw-compensatieregeling (Algemene nabestaandenwet)?
4
Deelt u de mening dat er niets is wat het ABP ervan weerhoudt om reeds bij deze gelegenheid
werk te maken van een alternatieve collectieve verzekering in samenwerking met de sociale
partners? Zo nee, waarom niet?
5
Deelt u de mening dat er niets is wat het ABP ervan weerhoudt om reeds bij deze gelegenheid
alle belanghebbenden voldoende tijd te geven om alternatieven op een verantwoorde wijze te
overwegen?
6
Bent u bereid om het ABP dringend te verzoeken het vervallen van de Anwcompensatieregeling
met tenminste een jaar uit te stellen, zodat er voldoende tijd is voor de
sociale partners om alsnog een collectieve verzekering af te sluiten en voor de verzekerden
om alle alternatieven op een verantwoorde wijze te overwegen? Zo nee, waarom niet?
7
Bent u bereid om deze vragen uiterlijk vrijdag 19 januari 2018 te beantwoorden, aangezien
het ABP voornemens is de Anw-compensatieregeling per 1 februari 2018 af te schaffen?
1) http://www.amweb.nl/pensioen/nieuws/2018/1/abp-communicatie-anw-compensatie-betergemoeten-101108345
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Omtzigt en GelukPoortvliet
(beiden CDA), ingezonden 16 januari 2018 (vraagnummer 2018Z00394).